27 663
Samenvoeging van de gemeenten Castricum, Akersloot en Limmen

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 15 mei 2001

De vaste commissie voor Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de PvdA-fractie staan positief tegenover de voorgestelde herindeling van de gemeenten Castricum, Akersloot en Limmen. Uit de memorie van toelichting blijkt dat zowel van de zijde van de gemeenten als van de provincie pogingen ondernomen zijn om de gemeente Uitgeest te betrekken bij deze herindeling. De wens van de gemeente Uitgeest om zelfstandig te blijven en gelet op haar voorkeur om zich te oriënteren op het IJmondgebied hebben ertoe geleid dat deze gemeente niet opgeheven wordt ten gunste van de nieuwe gemeente Castricum. Eveneens blijkt dat de regering nader onderzoek heeft verricht.

Het samenwerkingsorgaan IJmond heeft aangekondigd haar samenwerking te ontbinden en de vraag doet zich voor of niet alsnog een poging gedaan moet worden om Uitgeest erbij te krijgen. De vraag aan de regering is welke consequenties zij voorziet voor de positie van Uitgeest indien inderdaad IJmond wordt opgeheven en vervolgens alsnog getracht wordt om Uitgeest in deze herindeling in te voegen. Meent de regering dat dan sprake zou zijn van gewijzigde omstandigheden en wordt dan gedacht aan een nadere heroverweging (bladzijde 3 memorie van toelichting)?

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel.

Deze leden willen graag nog over enkele zaken opheldering.

De regering geeft aan dat de gemeente Uitgeest met 11 000 inwoners wellicht in de toekomst moet worden heringedeeld. Hoe is de stand van zaken met betrekking tot Uitgeest? In hoeverre denkt de regering aan een gemeentelijke herindeling binnen het samenwerkingsgebied IJmond?

De nieuwe gemeente Castricum zal deel uit gaan maken van de politieregio Noord-Holland-Noord. Welke gevolgen heeft de overgang van de huidige gemeente Castricum naar deze politieregio voor de politieregio Kennemerland?

De regering houdt rekening met de mogelijke ingangsdatum 1 januari 2003. Kan de regering duidelijker aangeven wat het gewenste tijdspad is?

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voorgenomen vrijwillige fusie tussen de gemeenten Castricum, Akersloot en Limmen. Hierdoor ontstaat een gemeente met 34 000 inwoners die ongetwijfeld een stevige positie kan innemen in het samenwerkingsgeheel rond Alkmaar, ondanks het slechts zeer kleine gezamenlijke grensbeloop met Alkmaar.

Deze leden constateren dat er draagvlak is onder de burgers van de drie betrokken gemeenten. Uit de gepresenteerde cijfers lijkt dit draagvlak echter kleiner te worden naar mate de tijd voortschrijdt. Kan de regering aangeven wat hiervan de mogelijke oorzaken zijn?

In de aanloop naar het besluit zijn ook gesprekken gevoerd met de gemeenten Heiloo en Uitgeest. De gemeenten Heiloo en Uitgeest hebben echter gekozen voor zelfstandigheid. De leden van de CDA-fractie kunnen hiermee instemmen. Zij vinden wel de rol van de provincie Noord Holland enigszins opmerkelijk. Uit de toegezonden stukken en de memorie van toelichting zou men kunnen opmaken dat gedeputeerde staten, in tegenstelling tot het door de provincie zelf vastgestelde beleid inzake herindeling (provinciale Toetsingskader gemeentelijke grenswijziging waarin staat dat fusies van gemeenten alleen mogelijk zijn als initiatief van onderop hieraan ten grondslag ligt), liever een andere fusie hadden gezien maar daarover echter geen besluit durfden nemen. Is deze indruk juist? Wat is de reactie van de regering hieromtrent?

De leden van de CDA-fractie stellen vast dat de regering uiteindelijk de keuze van de drie CAL gemeenten onderschrijft. Deze leden vragen wel een toelichting van de regering op de zinsnede in de memorie van toelichting handelende over Uitgeest: «Gelet op de omvang van deze gemeente kan een samenvoeging van deze gemeente met een andere gemeente in de toekomst niet worden uitgesloten». Welk getalscriterium houdt de regering dan aan om tot herindeling over te gaan? Welke inhoudelijke argumenten heeft de regering ten aanzien van Uitgeest om deze opmerking te onderbouwen?

De gemeente Castricum gaat ingevolge dit wetsvoorstel over van de politieregio Kennemerland naar de politieregio Noord Holland Noord. Welke consequenties brengt deze overgang met zich mee voor de omvang van het politiekorps Noord Holland Noord? Welke eventuele financiële consequenties brengt deze overgang met zich mee?

Limmen en Akersloot zijn betrokken bij het samenwerkingsverband Noord-Kennemerland. Na herindeling gaan deze gemeenten over naar IJmond. Wat betekent deze overgang in financiële zin voor de gemeenten in het samenwerkingsverband Noord-Kennemerland, en voor de voorgenomen samenvoeging van de G.G. en D. in de kop van Noord Holland? Welke consequenties heeft deze overgang voor de provinciale streekplannen?

