27 651
Wijziging van de Warenwet met het oog op de incorporatie van productveiligheidsvoorschriften uit de Wet op de gevaarlijke werktuigen, zulks onder intrekking van deze wet en de Stoomwet

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD

1. Voorstel van wet

Artikel I, C.

De aanhef van artikel 3 wordt vervangen door: «Met betrekking tot waren kunnen ter uitvoering van de artikelen 1a en 4 tot en met 9, regels worden gesteld:»

Artikel I, G.

In artikel 7 wordt «waren» tweemaal vervangen door: technische voortbrengselen.

Artikel I, H.

In artikel 7a, eerste lid, wordt «waren» tweemaal vervangen door: technische voortbrengselen.

Artikel l, L

De aanhef van deze bepaling wordt vervangen door: «Na artikel 11 wordt een artikel ingevoegd luidende: ».

Het kopje «Artikel 11» wordt vervangen door: Artikel 11a.

Artikel I, R

De «1.» bij het lid dat begint met «Na het eerste lid wordt ....», wordt vervangen door: 2.

Artikel I, AA

In artikel 35 wordt «doeltreffendheid en de doelmatigheid» vervangen door: rechtmatigheid en de doeltreffendheid.

Artikel II

In het derde lid wordt «11» vervangen door: 11a. In het vierde lid wordt in de aanhef «11» vervangen door: 11a. In het vierde lid vervallen de onderdelen a en b, onder verlettering van de onderdelen c tot en met p, tot a tot en met n.

Artikel III

Na «1a,» wordt ingevoegd: 11a.

Memorie van toelichting, Algemeen,1.8 Melding bij de Europese Commissie.

Aan het eind van het blok wordt toegevoegd:

«Naar aanleiding van de gedane notificatie (2000/0476/Nl) maakt de Commissie (SG (2000) D/52297) enkele opmerkingen over artikel 7. Zij merkt in dat verband op, dat indien op basis van deze bepaling nationale keuringen of andere maatregelen worden voorgeschreven in de gebruiksfase, deze nimmer mogen leiden tot het belemmeren van de handel in of het beperken van de ingebruikneming van producten die voldoen aan de eisen van de Nieuwe Aanpak richtlijnen. In het kader van bedoelde voorschriften in de gebruiksfase, zal dus bijvoorbeeld nooit mogen worden geëist dat dergelijke producten dienen te worden aangepast. In haar reactie op de opmerkingen van de Commissie, onderschrijft de Nederlandse regering de zienswijze van de Commissie (MSG 202 INP, 2000/0475/NI).

Artikelsgewijze toelichting artikel 1, eerste lid, onderdeel c.

In de elfde regel wordt «artikel II, derde lid» vervangen door: artikel II, vierde lid.

Artikelsgewijze toelichting artikel 1, tweede lid.

In de tweede zin vervalt «Liftenbesluit I en het».

Artikelsgewijze toelichting artikel 27

In het tekstblok dat begint met «Het derde lid is ...», wordt in de tweede zin «acht» vervangen door: zeven.

Artikelsgewijze toelichting artikel 1a

In het eerste tekstblok wordt na de tweede zin de volgende zin toegevoegd:

«De in het tweede en derde lid opgenomen mogelijkheid om de warenwetgeving ten aanzien van technische voortbrengselen in de mijnbouw geheel of gedeeltelijk niet van toepassing te verklaren of om afwijkende dan wel aanvullende regels te stellen, is noodzakelijk in verband met het specifieke karakter van de arbeid in de mijnbouw en met name het bijzondere karakter van arbeid op mijnbouwinstallaties op het land of op zee (booreilanden).»

In het derde tekstblok wordt na de tweede zin de volgende zin toegevoegd:

«Deze wijzigingswet voorzag reeds in opname in de WGW van een met artikel 1a van het wetsvoorstel vergelijkbare bepaling.»

Artikelsgewijze toelichting artikel 7

In de eerste zin wordt «waren» vervangen door: technische voortbrengselen. In de tweede en derde zin wordt «een waar» vervangen door: een technisch voortbrengsel.

In het tekstblok dat begint met «In SZW-wetgeving worden voor ....» wordt aan de tweede zin de volgende zinsnede toegevoegd: en aan in de arbeidsomstandighedenwetgeving ten aanzien van bepaalde specifieke arbeidsmiddelen voorgeschreven ingebruikname of periodieke keuringen.

