27 638
Herplaatsing aandelen TNT Post Groep N.V. (TPG)

21 693
Post- en Telecommunicatiebeleid

nr. 2
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 2 mei 2001

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1 en de vaste commissie voor Financiën2 hebben op 10 april 2001 overleg gevoerd met minister Zalm van Financiën en staatssecretaris J.M. de Vries van Verkeer en Waterstaat over:

1. de brief van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de minister van Financiën d.d. 12 maart 2001 inzake herplaatsing aandelen TPG (TNT Post Groep NV) (27 638, nr. 1);

2. de brief van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat d.d. 22 maart 2001 inzake Postvestigingenbeleid (21 693, nr. 54).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

1. Herplaatsing aandelen TPG (TNT Post Groep NV)

Mevrouw Voûte-Droste (VVD) vindt het, gezien de internationalisering van de Nederlandse en buitenlandse postdiensten, een goede zaak dat de overheid haar belang in TPG terugbrengt. Het algemene beleid voor staatsdeelnemingen in vennootschappen is dat deelnemingen verkocht worden zodra met het continueren ervan geen beleidsdoelen meer gediend worden. TPG heeft een concessie op het gebied van de postdiensten, maar slechts 22% van de totale omzet van TPG komt uit de concessieactiviteiten. De VVD-fractie is van mening dat het concessiebeleid van TPG gewaarborgd moet zijn ingevolge de wet. De dienstverlening aan de consument in Nederland wordt in het BARP (Besluit algemene richtlijnen post) zeker gesteld. Een scheiding van verantwoordelijkheden is noodzakelijk in verband met de transparantie op financieel gebied.

Er vindt momenteel ook in andere Europese lidstaten liberalisering plaats, hoewel een aantal lidstaten nog niet overgaat tot vervreemding van alle aandelen. Het aandelenkapitaal van de Nederlandse Staat wordt thans teruggebracht van 43,3% naar 33 1/3%. Vanwege het belang dat de overheid heeft bij een efficiënte uitvoering van de concessie, is het gewenst dat zij een minderheidsaandeel in TPG behoudt, in combinatie met het bijzonder aandeel. Hoe gaat de minister in de toekomst verder inhoud geven aan zijn beleid? Wanneer acht hij het moment daar om de aandelen verder te vervreemden?

Als bedrijf van wereldklasse op de internationale markt moet TPG slagvaardig kunnen opereren. Een bijzonder aandeel kan bij fusiebesprekingen soms een belemmering vormen, hoewel een sterke financiële basis ook belangrijk is voor een bedrijf. TPG heeft door als een van de eerste ondernemingen de internationale postmarkt te betreden, een robuust marktaandeel weten te verwerven. Deze ontwikkeling heeft invloed gehad op de bedrijfsvoering en geleid tot het in gebruik stellen van moderne technieken. Hoewel dit af en toe tot storingen in de postbezorging leidt, verwacht haar fractie dat de implementatie van deze technieken op termijn de dienstverlening aan de consument ten goede zal komen. Schaalvergroting en verdere professionalisering op het gebied van diensten zullen ook positieve effecten moeten hebben op de dienstverlening van TPG in Nederland. Zij heeft er echter alle begrip voor dat TPG de vrijheid moet krijgen om de vleugels uit te slaan. TPG moet immers de concurrentie aan kunnen met andere postdiensten, die door het aangaan van samenwerkingsverbanden en overnames eveneens trachten een marktaandeel te verwerven. Haar fractie vindt dan ook dat een meer bescheiden rol van de overheid op zijn plaats is, terwijl ook het afschaffen van de commissarissen van overheidswege in een transparante toezichtstructuur past.