De wet zal in de eerste helft van september 2001 in werking moeten treden om voor de voorbereiding van de herindelingverkiezingen voldoende tijd te hebben. De beoogde fusiedatum is 1 januari 2002. Wat is het laatste mogelijke moment van inwerkingtreding, ook gelet op de ervaringen in de afgelopen jaren? Als 1 januari 2002 niet haalbaar blijkt omdat de parlementaire procedure te lang duurt kan pas per 1 januari 2003 worden gefuseerd. Bestaat er een andere oplossing voor wat betreft de inwerkingtreding van het wetsvoorstel? Voor de gemeenten Bergen, Egmond, Schoorl is toch ook een alternatieve oplossing mogelijk gemaakt via het betreffende herindelingwetsvoorstel?

De leden van de fractie van D66 hebben met positieve belangstelling kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel.

In de discussie rondom het beleid ten aanzien van de centrumgemeente Alkmaar zijn afspraken gemaakt over de vorming van sterke randgemeenten. Alkmaar heeft als centrumgemeente behoefte aan krachtige partners bij (regionale) samenwerking. In dit kader is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden tot de vorming van krachtige buurgemeenten. De gemeenten Castricum, Akkersloot en Limmen hebben in dit perspectief besloten te fuseren. Uit een extern onderzoek is gebleken dat er voldoende draagvlak is onder de inwoners van de drie gemeenten voor de samenvoeging. Deze leden zijn verheugd over het feit dat de drie gemeenteraden en de inwoners van de betrokken gemeenten instemmen met de samenvoeging.

De gemeente Uitgeest heeft zich uitgesproken tegen een fusie met de zogenaamde CAL-gemeenten. In het referendum over deze kwestie hebben de inwoners van Uitgeest zich in negatieve zin uitgesproken tegen samenvoeging. Aangezien de fractie van D66 veel belang hecht aan het referendum en van mening is dat burgers inspraak moeten kunnen hebben in politieke besluitvorming speelt de uitkomst van het referendum op zichzelf zeker een grote rol bij de beoordeling van de positie van Uitgeest. Uitgeest is echter een vrij kleine gemeente. De argumentatie van de regering om niet thans voorstellen te doen over de positie van Uitgeest, gezien ook de verschillende samenwerkingsgebieden (IJmond en Noord-Kennemerland, waartoe respectievelijk Uitgeest en de CAL-gemeenten behoren) overtuigt. De regering zet echter terecht vraagtekens bij de mogelijkheden voor Uitgeest om op lange termijn zelfstandig zijn taken uit te blijven oefenen en bij de vraag of de gemeente Uitgeest in staat zal blijken te zijn de verdere decentralisatie van taken aan te kunnen. De leden van de fractie van D66 zijn benieuwd naar de notitie van Uitgeest over de visie voor een zelfstandig Uitgeest. Heeft de regering al enig zicht op wanneer een dergelijke notitie verwacht kan worden? Heeft Uitgeest – in grote lijnen – reeds aangegeven hoe de gemeente denkt de zelfstandigheid vorm te kunnen geven?

Door de samenvoeging gaat de gemeente Castricum over van de politieregio Kennemerland naar de politieregio Noord-Holland-Noord. Deze indeling kan rekenen op de instemming van de drie CAL-gemeenten en de politieregio Noord-Holland-Noord. Het provinciebestuur Noord-Holland heeft deze indeling goedgekeurd. Deze leden stemmen in met deze indeling, immers de territoriale congruentie van de hulpverleningsregio's is daarmee gewaarborgd. Deze leden vragen wel wat voor problemen deze indeling veroorzaakt voor de politieregio Kennemerland.

Gezien het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de leden van de fractie van D66 instemmen met bovengenoemd wetsvoorstel.

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van voorliggend wetsvoorstel. De vrijwilligheid en het draagvlak voor deze herindeling maken de voorstellen weinig omstreden. Toch hebben de leden van genoemde fractie enkele vragen bij dit voorstel.

In de memorie van toelichting (bladzijde 1) wordt gesproken over de voorgeschiedenis van deze samenvoeging. In het kader daarvan wordt melding gemaakt van de noodzaak tot enkele grenscorrecties en samenwerking in de regio rondom Alkmaar. De leden van deze fractie vragen hoe deze oplossingen van ruimteproblemen voor de gemeente Alkmaar zich verhouden tot de nu voorgestelde samenvoeging.

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen een uitgebreidere reactie van de regering op de verklaring van het gemeentebestuur van Uitgeest dat de voorgestelde samenvoeging prematuur vond. Verder vragen deze leden de regering te reageren op het zelfstandig blijven van Heiloo en Uitgeest. Zijn deze gemeenten inderdaad in staat zelfstandig te blijven functioneren naast Alkmaar en de nieuwe gemeente Castricum. Deze leden vragen de regering in haar reactie mee te nemen de vraag uit de memorie van toelichting of de gemeente Uitgeest met 11 000 inwoners de komende decennia zelfstandig kan blijven bestaan en de opmerking dat een samenvoeging met een andere gemeente niet is uit te sluiten. Ook vragen deze leden de regering waarom zij toch akkoord gaat terwijl de toelichting van het provinciebestuur van Noord-Holland over de positie van Uitgeest haar onvoldoende duidelijkheid geeft (bladzijde 4 memorie van toelichting).