In het zelfde tekstblok wordt in de vierde zin «en verhandelingsfase» vervangen door:

, verhandelings- en gebruiksfase. Aan het einde van het blok wordt toegevoegd:

Artikel 7 is daarom zo geformuleerd dat dit ook een grondslag biedt voor het voorschrijven van keurings- en beoordelingsprocedures in de gebruiksfase. Deze grondslag is tevens noodzakelijk om de hiervoor bedoelde ingebruikname- en periodieke gebruikskeuringen ten aanzien van bepaalde specifieke arbeidsmiddelen van de arbeidsomstandighedenwetgeving over te hevelen naar de warenwetgeving. Het gaat hier om gebruikskeuringen die vergelijkbaar zijn met de gebruikskeuringen die ten aanzien van bepaalde werktuigen zijn voorgeschreven in de op de WGW gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en die daarom naar hun aard meer thuis horen in productwetgeving dan in wetgeving met betrekking tot de arbeidsomstandigheden.

Door deze overheveling wordt een betere onderlinge afstemming bereikt tussen de arbeidsomstandigheden- en productwetgeving.

In het tekstblok dat begint met «Het nieuwe artikel 7 is dan ook ....», wordt «een waar» vervangen door: een technisch voortbrengsel. Het tekstblok dat begint met «Het oude artikel 11 ...» en eindigt met «... worden voorgeschreven.», vervalt.

Artikelsgewijze toelichting artikelen 7a tot en met 7e

In de eerste zin wordt «waren» vervangen door: technische voortbrengselen.

In het tekstblok dat begint met «De Ministers van VWS en SZW .....», wordt in de eerste zin «waren» vervangen door: technische voortbrengselen. In de zesde zin van dit tekstblok wordt «een waar» vervangen door: een technisch voortbrengsel.

Artikelsgewijze toelichting Artikel 7a

In deze zin wordt «waren» vervangen door: technische voortbrengselen.

Artikelsgewijze toelichting artikel 35

De hier vermelde zin wordt vervangen door:

Overeenkomstig de aanwijzingen voor regelgeving met betrekking tot zelfstandige bestuursorganen is een evaluatiebepaling opgenomen, waarbij voor de formulering is gezocht bij het nieuwe artikel 7c, tweede lid (artikel I, onder H). De beide genoemde artikelen zijn uit een oogpunt van uniformiteit vrijwel identiek aan de desbetreffende bepalingen met betrekking tot certificerende instellingen in de Arbowet 1998.

Artikelsgewijze toelichting artikel II

In het tekstblok dat begint met «De voorliggende regeling ....», wordt in de vierde regel na «persoonlijke beschermingsmiddelen», ingevoegd: en de eveneens op de WGW gebaseerde bij die besluiten behorende ministeriële regelingen.

In de vijfde en zesde regel van dit tekstblok wordt na «besluiten» (driemaal) tussengevoegd: en regelingen

In de negende regel van dit tekstblok wordt na «Warenwetbesluiten», ingevoegd: en -regelingen.

In de tiende regel van het tekstblok wordt na «WGW-besluiten», ingevoegd: en -regelingen. Aan het einde van de tiende regel van dit tekstblok wordt toegevoegd: Ook het op de WGW gebaseerde Liftenbesluit l en de daarbij behorende ministeriële regeling zijn niet in de opsomming opgenomen. Ook dit besluit en deze regeling zullen bij de intrekking van de WGW dus van rechtswege komen te vervallen. Het handhaven van dit besluit en deze regeling is niet noodzakelijk omdat deze zullen worden geïntegreerd in het Besluit liften en de daarbij behorende ministeriële regelingen die voortaan op de Warenwet zullen berusten.

Na de beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 november 1999, nr. ARBO/APM/99 65425, wordt de volgende beschikking ingevoegd:

• Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 februari 2000, nr. GZB/C&O/2029022, houdende aanwijzing van een keuringsinstelling voor attractie- en speeltoestellen, Stcrt. 32 (Rheinisch Westfälischer Technischer Überwachungs-Verein, RWTUV Anlagentechnik Gmbh te Essen, Duitsland)

Na de beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 juli 2000, nr. ARBO/APM/00 422345, worden de volgende twee beschikkingen ingevoegd:

• Beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst van 7 augustus 2000, nr. ARBO/APM/-0050711, houdende aanwijzing van een keuringsinstantie voor drukapparatuur, Stcrt. 166 (AlB Vincotte Nederland B.V te Breda).

• Beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 november 2000, nr. GZB/C&O/2118326, houdende aanwijzing van een keuringsinstelling voor attractie- en speeltoestellen, Stcrt. 222 (stichting Nederlands Instituut voor Lifttechniek te Amsterdam).

Naar boven