27 647
Invoering van de mogelijkheid om de statuten van Friese verenigingen en stichtingen in het Fries op te stellen

nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 28 juni 2001

Met veel genoegen heb ik kennis genomen van de instemming met het wetsvoorstel van de fracties die aan het woord komen in het verslag.

De leden van de PvdA-fractie hebben gevraagd om een verduidelijking van de zinsnede in de memorie van toelichting over rechtspersonen met een behoorlijk vermogen en ondernemingen die deelnemen aan het economisch verkeer. Meer in het bijzonder vragen deze leden zich af of er bij «ondernemingen die deelnemen aan het economisch verkeer» geen sprake is van een onduidlijke definitie, die in de praktijk verwarring op kan roepen.

Allereerst merk ik op dat het wetsvoorstel betrekking heeft op verenigingen en stichtingen die hun zetel in Fryslân hebben. Die rechtspersonen mogen hun statuten in het Fries opstellen. Dit geldt ongeacht het doel of het vermogen van de rechtspersoon. In de zinsnede waaraan deze leden refereren, wordt gewezen op het belang dat derden kennis kunnen nemen van de interne organisatie van de rechtspersoon en de verdeling van bevoegdheden. Dit belang weegt zwaarder bij een rechtspersoon met een behoorlijk vermogen en een rechtspersoon die deelneemt aan het economisch verkeer dan bij een rechtspersoon die slechts in beperkte mate deelneemt aan het economisch verkeer. Voor alle rechtspersonen geldt echter dat derden bijvoorbeeld moeten kunnen nagaan of degene die namens de rechtspersoon verplichtingen aangaat, ook bevoegd is om de rechtspersoon te vertegenwoordigen. Ook in het geval dat een gesubsidieerde instelling ertoe overgaat de statuten in het Fries op te stellen – een situatie waarnaar deze leden vroegen – is het naar mijn mening van belang dat derden kennis kunnen nemen van de interne organisatie van de rechtspersoon en de verdeling van bevoegdheden.

Deze leden stelden tenslotte de vraag of, wanneer bij bepaalde kapitaalvennootschappen met een zetel in of verbondenheid met Fryslân de behoefte aan Friestalige statuten wel zou blijken, de kring van rechtspersonen in de toekomst kan worden uitgebreid.

De beperking van de toepassing van het wetsvoorstel tot verenigingen en stichtingen is ingegeven door praktische overwegingen. Tot nu toe is namelijk alleen bij deze rechtspersonen werkelijk gebleken van een behoefte aan het opstellen van de statuten in de Friese taal. De beperking is dus niet van principiële aard. Indien bij kapitaalvennootschappen zou blijken van een behoefte om de verbondenheid met Fryslân tot uitdrukking te brengen in de statuten, is het niet uitgesloten dat de kring van rechtspersonen in de toekomst kan worden uitgebreid.

De leden van de VVD-fractie vroegen of de regering kan aangeven of er nog nadere terreinen zijn waar het ontwikkelen van de voorziening voor gebruik van de Friese taal nog niet voltooid is en, indien dit het geval is, wat het standpunt van de regering ter zake is.

Het ambitieniveau van de regering met betrekking tot de Friese taal is nog niet voltooid, wat moge blijken uit het voornemen van het Rijk en de provincie Fryslân om op 5 juni 2001 de inmiddels derde bestuursafspraak Friese taal en cultuur te ondertekenen. In deze nieuwe bestuursafspraak zijn afspraken gemaakt over de gezamenlijke ambities van het Rijk en de provincie voor de periode tot 2010. Het gaat er dan bijvoorbeeld om te bevorderen dat personeelsleden met een baliefunctie, werkzaam bij de arrondissementsrechtbank, het arrondissementsparket en de kantongerechten in de provincie Fryslân, cursussen Fries krijgen aangeboden om hun passieve of actieve kennis van de Friese taal te vergroten.

Deze leden hebben bovendien gevraagd hoe groot de behoefte in Fryslân is aan de voorziening om statuten in het Fries op te stellen.

Er is al sinds geruime tijd sprake van een behoefte aan de totstandkoming van een wettelijke voorziening, op grond waarvan Friese stichtingen en verenigingen hun statuten en oprichtingsakten in de Friese taal kunnen opstellen. Van de kant van de provincie Fryslân is hierop van tijd tot tijd aangedrongen. Van een aantal verenigingen en stichtingen is mij daarnaast bekend dat zij expliciet hebben aangegeven behoefte te hebben aan de voorziening om statuten in het Fries op te stellen. Ook in de Friese media is verschillende keren aandacht besteed aan het bestaan van deze behoefte. Verder is ook onder notarissen in de provincie Fryslân gebleken dat een voorziening zoals in dit wetsvoorstel voorgesteld, wordt verwelkomd. Wanneer de met dit wetsvoorstel beoogde voorziening tot stand is gekomen, verwacht ik dan ook zeker dat hiervan gebruik zal worden gemaakt.

Deze leden hebben gevraagd of er genoeg notarissen beschikbaar zijn om een vertaling uit en naar het Fries te verrichten.