De heer Bakker (D66) heeft geen bezwaar tegen de vervreemding van een deel van de aandelen van TPG. Aandelen van de overheid zijn in de visie van zijn fractie niet bedoeld om beleid te voeren. De Nederlandse overheid loopt bij de liberalisering van de postmarkt voorop in internationaal verband. De verkoop van aandelen lijkt een uitstekende manier om het bedrijf in de toekomst in de steeds verder te liberaliseren markt een voorsprong te geven. Verwacht de staatssecretaris overigens, gelet op het massieve verzet van andere landen, dat de vastgelopen liberalisering op Europees niveau zal worden vlotgetrokken?

Zijn fractie staat achter de afspraak in het regeerakkoord dat de opbrengsten van de vervreemding van de aandelen bestemd zijn voor aflossing van de staatsschuld, terwijl de rentevoordelen minus de dividenden als voeding dienen voor het FES (Fonds economische structuurversterking), maar vraagt zich wel af waarom met vervreemding niet gewacht is op een beter beursklimaat.

Wat de toepassing van nieuwe technieken door TPG betreft, is zijn fractie van mening dat dit niet ten koste mag gaan van de in het BARP afgesproken kwaliteit van dienstverlening. Wanneer kan het bedrijf worden aangesproken op de afspraak dat 95% van de brieven, inclusief de decemberpost, binnen 24 uur bezorgd moet zijn?

De heer Herrebrugh (PvdA) ziet de vervreemding van een deel van de aandelen als een logisch voortvloeisel van het eerder vastgestelde beleid, maar herinnert aan de kanttekening die de PvdA-fractie heeft geplaatst bij de afspraken over de bestemming van verkoop van staatsdeelnemingen in het regeerakkoord. Zijn fractie is in het algemeen van mening dat opbrengsten verkregen uit de vervreemding van staatsaandelen op een betere manier kunnen worden ingezet dan door aflossing van de staatsschuld. Zijn fractie is verder van mening dat de sturing op concessiegebied in het kader van de postale regelgeving verkregen kan worden.

De inschrijving op de aandelen is opengesteld op 12 maart. Wanneer is deze afgesloten? Wat is de opbrengst geweest? Waarom gebeurt verkoop bij inschrijving? Hij vraagt zich af of het op de markt brengen van telkens een kleine partij aandelen op een moment dat de aandelenkoers hoog is, geen hogere opbrengst zou opleveren.

Door deze transactie wordt het aandelenkapitaal van de Nederlandse Staat in TPG tot eenderde teruggebracht. De minister is echter van plan om op termijn het aandelenpercentage terug te brengen tot ongeveer 10. Was het niet verstandiger geweest om nu reeds een groter gedeelte van de aandelen of zelfs alle aandelen te verkopen?

De heer Vendrik (GroenLinks) vraagt zich af of de verkoop van TPG-aandelen qua timing gunstig is geweest in verband met het niet riante beursklimaat. Is de inschrijving nog open? Welk percentage van de aandelen is of wordt verkocht? Wat is de opbrengst?

De minister van Economische Zaken heeft ongeveer een jaar geleden in een notitie over het liberaliseren van netwerksectoren uiteengezet dat de lijn van het kabinet is: eerst liberaliseren en vervolgens privatiseren. Bij deze transactie gebeurt het omgekeerde. Er wordt door de verkoop van een gedeelte van de staatsaandelen geprivatiseerd, terwijl er slechts tot op zekere hoogte sprake is van liberalisering van de postmarkt. De situatie in Europa zit muurvast. Bij het debat over de nieuwe Postwet was de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat zeer optimistisch over het liberaliseren van de postmarkt in Europa. Dat blijkt ten onrechte te zijn geweest. Is het in het algemeen wel verstandig om verder te privatiseren als er niet verder geliberaliseerd wordt?

Er zal gekeken worden naar een verlegging van de concessie van TPG naar Koninklijke PTT Post BV of een andere dochter van TPG. Zijn fractie acht het vanwege het publieke belang noodzakelijk dat de concessie centraal verankerd wordt in het bedrijf TPG. Kan de staatssecretaris nader op de reden van deze verlegging ingaan?

Ook zijn fractie vindt dat de opbrengst van staatsaandelen in tijden van hoge inflatie niet gebruikt moet worden voor het aflossen van de staatsschuld.

