27 631
Verdrag inzake ontwikkelingssamenwerking tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Socialistische Republiek Vietnam; Hanoi, 24 oktober 2000

nr. 232a
A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 22 januari 2001 en het nader rapport d.d. 2 februari 2001, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken, mede namen de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 3 januari 2001, no. 00.006995, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag inzake ontwikkelingssamenwerking tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Socialistische Republiek Vietnam; Hanoi, 24 oktober 2000 (Trb. 2000, 126), met toelichtende nota

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 3 januari 2001, nr. 00.006995, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 22 januari 2001, nr. W02.00 0622/II, bied ik U hierbij aan.

Dit verdrag geeft de Raad van State aanleiding tot de volgende opmerking over de aanduiding van de verdragspartijen.

Het onderhavige Verdrag wordt in het aan de Raad voorgelegde opschrift van het Verdrag en in de preambule van het Verdrag zoals dit is weergegeven in het Tractatenblad aangeduid als een tussen de regeringen van de beide staten gesloten Verdrag. Dat de in de publicatie in het Tractatenblad opgenomen titel spreekt van een Verdrag tussen beide staten, kan daaraan niet afdoen; het wekt eerder bevreemding dat een dergelijke wijziging bij publicatie eenzijdig wordt aangebracht. Niettemin worden volkenrechtelijk door het Verdrag de staten en niet slechts de regeringen van de staten gebonden. In de toelichtende nota dient dit uitdrukkelijk te worden vermeld.

In de toelichtende nota is een passage toegevoegd ter bevestiging van het feit dat ook het onderhavige verdrag tussen staten geldt. De in het Tractatenblad opgenomen titel van het verdrag, onderdeel van de tekst van het verdrag, staat op blz. 2 en 3, onder rubriek B. Uiteraard wordt in de aldaar bekendgemaakte tekst, en dus ook de titel, van het verdrag geen wijziging ten opzichte van het origineel aangebracht.

De andere rubrieken van het Tractatenblad worden volgens vaste richtlijnen opgesteld. Zo is het sinds 1951 gebruik dat in rubriek A van het Tractatenblad uitsluitend de staten worden genoemd, zodat daarmee de algemene regel van volkenrecht tot uitdrukking wordt gebracht dat verdragen de staten en niet de regeringen binden. Soms wordt in die rubriek een zeer lange titel verkort, en wordt in voorkomende gevallen aangeduid of er bijlagen bij het verdrag zijn. Dergelijke rubrieken behoren tot de tekst van het Tractatenblad, niet van het verdrag in kwestie.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen

Naar boven