27 647
Invoering van de mogelijkheid om de statuten van Friese verenigingen en stichtingen in het Fries op te stellen

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 1 mei 2001

De vaste commissie voor Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de PvdA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Het stemt deze leden tot vreugde dat de regering het niet noodzakelijk heeft gevonden om met wetgeving te wachten op de instelling van een onderzoekscommissie. De regering refereert terecht aan andere wettelijke mogelijkheden tot het gebruik van de Friese taal in openbare akten en tevens aan de verplichtingen van de Nederlandse staat in het kader van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden en aan het Kaderverdrag van nationale minderheden.

De leden de van fractie van de PvdA zijn met de regering van oordeel dat het wetsvoorstel een voortzetting is tot versterking van de Friese taal in het rechtsverkeer. Deze leden constateren voorts dat dit wetsvoorstel voorziet in de wens van veel verenigingen en stichtingen met een zetel in Fryslân, om hun verbondenheid met de Fryske taal of traditie tot uitdrukking te brengen via Friestalige statuten.

Het verheugt deze leden dat de regering het advies van de Raad van State heeft overgenomen om bij artikel 27, lid 2 toe te lichten dat dit artikel ook op coöperaties of onderlinge waarborgmaatschappijen van toepassing is.

De leden van de PvdA-fractie zouden de zinsnede over rechtspersonen met een behoorlijk vermogen en ondernemingen die deelnemen aan het economisch verkeer verduidelijkt willen zien. Wat bedoelt de regering met «behoorlijk vermogen?» Moeten daaronder bijvoorbeeld worden verstaan een stichting als Omrop Fryslan of toneelgroep Tryater? In deze gevallen worden rechtspersonen die geheel of grotendeels worden gesubsidieerd met overheidsmiddelen wel geconfronteerd met extra kosten voor de vertaling. Dient het middel in dergelijke gevallen het doel?

Wanneer is er sprake van «ondernemingen die deelnemen aan het economisch verkeer?» Daar valt eigenlijk elke onderneming onder. Waar trekt de regering de grens en is er niet sprake van een onduidelijke definitie, die in de praktijk verwarring kan oproepen? De regering constateert voorts dat bij kapitaalvennootschappen de behoefte aan Friestalige statuten vooralsnog niet is gebleken. Acht de regering het denkbaar dat wanneer deze behoefte wel zou blijken bij bepaalde kapitaalvennootschappen met een zetel in, c.q. verbondenheid met Fryslân, de kring van rechtspersonen kan worden uitgebreid in de toekomst? Zo nee, waarom niet?

De leden van de VVD-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij wensen nog enkele opmerking te plaatsen bij het wetsvoorstel.

Kan de regering aangeven of er nog nadere terreinen zijn waar het ontwikkelen van de voorziening voor gebruik van de Friese taal nog niet voltooid is. Indien dit het geval is wat is het standpunt van de regering ter zake?

Hoe groot is de behoefte in Friesland aan de voorziening om statuten in het Fries op te kunnen stellen. Zijn er genoeg notarissen beschikbaar om een vertaling uit en naar het Fries te verrichten?

Zijn er naast het Fries nog andere streken waar de behoefte bestaat om aktes en statuten in de streektaal op te stellen? Zo ja, is de regering van plan hier soortgelijke wetgeving voor te ontwikkelen?

De leden van de CDA-fractie hebben met grote belangstelling kennisgenomen van het voorstel van wet waardoor de mogelijkheid wordt gecreëerd om de statuten van Friese verenigingen en stichtingen in het Fries op te stellen. Deze leden vragen of in de aanhef van het voorstel van wet, waar wordt gesproken over «statuten van Friese verenigingen en stichtingen», vooral en in hoofdzaak wordt bedoeld «statuten van verenigingen en stichtingen in Fryslân gezeteld»? Naar de mening van deze leden is in 1993 middels de Bestuursafspraak Friese Taal en Cultuur tussen het rijk en provincie en de Wet op het Notarisambt de basis gelegd voor het huidige voorstel van wet. Het wetsvoorstel is tevens in overeenstemming met het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden dat op 1 februari 1995 te Straatsburg tot stand is gekomen. Kan de regering aangeven waarom het betreffende verdrag nog niet geratificeerd is en wanneer zulks te verwachten is.

