nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID KARIMI
Ontvangen 11 december 2002
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel C, wordt artikel 302 als volgt gewijzigd:
I
In het eerste lid wordt «tweede lid» vervangen door: derde
lid.
II
Na het eerste lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
2. Het slachtoffer of diens nabestaande kan bij de officier van justitie
die met de vervolging van het strafbare feit is belast, een schriftelijke
verklaring indienen omtrent de gevolgen die dit feit bij hem teweeg heeft
gebracht. De officier van justitie voegt deze verklaring aan de processtukken
toe.
III
In het (bestaande) tweede lid wordt na «Het spreekrecht kan worden
uitgeoefend» ingevoegd: dan wel de schriftelijke verklaring kan worden
ingediend.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe om aan het slachtoffer of diens nabestaande
naast het spreekrecht ook het zelfstandig recht toe te kennen om een schriftelijke
verklaring over de gevolgen die het strafbare feit bij hem teweeg heeft gebracht
aan het dossier in de betreffende strafzaak te laten toevoegen. Op dit moment
hebben feitelijk alleen de officier van justitie, de rechter-commissaris en
de rechtbank de bevoegdheid om stukken aan het procesdossier toe te voegen.
Door het slachtoffer tevens het recht te geven om een schriftelijke verklaring
af te leggen, heeft het slachtoffer de keus op welke wijze hij zijn verklaring
wil afleggen en wordt dit niet beperkt tot het spreekrecht.
Tevens wordt hiermee voor het slachtoffer de mogelijkheid geschapen om eerst een schriftelijke verklaring in te dienen en deze later op
de terechtzitting mondeling toe te lichten (zie ook het rapport «Recht
op schrift», blz. 92, aanbeveling 6.9.6).
Karimi