De heer Atsma (CDA) stemt in met de verkoop van maximaal 10% van de aandelen, maar sluit niet uit dat zijn fractie bij een verdere vervreemding van aandelen in de toekomst de nodige terughoudendheid zal betrachten. Ook hij vraagt zich af waarom de verkoop van aandelen plaatsvindt in een periode waarin sprake is van een minder gunstig beursklimaat.

De CDA-fractie kiest in principe voor de lijn van eerst liberaliseren en dan pas privatiseren. Waarom heeft de minister bij TPG gekozen voor een omgekeerde route?

Antwoord van de regering

De staatssecretaris zet uiteen dat de Nederlandse Staat op 15 maart 2001 een tranche aandelen heeft verkocht aan institutionele beleggers. De Kamer is bij brief van 12 maart van het voornemen van de regering op de hoogte gesteld. Door deze verkoop is het aandelenbelang in TPG teruggebracht tot ruim eenderde. Daarbij is geen wezenlijke verandering in de zeggenschapsverhoudingen opgetreden, terwijl met de verkoop binnen het met Kamer en TPG afgesproken kader van een aandelenbelang van eenderde is gebleven.

De brief bevat tevens een aantal voornemens van de regering met betrekking tot het toekomstige beleid van de regering als aandeelhouder in TPG. De regering is voornemens om het aandelenbelang verder terug te brengen tot 10%, af te zien van opties op preferente aandelen, de uitzonderingspositie ten aanzien van het verplichte structuurregime te schrappen, een verlegging van de concessie naar Koninklijke PTT Post BV te onderzoeken en de benoeming van commissarissen van overheidswege af te schaffen.

De ontwikkeling van TPG heeft ertoe geleid dat nog maar 22% van de activiteiten van het bedrijf betrekking heeft op de «opgedragen» diensten, terwijl nog slechts 12% van de omzet betrekking heeft op het monopolie. De internationale dienstverlening van TPG neemt in snel tempo toe, waarbij de groei vooral ligt in de divisies Expres en Logistieke activiteiten. Een steeds groter deel van de activiteiten van TPG moet in concurrentie worden verworven met grote buitenlandse bedrijven zoals Deutsche Post, Consignia, UPS en Fedex. Een deelneming van de Nederlandse Staat past daar steeds minder bij. Het is voor een sterke positionering van het bedrijf in de toekomst wenselijk dat de slagkracht op commercieel, financieel en strategisch vlak wordt vergroot. TPG dient daarbij de vrijheid te hebben om acquisities te doen en allianties aan te gaan. Dat komt het draagvlak van de universele dienst ten goede, wat van maatschappelijk belang is voor de postale dienstverlening in Nederland.

Bij de heroverweging is bezien in hoeverre de vrijheid van TPG kon worden vergroot zonder dat het beleidsdoel van een goede postale dienstverlening in Nederland in gevaar komt. Daarbij is ook gekeken naar de postale regelgeving: de Postwet, het Postbesluit, het Besluit algemene regelgeving post en het toezicht daarop door de onafhankelijke toezichthouder. Hierdoor wordt in feite gegarandeerd dat de universele dienst goed wordt uitgevoerd.