In de memorie van toelichting staat dat oprichtingsakten van verenigingen en stichtingen in het vervolg in het Fries kunnen worden opgesteld. Is de regering met de leden van de CDA-fractie van mening dat ook verenigingen of stichtingen die de uitdrukkelijke wens hebben hun statuten van het Nederlands in de Friese taal te willen wijzigen, dat kunnen doen? Bedoeld wetsvoorstel richt zich met name op verenigingen en stichtingen met een Fries-cultureel, charitatief of sociaal doel en voorgesteld wordt de kring van rechtspersonen niet ruimer te trekken. De leden van deze fractie zijn benieuwd naar de nadere argumentatie voor deze beperking, temeer omdat tal van andere verenigingen en stichtingen zich op (kernen in) Fryslân en Fries-maatschappelijke activiteiten richten. Daarbij kan ook worden gedacht aan verenigingen en stichtingen die zich met typisch Friese sporten bezighouden. De leden van de CDA-fractie gaan er vanuit dat in voorkomende gevallen het opstellen van en laten vastleggen van statuten in het Fries geen bezwaar zal zijn. Is deze zienswijze juist?

Voorts zijn deze leden benieuwd of verenigingen en stichtingen die buiten Friesland zijn gesitueerd, maar gericht zijn op Friestalige activiteiten danwel op Fryslân, ook de mogelijkheid krijgen hun statuten in de Friese taal op te stellen.

De leden van de fractie van D66 hebben met vreugde kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel.

Deze leden zijn verheugd dat de regering het beleid van versterking van de Friese taal in het rechtsverkeer voortzet. Het is een positieve ontwikkeling dat verenigingen en stichtingen met een Fries cultureel, charitatief of sociaal doel de verbondenheid met Fryslân tot uitdrukking kunnen brengen in de Friese taal.

De leden van deze fractie hebben met instemming vernomen dat de mogelijkheid van het opstellen van oprichtingsakten en statuten van stichtingen en verenigingen in het Fries wordt beperkt tot die rechtspersonen die hun zetel in Fryslân hebben.

De regering geeft aan dat bij kapitaalvennootschappen de behoefte om statuten en oprichtingsakten in het Fries op te stellen – vooralsnog – niet is gebleken. De regering voegt daaraan toe dat in het bijzonder bij rechtspersonen met een behoorlijk vermogen en bij ondernemingen die deelnemen aan het economisch verkeer van belang is dat derden kennis kunnen nemen van de bevoegdheden van degenen die als vertegenwoordiger van de onderneming optreden. Dergelijke ondernemingen met statuten in de Friese taal dienen dan ook in het openbare register een letterlijke vertaling van stukken in het Fries te deponeren bij het Handelsregister. De kenbaarheid voor derden van in het Fries gestelde akten wordt zo gewaarborgd. De leden van de fractie van D66 onderstrepen het belang van kenbaarheid voor derden.

Hoewel de memorie van toelichting aangeeft dat het wetsvoorstel met name is bedoeld voor stichtingen en verenigingen met een Fries cultureel, charitatief of sociaal doel met een kring van bestuurders, aangeslotenen of leden die Fries spreken, betekent dit niet dat een dergelijke rechtspersoon in het maatschappelijk en economisch verkeer niet te maken krijgt met personen die het Fries niet of onvoldoende beheersen. De regering geeft in de passage over coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen aan dat derden in voldoende mate beschermd moeten worden door eisen te stellen aan de beschikbaarheid en kenbaarheid van statuten in de Friese taal. Kan de regering aangeven welke eisen aan deze kenbaarheid worden gesteld en of deze eisen niet alleen gelden voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, maar ook voor stichtingen en verenigingen?

Het wetsvoorstel komt de versterking van de positie van de Friese taal in het rechtsverkeer ten goede. De leden van de fractie van D66 hebben dan ook met zeer veel instemming kennisgenomen van het wetsvoorstel.

De voorzitter van de commissie,

Swildens-Rozendaal

De griffier voor dit verslag,

Bregman


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Swildens-Rozendaal (PvdA), voorzitter, Van de Camp (CDA), Biesheuvel (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Zijlstra (PvdA), Apostolou (PvdA), Middel (PvdA), Van Heemst (PvdA), Dittrich (D66), Rabbae (GroenLinks), Van Oven (PvdA), Kamp (VVD), ondervoorzitter, Rouvoet (ChristenUnie), O.P.G. Vos (VVD), Passtoors (VVD), Van Wijmen (CDA), De Wit (SP), Ross-van Dorp (CDA), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD), Halsema (GroenLinks), Weekers (VVD), Van der Staaij (SGP), Wijn (CDA), vacature PVDA.

Plv. leden: Wagenaar (PvdA), Balkenende (CDA), Verhagen (CDA), Van Vliet (D66), Duijkers (PvdA), Kuijper (PvdA), Albayrak (PvdA), Barth (PvdA), Hoekema (D66), Karimi (GroenLinks), Santi (PvdA), Luchtenveld (VVD), Slob (ChristenUnie), Van den Doel (VVD), Rijpstra (VVD), Rietkerk (CDA), Marijnissen (SP), Buijs (CDA), Van Baalen (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), De Vries (VVD), Van Walsem (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Arib (PvdA).

Naar boven