Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 27632 nr. 15 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 27632 nr. 15 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 mei 2003
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling op 18 december 2002 van het initiatiefwetsvoorstel van de leden Dittrich en Schonewille tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden) (Kamer-stukken 27 632) heb ik aan het lid van uw Kamer Cornielje toegezegd de Raad voor de rechtspraak om gegevens te vragen die inzicht geven in de huidige praktijk van het spreekrecht. Naast deze vraag heb ik tevens de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal verzocht inzicht te geven in de capacitaire, financiële en eventueel andere consequenties van de inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Op basis van de berichtgeving van de Raad voor de rechtspraak resp. het College van procureurs-generaal deel ik u het volgende mee.
Huidige praktijk van het spreekrecht
Het merendeel van de gerechten heeft geen specifiek beleid ontwikkeld over hoe om te gaan met verzoeken van slachtoffers of nabestaanden ter terechtzitting een verklaring af te leggen, dan wel hoe te handelen indien een slachtoffer of nabestaande buiten hetgeen in het kader van de voeging of de getuigenverklaring noodzakelijk is, een verklaring over de gevolgen die het misdrijf teweeg heeft gebracht wenst af te leggen. Dit staat ter discretie van de kamer(voorzitter) of de politierechter. Wel blijkt dat de algemene lijn is dat bij de rechter een grote mate van welwillendheid bestaat het standpunt van het slachtoffer of de nabestaande ter terechtzitting aan de orde te laten komen. Meestal wordt het slachtoffer of de nabestaande dan ook zelf het woord gegeven, maar in sommige gevallen geeft betrokkene er de voorkeur aan een schriftelijke verklaring voor te lezen of de officier van justitie zijn of haar standpunt te laten vertolken. De goede orde van de zitting lijkt bepalend te zijn voor de vraag of een slachtoffer of nabestaande in de gelegenheid gesteld wordt zelf het woord te voeren. Een kleine minderheid van de gerechten geeft aan nimmer een slachtoffer of nabestaande in de gelegenheid te stellen het woord te voeren, aangezien men van mening is dat de wet hierin niet voorziet.
Voor zover slachtoffers of nabestaanden het woord voeren bestaat de indruk dat de algemene lijn is hen niet als getuige te beëdigen. Overigens, veel slachtoffers of nabestaanden voeren het woord mede uit hoofde van hun positie als benadeelde partij. In dit verband wordt veelvuldig gerefereerd aan het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2002, NJ2003, 156. De strekking van dit arrest wordt overigens verschillend beoordeeld: sommige gerechten geven naar aanleiding van dit arrest aan van mening te zijn dat slachtoffers of nabestaanden altijd als getuige gehoord moeten worden. Andere gerechten zijn van mening dat zulks niet noodzakelijk is, mits de rechter duidelijk aangeeft dat de verklaring niet voor de beantwoording van de vragen van 348–350 Sv gebezigd zal worden. Verwezen wordt ook naar de noot bij dit arrest, die de vraag oproept hoe de regeling van het spreekrecht in het initiatiefwetsvoorstel zich verhoudt met deze uitspraak van de Hoge Raad.
Niet bekend is hoe vaak slachtoffers of nabestaanden in de gelegenheid zijn geweest het woord te voeren. Schattenderwijs komen de meeste gerechten tot «enkele tientallen» per jaar, zowel bij de meervoudige als de enkelvoudige kamer. Aannemelijk is dat het in totaal gaat om ongeveer 1000 strafzaken en dat dit aantal gelijkelijk verdeeld moet worden over meervoudige en enkelvoudige kamerzittingen.
Van de gerechten waar het thans gebruikelijk is slachtoffers of nabestaanden enig «spreekrecht» toe te kennen, geeft het overgrote deel aan dat zij niet verwachten dat de inwerkingtreding van het initiatiefwetsvoorstel tot gevolg zal hebben dat de meervoudige en enkelvoudige kamers minder dan nu al gebruikelijk is slachtoffers en nabestaanden in de gelegenheid zullen stellen een verklaring af te leggen. In de woorden van een sectorvoorzitter: «wij kunnen niet uitleggen waarom het ene slachtoffer wel en het andere slachtoffer geen spreekrecht heeft». Eén gerecht geeft aan dat men verwacht dat de rechters zich wel zullen richten naar de limitatieve opsomming van de in artikel 302 (nieuw) Sv genoemde categorie slachtoffers. Bij dit gerecht betekent de invoering van het spreekrecht waarschijnlijk dus een «verslechtering» ten opzichte van de huidige situatie.