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Castricum, Akersloot en Limmen. Zij stellen vast dat de voorgenomen herindeling in hoge mate door de gemeenten zelf is voorbereid: deze hebben eigener beweging een ontwerpregeling opgesteld, waarbij de provincie Noord-Holland slechts een volgende en goedkeurende rol speelde. Deze leden stellen enkele vragen bij het wetsvoorstel.

De regering verwijst op bladzijde 1 van de memorie van toelichting naar de discussie over de positie van de centrumgemeente Alkmaar. Deze leden begrijpen dat het hier gaat om de afspraken die gemaakt zijn in het kader van de discussie over de C20-gemeenten, maar kunnen deze niet als op zichzelf staand argument voor de herindeling beschouwen. Deelt de regering die opvatting?

De regering neemt in de toelichting op het voorstel de kwalificatie over van onderzoeksbureau BDO dat de herindeling voor Akersloot en Limmen «onafwendbaar en noodzakelijk» is. De leden van de SGP-fractie missen in de toelichting echter de onderbouwing van deze kwalificatie met bestuurlijke argumenten en vragen de regering die alsnog te geven. De gemeenten spreken zelf in hun toelichtende nota's over een aantal zaken, die erop neerkomen dat zij meer taken zouden moeten uitvoeren met minder geld:

– er zouden steeds meer taken gedecentraliseerd worden naar gemeenten;

– er zou onvoldoende financiële compensatie zijn van het rijk;

– door herschikking van gemeentelijke financiën gaan grotere gemeenten erop vooruit ten koste van kleinere;

– de gemeenten spreken over «een hoger verwachtingspatroon qua dienstverlening door de burgers».

Met het oog op het voorgaande vragen deze leden of de regering genoemde bestuurlijke argumenten voor de herindeling expliciet deelt.

Deze leden vragen waarom de politie aangegeven heeft het wenselijker te vinden dat Castricum ook na de herindeling ingedeeld zou blijven bij de politieregio Kennemerland en niet over zou gaan naar de politieregio Noord-Holland-Noord.

De leden van de SGP-fractie vragen hoe het gesteld is met de oriëntaties in de nieuw te vormen gemeente Castricum. Hoe verhouden de drie gemeenten onderling zich tot elkaar? Hoe is de gerichtheid op Alkmaar? Zijn er ook oriëntaties richting het IJmond-gebied?

Deze leden vinden het terecht dat de gemeente Uitgeest buiten het herindelingsvoorstel gehouden is, met name omdat de oriëntatie van deze gemeente niet past bij die van Castricum c.a. Zij moeten wel constateren dat ook de regering, met de provincie Noord-Holland, de gemeente Uitgeest vanwege de geringe omvang met zoveel woorden te verstaan gegeven heeft dat zij zich moet bezinnen op een samenvoeging met andere gemeenten. In dit verband vragen zij de regering of deze zich kan vinden in de opstelling van de provincie Noord-Holland, namelijk om alleen aan herindeling mee te werken wanneer het initiatief daartoe van de gemeenten komt. Hoe verhoudt zich de Noord-Hollandse benadering tot de benadering van de regering? Deze leden betreuren het overigens dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 1999 een waarnemend burgemeester voor Uitgeest heeft benoemd, terwijl deze gemeente, na gehouden onderzoek, reeds in 1998 te kennen gegeven heeft zelfstandig te willen blijven.

Tenslotte vragen de leden van de SGP-fractie naar de consequenties van de samenvoeging voor de scholen in de drie betrokken gemeenten.

De voorzitter van de commissie,

De Cloe

De griffier voor dit verslag,

Bregman


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Te Veldhuis (VVD), ondervoorzitter, De Cloe (PvdA), voorzitter, Van den Berg (SGP), Van de Camp (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Van der Hoeven (CDA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Hoekema (D66), Rijpstra (VVD), O. P. G. Vos (VVD), Rehwinkel (PvdA), Wagenaar (PvdA), Luchtenveld (VVD), de Boer (GroenLinks), Duijkers (PvdA), Verburg (CDA), Rietkerk (CDA), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Balemans (VVD), De Swart (VVD), De Pater-van der Meer (CDA) en Slob (ChristenUnie).

Plv. leden: Van Beek (VVD), Zijlstra (PvdA), Ravestein (D66), Van Wijmen (CDA), Bakker (D66), Balkenende (CDA), Barth (PvdA), Gortzak (PvdA), Rabbae (GroenLinks), Dittrich (D66), Cherribi (VVD), Van den Doel (VVD), Van Oven (PvdA), Apostolou (PvdA), Cornielje (VVD), Kuijper (PvdA), Belinfante (PvdA), Mosterd (CDA), T. H. A. M. Meijer (CDA), Van Gent (GroenLinks), Poppe (SP), Van Splunter (VVD), Nicolaï (VVD), Wijn (CDA) en Rouvoet (ChristenUnie).

Naar boven