nr. 233
nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 12 maart 2001
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen
op 12 maart 2001.
De wens over de voorgenomen rechtshandeling nadere inlichtingen te ontvangen
kan door of namens een van beide Kamers of door ten minste vijftien leden
van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden
gegeven uiterlijk 26 maart 2001.
Het oordeel dat de voorgenomen rechtshandeling een voorafgaande machtiging
bij de wet behoeft kan door een van beide Kamers worden uitgesproken uiterlijk
op 11 april 2001 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in
de vorige volzin bedoelde inlichtingen.
Hierbij deel ik u mee, conform artikel 29 van de Comptabiliteitswet, dat
ik voornemens ben namens de Staat een stichting «Inlichtingenbureau»
op te richten, die verantwoordelijk zal worden voor het beheer en de uitvoering
van het Inlichtingenbureau, als bedoeld in artikel 44, derde lid, onderdeel
d, van het voorstel van Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
(Suwi; Kamerstukken II 2000–2001, nr. 27 588).
Ik heb de Vaste (Kamer)commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
van de Tweede Kamer hierover al eerder geïnformeerd in mijn brief van
9 november 2000 (kenmerk BO/2000/74992).
Het Inlichtingenbureau gaat ondersteunende werkzaamheden verrichten voor
de gegevensuitwisseling tussen gemeentelijke sociale diensten en andere instanties.
Zoals ook in de memorie van toelichting bij bovenvermeld wetsvoorstel is aangegeven,
ligt het in de bedoeling de taken van het Inlichtingenbureau zodanig vorm
te geven dat het als tussenschakel tussen gemeenten en derden fungeert. Het
Inlichtingenbureau zal – in opdracht en ten dienste van de gemeenten –
feitelijke werkzaamheden verrichten. Wettelijke bevoegdheden en verplichtingen
blijven onveranderd op de gemeenten en die derden rusten, zodat geen sprake
zal zijn van een zelfstandig bestuursorgaan.
In het kader van de bestrijding van fraude zullen in eerste instantie
gegevens over inkomen en vermogen worden uitgewisseld met de Rijksbelastingdienst,
de Uitvoeringsinstelling(en) voor werknemersverzekeringen en de Informatie
Beheer Groep. In de toekomst zullen ook met andere instanties gegevens worden
uitgewisseld. In deze functie maakt het project Inlichtingenbureau deel uit
van de kabinetsnotitie inzake intensivering fraudebestrijding (1998–2002)
die in april 1998 naar de Tweede Kamer is gezonden.
Binnen de elektronische infrastructuur die wordt ontwikkeld ten behoeve
van de procesgerichte samenwerking tussen partijen in het kader van Suwi,
zal deze stichting werkzaam zijn ten behoeve van de coördinatie en dienstverlening voor gemeenten bij de uitwisseling van informatie met
andere partijen (met name CWI en UWV).
Zowel in het wetsvoorstel Suwi als in de Algemene bijstandswet c.a. (concept
invoeringswet Suwi, welk momenteel door de Raad van State wordt beoordeeld)
wordt een wettelijke basis gecreëerd voor de uitwerking van de taken
van de stichting. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur zullen over
de taken, de financiering, de administratie en de organisatie van de stichting
nadere regels worden gesteld. Ook zal worden geregeld dat de stichting geen
andere dan de hier bedoelde taken kan uitvoeren zonder mijn toestemming.
Aangezien de stichting zal worden gefinancierd uit rijksmiddelen, zal
zij jaarlijks vooraf een plan en begroting dienen over te leggen, en achteraf
een verslag over de rechtmatige en doelmatige uitvoering van taken, alsmede
een financiële verantwoording, voorzien van een accountantsverklaring.
Met de kosten en opbrengsten van het Inlichtingenbureau is al rekening gehouden
in de rijksbegroting.
Ik zal toezicht houden op een rechtmatige en doelmatige uitoefening van
taken door de stichting. Hiertoe wordt bepaald dat ik onderzoeken in kan stellen
bij de stichting en aan-wijzingen voor de uitvoering kan geven.
Uiteraard zal het Inlichtingenbureau zich moeten houden aan de standaards
rond gegevens- en berichtenuitwisseling die in regelgeving zullen worden vastgelegd.
In de planning en begroting is rekening gehouden met een start van de
implementatie bij gemeenten in het derde kwartaal van 2001. Hiervoor is voldoende
juridische basis in de huidige Abw en dit is afgestemd met de Registratiekamer.
Dit betekent dat de stichting op korte termijn moet worden opgericht.
Aangezien het Inlichtingenbureau diensten verricht in het kader van de
uitvoering Abw en ten dienste van gemeentelijke sociale diensten, en uit het
oogpunt van een scheiding van beleid, toezicht en uitvoering, wordt de stichting
gepositioneerd in het gemeentelijk domein. Zo zal het bestuur van de stichting
in meerderheid bestaan uit vertegenwoordigers van gemeenten. Momenteel is
het project Inlichtingenbureau ondergebracht bij mijn departement. Om verschillende
redenen acht ik het niet wenselijk deze situatie langer te continueren. Daarom
wil ik zo snel mogelijk een stichting oprichten die de verdere ontwikkeling
en implementatie van het systeem op zich neemt.
De afstemming met de ontwikkeling van een elektronische infrastructuur
Suwi en de rol van het Inlichtingenbureau daarin wordt bewerkstelligd doordat
vertegenwoordigers van het project Inlichtingenbureau nu, en van de stichting
straks, deelnemen in gezamenlijk overleg en gezamenlijke ICT-projecten van
de Suwi-partijen. Deze projecten worden nu onder mijn regie door de Veranderorganisatie
Suwi uitgevoerd.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. A. F. G. Vermeend