27 628
Registratieplicht risicosituaties gevaarlijke stoffen

nr. 17
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 1 juni 2004

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1 heeft schriftelijk overleg gevoerd met de minister van Verkeer en Waterstaat over het spoorwegemplacement Venlo naar aanleiding van een toezegging, gedaan tijdens het algemeen overleg op 17 maart 2004 (kamerstuk 27 628/22 343/29 444, nr. 16).

De commissie brengt van dit overleg verslag uit door openbaarmaking van de gewisselde stukken.

De voorzitter van de commissie,

Atsma

De griffier van de commissie,

Roovers

Hierbij beantwoord ik de vragen die de Griffier van de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat bij brief van 26 mei 2004 (zie bijlage) stelde over het spoorwegemplacement Venlo.

1

Tijdens het algemeen overleg op 17 maart 2004 (kamerstuk 27 628/22 343/29 444, nr.16) inzake het spooremplacement Venlo hebt u toegezegd in overleg te zullen treden met de regio om te komen tot een duurzame oplossing voor het knelpunt van het rangeren met gevaarlijke stoffen op het genoemde emplacement. In mediaberichten wordt echter de indruk gewekt dat sinds deze toezegging geen overleg heeft plaatsgevonden, ondanks dat er duidelijkheid moet zijn over het emplacement vóórdat de gedoogbeschikking afloopt op 31 mei 2004. Kunt u de Kamer informeren over de stand van zaken?

In de afgelopen periode heeft ProRail in samenwerking met de betrokken spoorvervoerders een wijzigingsaanvraag voor de emplacementvergunning opgesteld die voldoet aan de criteria zoals aangegeven in de laatste alinea van mijn brief van 15 maart 2004 aan de Kamer (Kamerstuk 2003–2004, 27 628, nr. 15, Tweede Kamer), en die ertoe leidt dat vanaf 2007 geen overschrijding van de oriënterende waarden van het groepsrisico meer zal optreden. Tijdens dat proces is regelmatig overleg gevoerd door ProRail met de gemeente Venlo over de conceptstukken voor de aanvraag en de onderliggende berekeningen. De vergunningaanvraag wordt formeel op 28 mei 2004 door ProRail bij de gemeente Venlo ingediend. Ik heb vernomen dat B&W Venlo voornemens zijn om op 1 juni 2004 te besluiten de gedoogbeschikking te verlengen.

Daarnaast hebben mijn ambtgenoot van VROM en ik overleg gevoerd met Burgemeester en Wethouders van Venlo over de situatie rond het emplacement en de diverse stedelijke ontwikkelingen die Venlo ambieert. Wij hebben afgesproken daarover nog een vervolgoverleg te hebben, naar verwachting in de tweede helft van juni. Daarover zal ik u te zijner tijd nader berichten.

2

Daarnaast heeft de directeur van een van de grootste verladers van LPG, Vopak, verklaard dat het transport van LPG door Venlo, in tegenstelling tot de beleidsinzet van de regering, zal toenemen met 20 tot 25 procent. De vraag is hoe een en ander zich tot elkaar verhoudt.

De vergunning betreft uitsluitend de handelingen op het emplacement te Venlo: die worden, voor zover het gevaarlijke stoffen betreft, aan een maximum gebonden. Groei van dergelijk vervoer zal wel mogelijk zijn mits de betreffende trein niet op het emplacement komt (bijvoorbeeld om van locomotief te wisselen), maar zonder stoppen doorrijdt te Venlo: dat is mogelijk als de spoorvervoerder multisysteemlocs inzet1. De in de vraag genoemde mogelijke groei van LPG-vervoer zal dus niet gehinderd worden door de emplacementsvergunning van Venlo.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

BIJLAGE

Aan de minister van Verkeer en Waterstaat

's-Gravenhage, 26 mei 2004

Tijdens het algemeen overleg op 17 maart jl. inzake het spooremplacement Venlo hebt u toegezegd in overleg te zullen treden met de regio om te komen tot een duurzame oplossing voor het knelpunt van het rangeren met gevaarlijke stoffen op het genoemde emplacement.

In mediaberichten wordt echter de indruk gewekt dan sinds deze toezegging geen overleg heeft plaatsgevonden, ondanks dat er duidelijkheid moet zijn over het emplacement vóórdat de gedoogbeschikking afloopt op 31 mei a.s. Kunt u de Kamer informeren over de stand van zaken?

Daarnaast heeft de directeur van een van de grootste verladers van LPG, Vopak, verklaard dat het transport van LPG door Venlo, in tegenstelling tot de beleidsinzet van de regering, zal toenemen met 20 tot 25 procent. De vraag is hoe een en ander zich tot elkaar verhoudt.

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat verzoekt u de Kamer nog deze week uw antwoord te doen toekomen, in verband met de genoemde termijn van 31 mei.

De griffier van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), Ondervoorzitter, Atsma (CDA), Voorzitter, Van Gent (GL), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Depla (PvdA), Van As (LPF), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GL), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Bruls (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), De Krom (VVD), Hermans (LPF), Dezentjé Hamming (VVD) en Van Hijum (CDA).

Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Samsom (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Hessels (CDA), Vos (GL), Smeets (PvdA), De Ruiter (SP), Slob (CU), Aptroot (VVD), Szabó (VVD), Van Dijken (PvdA), Waalkens (PvdA), Herben (LPF), Van Winsen (CDA), Halsema (GL), Jager (CDA), Vergeer (SP), Ten Hoopen (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Giskes (D66), de Pater-van der Meer (CDA), Van Dam (PvdA), Verdaas (PvdA), Van Beek (VVD), Van den Brink (LPF), Luchtenveld (VVD) en Buijs (CDA).

XNoot
1

multisysteemloc = een locomotief die zonder stoppen kan doorrijden bij een grensovergang. Momenteel is circa 20 % van de op het Nederlandse spoorwegnet toegelaten goederenlocomotieven in staat om zonder stoppen door te rijden over de Nederlands – Duitse grens. Dat percentage neemt de komende jaren verder toe.

Naar boven