De regering wenst zeker te stellen dat een goede concessie-uitvoering wordt gedragen door een solide concessie-uitvoerder. Daartoe is in 1993 voor de beursgang het bijzonder aandeel in het leven geroepen. Het proces van liberalisering in Europa verloopt helaas trager dan verwacht, maar de staatssecretaris blijft hoop houden dat onder het Belgische voorzitterschap substantiële stappen gezet zullen worden. Het ligt in de bedoeling om te onderzoeken of de concessie kan worden neergelegd bij dat deel van het bedrijf dat de concessie daadwerkelijk voor zijn rekening neemt. TPG heeft drie divisies: PTT Post, Logistiek en Expres. De bijzondere zeggenschapsrechten kunnen dan beter worden toegespitst op dat deel van het bedrijf dat de concessie uitvoert, terwijl de regelgeving en het daarbij behorend onafhankelijk toezicht op dat deel van de onderneming gericht kunnen worden. Daartoe zal een uitgebreid juridisch onderzoek plaatsvinden. Er zal ook overleg plaatsvinden met de OPTA (Onafhankelijke post en telecommunicatie autoriteit). Voor een dergelijke verandering zal een wetswijziging nodig zijn. De bedoeling van deze verandering is dat de postale dienstverlening vanwege het maatschappelijk belang optimaal gewaarborgd wordt. Door deze wijziging zal TPG voor de overige bedrijfsonderdelen die op de vrije markt opereren, de vrijheid krijgen die nodig is om een goede positie te behouden in de internationale concurrentie.

Er zal ten slotte aan de Kamer een voorstel tot wijziging van de Machtigingswet worden voorgelegd, strekkende tot opheffing van de uitzonderingspositie van TPG met betrekking tot het structuurregime. Deze wetswijziging zal sprekend lijken op de wetswijziging die thans voorligt met betrekking tot KPN.

De regering beoogt met deze voorstellen op evenwichtige wijze het belang van de Nederlandse Staat verder terug te brengen. TPG zal op die manier de noodzakelijke ruimte krijgen om zich op een gezonde wijze verder te ontwikkelen in een sterk concurrerende internationale markt. Hierdoor zullen ook de publieke belangen van een goede postale dienstverlening verzekerd zijn.

Een groot aantal bedrijven in Europa is nog voor een belangrijk deel in staatshanden. Nederland is een goede partner voor deze bedrijven, omdat het met 10% aandelenkapitaal een substantieel staatsbelang houdt. Overigens is een aandelenkapitaal van 10% nodig om het bijzonder staatsaandeel overeind te houden. Het bijzonder aandeel kan voorkomen dat statutenwijziging of afsplitsing plaatsvindt, of dat fusies worden aangegaan zonder toestemming van de overheid.

De kwaliteitsborging van 95% geldt vanaf 1 januari 2001. De OPTA ziet op de naleving hiervan toe. De Kamer krijgt na afloop van het jaar 2001 een rapportage van de OPTA, waarin door de OPTA van de bevindingen verslag wordt gedaan.

De minister merkt op dat de instortende techno aandelen het aandeel TPG vrij onberoerd hebben gelaten. Het aandeel TPG is door de aard van de activiteiten vrij stabiel, waardoor het tijdens de dalende beurskoersen goed overeind is gebleven. De minister ziet niet veel in het op de markt brengen van kleine plukjes aandelen. Dit heeft over het algemeen tot gevolg dat de koers daalt, terwijl het bij inschrijving verkopen aan institutionele beleggers bewust vraag creëert. De koers van het aandeel heeft in de dagen tussen het openen en sluiten van de inschrijving boven de AEX-index gepresteerd.

Er is met de Kamer afgesproken dat niet verder verkocht zou worden dan tot maximaal eenderde van de aandelen. Hij wil de Kamer bij dezen groen licht vragen om de staatsdeelname op termijn terug te brengen tot 10%. Hij heeft echter aangekondigd dat de Nederlandse Staat niet voornemens is om in 2001 nog meer aandelen te verkopen. Bij de verkoop van een volgende tranche zal het doel opnieuw een zo hoog mogelijke opbrengst zijn. Hij heeft met enige verbazing geluisterd naar de discussie over de voedingstechniek van het FES. Het desbetreffende wetsontwerp is inmiddels zonder enige discussie bij hamerslag aanvaard! De aandelentransactie heeft 2 mld gulden opgeleverd. De rentevoordelen minus de gederfde dividenden gaan naar het FES, wat een jaarlijkse voeding van 60 mln gulden genereert voor investeringen in de economische hoofdstructuur.

