27 658
Zuiderzeelijn

nr. 14
MOTIE VAN HET LID HOFSTRA C.S.

Voorgesteld 1 juli 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het doel van het project is een betere bereikbaarheid van Noord-Nederland middels snellere treinverbindingen;

constaterende dat de precieze «inhoud» van het project wordt vastgelegd in de fase van «het programma van eisen»;

spreekt uit dat:

a. er geen onderscheid moet worden gemaakt tussen voorkeursopties en terugvalopties en dat alle opties tegelijk worden uitgewerkt en onderzocht;

b. voor de zogenoemde intercity en de Hanzelijn-plus uitgegaan moet worden van twee varianten voor de ontwerpsnelheid (200 en 160 km per uur) voor de totale verbinding Amsterdam–Groningen, en van de inzet van HSL-achtig materieel dat 200 km per uur kan halen (als Breda–Rotterdam–Amsterdam);

c. voor de Hanzelijn-plus naast de publieke aanpak alsnog een PPS-aanpak moet worden overwogen voor het onderdeel infrastructuur,

en gaat over tot de orde van de dag.

Hofstra

Dijksma

Van der Ham

Naar boven