Capacitaire, financiële en eventueel andere consequenties formeel spreekrecht
Uit cijfermateriaal van het Parket-Generaal blijkt dat jaarlijks in 12 000 strafzaken een slachtoffer of nabestaande in de zin van artikel 302 (nieuw) Sv aan te wijzen is. Het betreft hier vrijwel uitsluitend zaken die bij de meervoudige kamer dienen. Aannemende dat daarvan thans in 500 strafzaken slachtoffers of nabestaanden al het woord mogen voeren, levert dat een maximum potentieel van 11 500 zaken op waarin – indien het initiatiefwetsvoorstel wet wordt – een slachtoffer of nabestaande wettelijk het recht heeft het woord te voeren. De gerechten geven aan dat de ervaring leert dat indien slachtoffers of nabestaanden het woord voeren dit met zich meebrengt dat zittingen langer duren. Men blijkt niet te beschikken over cijfermateriaal ter zake, maar de schattingen lopen uiteen van 5 tot 15 minuten extra tijdbeslag.
Op grond van deze informatie komen de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal tot (indicatieve) berekeningen van de extra kosten die gemoeid zijn met de invoering van het spreekrecht. Allereerst betekent de voorgestelde invoering van het spreekrecht een toename van de druk op de zittingscapaciteit bij de gerechten: per jaarzullen in eerste aanleg maximaal 985 mk-zaken minder zaken kunnen worden afgedaan. Dit is ruim 16% van de huidige zittingsvoorraad rechtbankzaken. In tweede aanleg gaat het om bijna 200 zaken, die niet in behandeling kunnen worden genomen. Om er voor te zorgen dat de zittingsvoorraad niet nóg verder oploopt zal er fors geïnvesteerd moeten worden om feitelijk hetzelfde aantal zaken te kunnen blijven afdoen. De berekeningen daartoe treft u aan in de bijlage.
Naast de kosten die verband houden met de rol van het slachtoffer en de nabestaande ter terechtzitting, is te verwachten dat het wettelijk spreekrecht ook overigens extra kosten met zich mee zal brengen, bijvoorbeeld in verband met de toename van het aantal slachtoffergesprekken met de officier van justitie, extra administratieve handelingen en de extra inzet van tolken.
Daarnaast moeten volgens opgave van Slachtofferhulp Nederland een groot aantal extra vrijwilligers worden ingezet, begeleid door beroepskrachten, om de slachtoffers te ondersteunen bij gebruik van het spreekrecht. De kosten van e.e.a. treft u eveneens aan in de bijlage.
Overzicht extra kosten invoering formeel spreekrecht: maximumvariant
| Rechtsprekende organisatie | Openbaar Ministerie | Slachtofferhulp | |
|---|---|---|---|
| Zittingsdruk1 | ca. € 7 000 000 | ca. € 5 500 000 | |
| Overige kosten2 | ca. € 500 000 | ca. € 1 000 000 |
1. Op basis van de gegevens
– formeel spreekrecht in 11 500 strafzaken meervoudige kamer;
– toename zittingsduur meervoudige kamer met 10 minuten
– zittingsduur meervoudige kamerzaak 120 minuten komt men tot de volgende berekening:
(11 500 x 10 minuten) : 120 minuten levert een capaciteitsverlies op van 958 meervoudige strafzaken
(= 16% huidige zittingsvoorraad rechtbanken).
Om een gelijkblijvende afdoening te kunnen garanderen is dan een extra investering nodig van 958 meervoudige strafzaken x kostprijs.
2. Bij de post overige kosten moet worden gedacht aan de structurele kosten in verband met extra administratieve handelingen en toename aantal slachtoffergesprekken door het Openbaar Ministerie en de toename van de gerechtskosten in verband met extra inzet van tolken.
De incidentele kosten zoals die in verband met automatiseringsaanpassingen en het aanbrengen van gebouwelijke voorzieningen voor slachtofferopvang zijn vooralsnog buiten beschouwing gelaten. De extra kosten voor Slachtofferhulp Nederland zijn als volgt te herleiden. Uitgaande van 4000 zaken waarin het slachtoffer ondersteuning wenst van Slachtofferhulp Nederland betekent dit de inzet van 200 vrijwilligers extra die begeleiding behoeven van 10 fte aan beroepskrachten. De vermelde extra kosten zijn inclusief kosten voor opleiding en reiskosten.
Overzicht extra kosten invoering formeel spreekrecht: minimumvariant
| Rechtsprekende organisatie | Openbaar Ministerie | Slachtofferhulp | |
|---|---|---|---|
| Zittingsdruk3 | ca. € 2 500 000 | ca. € 2 000 000 | |
| Overige kosten4 | ca. € 200 000 | ca. € 1 000 000 |
3. Op basis van de gegevens
– formeel spreekrecht in 4000 strafzaken meervoudige kamer;
– toename zittingsduur meervoudige kamer met 10 minuten
– zittingsduur meervoudige kamerzaak 120 minuten komt men tot de volgende berekening:
(4000 x 10 minuten) : 120 minuten levert een capaciteitsverlies op van 333 meervoudige strafzaken.
Om een gelijkblijvende afdoening te kunnen garanderen is dan een extra investering nodig van 333 meervoudige strafzaken x kostprijs.
4. Conform 2.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27632-15.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.