De minister acht het van belang dat de Nederlandse Staat een belang houdt in TPG via het bijzondere aandeel tot er sprake is van een werkelijk geliberaliseerde markt. Overigens is het heel goed mogelijk te privatiseren voordat de markt 100% geliberaliseerd is. De Nederlandse Staat houdt via de concessie, het bijzonder aandeel en de 10% nog een vinger in de pap. Dit is ook ter bescherming van het eigen financieel belang. Er is al opgemerkt dat het hebben van aandelen en het toezicht van commissarissen weinig invloed geeft op de gang van zaken. De staatssecretaris heeft uiteengezet dat de basisvoorzieningen langs wettelijke weg gegarandeerd zijn. Uiteindelijk kunnen publieke doelen langs de FES-weg beter gediend worden dan door het bezit van aandelen in bedrijven.

De inschrijving van de aandelen werd op 12 maart, de dag van publicatie van de jaarcijfers, geopend. Op 15 maart was de inschrijving gesloten. Het voordeel van het werken met institutionele beleggers is dat het maken van prospectussen niet nodig is. De hele transactie was in veertien dagen afgerond.

2. Postvestigingenbeleid

Mevrouw Voûte-Droste (VVD) spreekt haar waardering uit voor het resultaat dat de staatssecretaris heeft bereikt na het algemeen overleg van 18 januari, waarin de Kamer een aantal kritische opmerkingen heeft gemaakt over het door TPG gepresenteerde plan voor de postvestigingen. De VVD-fractie heeft in dat overleg gezegd dat bij de liberalisering van deze voormalige overheidsdienst het vergroten van de kwaliteit van de dienstverlening en het behoud van het fijnmazig netwerk van postkantoren voorop dient te staan in verband met de nog steeds bestaande concessieverlening. De plannen van TPG om de distributiestrategie aan te passen door een verschuiving van woonplaats naar winkelcentra mogen niet onevenredig ten koste gaan van de serviceverlening aan de consumenten buiten die agglomeraties en de consumenten voor wie de postkantoren moeilijk bereikbaar zijn. Haar fractie maakte zich met name zorgen over de ouderen, de minder validen en de mensen in het landelijk gebied. Zij miste daarnaast een duidelijk en deugdelijk communicatieplan.

Haar fractie constateert met genoegen dat de plannen een aantal belangrijke aanpassingen hebben ondergaan. De geplande 800 postkantoren met volledig assortiment worden uitgebreid tot 902; de geplande 1000 verkooppunten zullen binnen vijf jaar gegarandeerd gerealiseerd worden. Kan de staatssecretaris er via de OPTA op toezien dat dit inderdaad snel gebeurt? Door de nieuwe plannen wordt een verruiming van 15% van de bereikbaarheid van postkantoren met een volledig assortiment voor personen in het landelijk gebied gerealiseerd. Daarnaast komen er 1200 verkooppunten met nagenoeg volledig assortiment. Daarmee is voor het volledig assortiment binnen een straal van 5 km de beschikbaarheid vergroot van 70% naar 85%.

De VVD-fractie vraagt opnieuw aandacht voor een communicatieplan. De consument moet bij al deze veranderingen ingelicht worden waar hij de verschillende diensten van TPG kan krijgen. Kan de staatssecretaris aangeven op welke wijze en op welke termijn een communicatieplan tot stand zal komen? Valt een elektronische of telefonische helpdesk van TPG voor de consument via internet te verwachten? Op welke wijze wordt de consument in het landelijk gebied geholpen bij het invullen van formulieren?

Haar fractie vindt het verder van belang dat de postagenten de mogelijkheid krijgen om gederfde inkomsten te compenseren door een meer levensvatbaar beleid en differentiatie in de producten. Het is verheugend dat TPG bereid is voor een gedeelte af te zien van zijn exclusiviteitsbeding. Kan de staatssecretaris hier inhoudelijk nader op ingaan?

Het nieuwe plan voldoet ruimschoots aan de eisen van het BARP. TPG is verplicht jaarlijks verantwoording af te leggen aan de OPTA, maar haar fractie ziet graag dat een jaarlijkse evaluatie van het beleid van TPG plaatsvindt en dat de Kamer daarvan op de hoogte wordt gesteld. Is de staatssecretaris hiertoe bereid?

De heer Bakker (D66) spreekt eveneens zijn waardering uit voor de inspanningen van de staatssecretaris en het nieuwe plan van TPG inzake het postvestigingenbeleid. In het oude plan neigden de Postbank en TPG ernaar het aantal punten met volledige dienstverlening te verminderen, terwijl het maatschappelijk belang vergt dat het fijnmazig netwerk van dienstverlening in stand blijft. De toen ingediende motie-Bakker heeft er op termijn toe geleid dat TPG nu 902 vestigingen overeind houdt, terwijl er verder pilots zullen ontstaan voor een bredere dienstverlening door de postagenten. De staatssecretaris heeft hierover overleg gevoerd met TPG, de Vereniging van postagenten en de Stichting behoud lokaal loket. Daarbij heeft de Postbank zich bereid verklaard af te zien van het exclusiviteitsbeding. Kan de staatssecretaris hier een nadere toelichting op geven?

Zijn fractie dringt erop aan dat de staatssecretaris nauwlettend toeziet dat TPG samen met de Postbank en de andere belanghebbenden de plannen conform de afspraken uitvoert. Er blijft ook in de toekomst spanning bestaan tussen de eisen die het bedrijf TPG aan een gezonde bedrijfsvoering stelt en de maatschappelijke eisen.

Ook zijn fractie vindt dat een goede communicatie naar de consument van groot belang is.

De heer Herrebrugh (PvdA) vindt het nieuwe voorstel van TPG, waarbij 102 vestigingen met volledig assortiment zijn toegevoegd, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van het oude plan. Hij kan zich vinden in een dekking van 96% in de stedelijke en 85% in de landelijke gebieden. Hij vindt het een goede zaak dat TPG overweegt om vestigingen waar een of meerdere pakjes per dag worden aangeboden toch te handhaven. Kan de staatssecretaris hier controle op uitoefenen?

De heer Vendrik (GroenLinks) is van mening dat het postkantoor een belangrijke publieke instelling is. Het doet hem deugd dat de kritische opmerkingen en vragen van de Kamer in het overleg van 18 januari tot resultaat hebben geleid. Het publieke belang van het postkantoor met een volledig assortiment wordt in de aangepaste plannen beter gewaarborgd. Kan de staatssecretaris ingaan op de te voorziene ontwikkeling voor de komende jaren? De spanning tussen het economisch belang van TPG en het maatschappelijk zal in de toekomst toenemen. Zal de Kamer over een paar jaar opnieuw moeten praten over een aangepast plan? Wanneer wordt de grens bereikt? Het huidige plan is weliswaar een verbetering ten opzichte van het plan van eind vorig jaar, maar er vindt niettemin een aanzienlijke reductie plaats bij de postkantoren met volledig assortiment.

Zijn fractie vraagt nadrukkelijk aandacht voor de problemen van de kleine kernen. Het is goed dat de postagenten de ruimte krijgen voor meer economische activiteiten, maar zou de lokale overheid niet moeten bijspringen in de kleine kernen, bijvoorbeeld door een aantal overheidsdiensten in een aantal kleinere kernen te combineren? Het verbaast hem dat de maatschappelijke organisaties de consequenties van het plan voor de postvestigingen van tevoren nauwelijks hebben onderkend. Als de reacties na sluiting komen, zijn zij in feite te laat.

Zijn fractie onderschrijft het belang van een goed communicatieplan en gaat ervan uit dat TPG «alles uit de kast haalt» om het nieuwe plan op een goede manier uit te voeren.

De heer Atsma (CDA) benadrukt dat postkantoren en agentschappen het hart van de dienstverlening vormen, vooral in dorpen en gehuchten op het platteland. De regionale en lokale overheden zouden veel scherper moeten reageren als de sluiting van een agentschap of postkantoor dreigt.

Hij spreekt zijn waardering uit in de richting van de staatssecretaris voor het nieuwe compromisplan. Tegelijkertijd blijft hij zijn zorg uitspreken, omdat er uiteindelijk duidelijk wordt ingekrompen en een stuk dienstverlening op het platteland wordt afgebouwd. Zijn fractie mist in algemene zin de onderbouwing voor de sluiting. Dat mensen niet aan de bel trekken als een postkantoor of agentschap op het platteland wordt gesloten, is volgens hem te wijten aan het feit dat zij niet weten waar zij zich moeten vervoegen. Een goed communicatieplan is in dat opzicht belangrijk.

Zijn fractie vindt dat er te veel wordt gesproken over verminderde dienstverlening en minder brede pakketten, terwijl veel meer de vraag gesteld zou moeten worden naar meer en/of andere dienstverlening in wijken en dorpen. Waarom worden postkantoren en agentschappen niet benut om pilotprojecten op te starten? Het uitgangspunt is dat binnen een straal van 5 km alle belangrijke diensten te bereiken moeten zijn, maar wat zal de eindhorizon zijn? Zijn fractie vreest het ergste voor de kleine kernen.

Antwoord van de regering

De staatssecretaris is verheugd dat de Kamer waardering heeft voor het nieuwe voorstel en hiermee in grote lijnen kan instemmen. De Kamer heeft op 18 januari een aantal kanttekeningen geplaatst bij het beleid inzake de postvestigingen. Naar aanleiding daarvan is politiek en ambtelijk uitgebreid overleg gepleegd met TPG, de Vereniging van postagenten en de Stichting behoud lokaal loket, om te komen tot een totaalpakket dat meer body heeft. De staatssecretaris is blij dat de Kamer het met het resultaat daarvan op een aantal punten eens kan zijn.

Verschillende fracties hebben ervoor gepleit om door een nieuwe manier van werken en het gedeeltelijk loslaten van het exclusiviteitsbeding een nieuwe toekomst te geven aan de postagenten. Er is in dat kader regelmatig overleg gevoerd met TPG en de postagenten, waarbij gekeken is naar de effecten van de verschillende plannen. Het gevolg daarvan is geweest dat de postagenten met plannen zullen komen voor nieuwe vormen van dienstverlening om het draagvlak van de postvestigingen te vergroten. TPG is bereid om mee te werken aan een aantal pilots om de nieuwe vormen van dienstverlening in de praktijk te toetsen en daarbij geheel of gedeeltelijk af te zien van de toepassing van het exclusiviteitsbeding. De gesprekken hierover zijn momenteel gaande. De staatssecretaris zal de ontwikkelingen nauwlettend volgen.

Hoewel TPG geen gedetailleerd communicatieplan aan haar heeft voorgelegd, gaat zij ervan uit dat TPG «alles uit de kast zal halen» om de consumenten duidelijk voor te lichten. Daarbij moeten een aantal vragen beantwoord worden. Wat betekent het als een postkantoor geen volledig assortiment meer heeft? Waar kan men zich dan vervoegen? Zal er een internetsite komen met bepaalde informatie, bijvoorbeeld hoe men aan formulieren kan komen?

De OPTA toetst als onafhankelijk toezichthouder jaarlijks de dienstverlening van TPG en de gemaakte afspraken over het aantal postvestigingen, de internationale pakjes en de kwaliteitsborging van de postbezorging. Hiervan wordt in het jaarverslag dat de OPTA jaarlijks aan de Kamer toezendt, verslag gedaan. Het jaarverslag van de OPTA over 2000 zal binnen niet al te lange tijd aan de Kamer worden toegezonden. Daarin doet de OPTA verslag over alle instanties die onder haar controle vallen. De staatssecretaris is niet van plan die controle nog eens over te doen, maar kan de OPTA wel vragen op bepaalde zaken extra te letten. Mocht blijken dat een aantal zaken niet in orde is, dan zal dat van haar kant vanzelfsprekend tot nadere actie leiden.

Het beleid dat nu is afgesproken, geldt voor de komende vijf jaar. De afspraken liggen duidelijk boven de minimumafspraken in het BARP. Mocht TPG in de komende vijf jaar een verzoek indienen voor een wijziging van het beleid, bijvoorbeeld in verband met gewijzigde behoeftes van de consument, dan zal de staatssecretaris dat verzoek aan de Kamer voorleggen. Zij is het eens met de opmerking dat er erg veel vestigingen verdwijnen. Aan de andere kant komen er voor een aantal zeer gevraagde diensten 1000 verkooppunten bij. Er is geen sprake van een glijdende schaal van uitholling van het beleid. Wil TPG echter een goed figuur in Europa blijven slaan, dan moet het bedrijf in staat gesteld worden om binnen de dienstverlening bedrijfsmatig te werken. De staatssecretaris wijst nog eens op het feit dat zij slechts zeggenschap heeft over de helft van de dienstverlening, omdat de ING Bank niet onder overheidsverantwoordelijkheid valt. Zij is van mening dat er een goede mix gevonden is om de dienstverlening zo goed mogelijk overeind te houden. Gekeken zal worden of een andere opzet van de postagenten kan leiden tot een nieuwe vorm van dienstverlening, ook in de kleine kernen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Blaauw

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Van Gijzel

De griffier van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), voorzitter, Van den Berg (SGP), Reitsma (CDA), Biesheuvel (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Valk (PvdA), Van Gijzel (PvdA), Leers (CDA), ondervoorzitter, Feenstra (PvdA), Van Heemst (PvdA), Verbugt (VVD), Giskes (D66), Stellingwerf (ChristenUnie), Klein Molekamp (VVD), Hofstra (VVD), Wagenaar (PvdA), Van der Knaap (CDA), Ravestein (D66), Van der Steenhoven (GroenLinks), Niederer (VVD), Van Bommel (SP), Eurlings (CDA), Herrebrugh (PvdA), Hindriks (PvdA), De Swart (VVD).

Plv. leden: Te Veldhuis (VVD), Bakker (D66), Th.A.M. Meijer (CDA), Stroeken (CDA), Van Gent (GroenLinks), Waalkens (PvdA), Crone (PvdA), Atsma (CDA), Duivesteijn (PvdA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Voûte-Droste (VVD), Augusteijn-Esser (D66), Slob (ChristenUnie), Geluk (VVD), Luchtenveld (VVD), Spoelman (PvdA), Buijs (CDA), Van Walsem (D66), Vendrik (GroenLinks), Weekers (VVD), Poppe (SP), De Pater-van der Meer (CDA), Depla (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Nicolaï (VVD).

XNoot
2

Samenstelling: Leden: Reitsma (CDA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Rosenmöller (GroenLinks), Van Gijzel (PvdA), voorzitter, Voûte-Droste (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Giskes (D66), Kamp (VVD), Marijnissen (SP), Crone (PvdA), Van Dijke (ChristenUnie), Bakker (D66), De Vries (VVD), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), ondervoorzitter, Stroeken (CDA), Van Beek (VVD), Balkenende (CDA), Vendrik (GroenLinks), Remak (VVD), Wijn (CDA), Kuijper (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Bolhuis (PvdA), Slob (ChristenUnie).

Plv. leden: Eurlings (CDA), Koenders (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Duijkers (PvdA), Balemans (VVD), Van Oven (PvdA), Schimmel (D66), Klein Molekamp (VVD), De Wit (SP), Hoekema (D66), Van Walsem (D66), Wilders (VVD), Blok (VVD), Dankers (CDA), Hillen (CDA), Weekers (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Rabbae (GroenLinks), Hessing (VVD), Van den Akker (CDA), Timmermans (PvdA), Hindriks (PvdA), Smits (PvdA), Van der Vlies (SGP).

Naar boven