Ik merk allereerst op dat het wetsvoorstel aan stichtingen en verenigingen de mogelijkheid biedt om hun akten in de Friese taal te laten verlijden. Dit betekent dat de notaris geen vertaling naar het Nederlands verricht. Een letterlijke vertaling in het Nederlands door een beëdigd vertaler is vereist bij inschrijving in het handelsregister, maar niet bij het verlijden van de akte bij de notaris. Artikel 42 van de Wet op het notarisambt bepaalt dat een notaris die een akte in de Friese taal verlijdt, die taal voldoende moet verstaan. Uit informatie van de kring van notarissen in Fryslân is mij gebleken dat thans alle van de 57 in Fryslân gevestigde notarissen de Friese taal tenminste passief beheersen.

Deze leden stelden tenslotte de vraag of er naast Fryslân nog andere streken zijn waar de behoefte bestaat om akten en statuten in de streektaal op te stellen en, indien het antwoord bevestigend luidt, of de regering van plan is hier soortgelijke wetgeving voor te ontwikkelen.

Met het wetsvoorstel wordt, zoals is opgemerkt in de memorie van toelichting, uitvoering gegeven aan artikel 9, tweede lid, onderdeel b van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. In een verklaring bij dit handvest is door Nederland uitsluitend de Friese taal binnen de provincie Fryslân aangemerkt als taal waarop de betreffende bepalingen uit deel III van het handvest, waaronder de genoemde bepaling in artikel 9, van toepassing zijn. Ik meen dat er geen aanleiding bestaat om afstand te nemen van deze beleidslijn. Er bestaat mijns inziens dan ook geen reden om wetgeving te ontwikkelen die het mogelijk maakt statuten en akten op te stellen in een andere dan de Friese of de Nederlandse taal.

De leden van de CDA-fractie vroegen of in de aanhef van het wetsvoorstel vooral en in hoofdzaak wordt bedoeld «statuten van verenigingen en stichtingen in Fryslân gezeteld». Ik kan bevestigen dat het wetsvoorstel is bedoeld voor verenigingen en stichtingen in Fryslân gezeteld.

Tevens stelden deze leden de vraag waarom het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden nog niet geratificeerd is en wanneer zulks te verwachten is.

Hierop is mijn antwoord dat het wetsvoorstel ter goedkeuring van genoemd kaderverdrag momenteel ter behandeling ligt in de Eerste Kamer (Kamerstukken I, 2000/2001, 26 389 nr. 60c).

Deze leden vroegen bovendien of verenigingen en stichtingen die de uitdrukkelijke wens hebben hun statuten van het Nederlands in de Friese taal te willen wijzigen, dat kunnen doen.

Mijn antwoord hierop is bevestigend. Een vereniging of stichting die de statuten kan opstellen in het Fries, kan de statuten ook wijzigen van het Nederlands in de Friese taal. Niet alleen bij de oprichting van rechtspersonen kunnen de statuten worden opgesteld in de Friese taal, maar ook bestaande rechtspersonen kunnen hun statuten wijzigen van het Nederlands in de Friese taal. Een vereniging die de zetel heeft in de provincie Fryslân, kan de statuten wijzigen met inachtneming van de bepalingen in artikel 43 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Een stichting die de zetel heeft in de provincie Fryslân kan de statuten wijzigen met inachtneming van artikel 293 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Deze leden vroegen om een nadere argumentatie voor de keuze de kring van rechtspersonen niet ruimer te trekken dan verenigingen en stichtingen met een Fries-cultureel, charitatief of sociaal doel.

Het wetsvoorstel richt zich weliswaar in het bijzonder op verenigingen en stichtingen met een Fries-cultureel, charitatief of sociaal doel, maar beperkt zich uitdrukkelijk niet tot dergelijke verenigingen en stichtingen. Ook andere verenigingen en stichtingen kunnen derhalve van de door het wetsvoorstel geboden faciliteit gebruik maken, mits zij hun zetel in de provincie Fryslân hebben.

Deze leden vroegen zich tenslotte af of verenigingen en stichtingen die niet in Fryslân zijn gesitueerd, maar gericht zijn op Friestalige activiteiten danwel op Fryslân ook de mogelijkheid hebben hun statuten in het Fries op te stellen.

Zoals blijkt uit het wetsvoorstel kunnen alleen verenigingen en stichtingen die hun zetel hebben in de provincie Fryslân gebruik maken van de mogelijkheid de oprichtingsakte en de statuten in het Fries op te stellen. Verenigingen en stichtingen die gericht zijn op Friestalige activiteiten of op Fryslân maar niet hun zetel in Fryslân hebben, kunnen derhalve geen gebruik maken van de door het wetsvoorstel geopende mogelijkheid.

De leden van de D66-fractie vroegen welke eisen worden gesteld aan de kenbaarheid voor derden van statuten in de Friese taal en of deze eisen niet alleen gelden voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, maar ook voor stichtingen en verenigingen. Zoals ik in mijn antwoord op vragen van de leden van de PvdA-fractie opmerkte, gebruikt het wetsvoorstel voor wat betreft het toepassingsgebied een formeel criterium, namelijk het hebben van de zetel in de provincie Fryslân. Ter vermijding van ieder misverstand zij erop gewezen dat bij inschrijving van de rechtspersoon in het handelsregister een letterlijke vertaling in het Nederlands moet worden bijgevoegd, zodat de kenbaarheid van de statuten voor derden is gewaarborgd. Deze leden kan ik bevestigen dat deze eis niet alleen geldt voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, maar ook voor verenigingen en voor stichtingen.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven