27 628
Registratieplicht risicosituaties gevaarlijke stoffen

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 februari 2003

In het Algemeen Overleg over PAGE1 en Venlo op 17 december 2002 met de Vaste Commissies van Verkeer en Waterstaat en van VROM heb ik toegezegd hen te informeren over de inhoud van het VROM-onderzoek Venlo van mijn Inspectie en hen mijn oordeel over de rapportage te geven.

Door middel van deze brief voldoe ik aan mijn toezegging.

Mijn Inspectie verricht als een van haar basisactiviteiten zogenaamde gemeenteonderzoeken. In dergelijke onderzoeken wordt de uitvoering en de naleving van VROM wet- en regelgeving door de gemeente onderzocht. Mijn Inspectie heeft medio 2002 zo'n onderzoek in de gemeente Venlo verricht. De onderzoeksresultaten zijn op 5 november 2002 met het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venlo besproken. Daarbij is afgesproken dat publicatie van het onderzoeksrapport plaatsvindt op het moment dat de gemeente in reactie op het rapport een plan van aanpak presenteert. Dat zal naar verwachting in januari 2003 het geval zijn.

Het bovengenoemde rapport bevat passages over de gemeentelijke betrokkenheid bij het emplacement Venlo. Het onderzoeksrapport treft U als bijlage bij deze brief aan.2 Mijn Inspectie schrijft in haar rapport letterlijk het volgende:

• Er wordt geen wettelijke externe veiligheidsnorm overschreden.

• De overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico is echter zo ernstig dat het onverantwoord is om de situatie zo te laten voortbestaan.

• Verplaatsing van de activiteiten die verantwoordelijk zijn voor de onveilige situatie is de beste oplossing.

• Verplaatsing zal zeker een tiental jaren in beslag nemen.

• Om in de tussentijd de veiligheidssituatie zo goed mogelijk te regelen worden thans reeds in het kader van PAGE de mogelijke maatregelen getroffen om de externe veiligheid te verbeteren.

• De juridisch aangegeven weg om tussentijds de meest veilige situatie te realiseren is het verlenen van een vergunning met daaraan verbonden de voorschriften om de hiervoor aangegeven noodzakelijke maatregelen te treffen en procedureafspraken en onderzoeksverplichtingen na te komen.

Mijn Inspectie verwijst ten aanzien van de verplaatsing naar de activiteiten van alle betrokken partners die, ten tijde van het inspectie-onderzoek, in het kader van de intentieverklaring van 25 februari 2002 onderzoek verrichtten naar de uitplaatsing van het emplacement.

Mijn Inspectie spreekt zich niet uit over de uitplaatsing van het emplacement, maar wel over de verplaatsing van die activiteiten die verantwoordelijk zijn voor de onveilige situatie. Om die reden adviseert mijn Inspectie ook om nú vergunning te verlenen en daaraan de noodzakelijke voorschriften te verbinden die de situatie op korte termijn verbeteren en uitplaatsing van die activiteiten op langere termijn waarborgen (voor zover nog noodzakelijk).

Sinds het gereedkomen van het inspectierapport heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan waarover ik u in mijn brief van 13 december 2002 (Tweede Kamer, 2002–2003; 27 628, nr. 9) heb geïnformeerd. In die brief heb ik u bericht dat de problemen met de overschrijding van het groepsrisico in Venlo naar huidig inzicht efficiënter kunnen worden opgelost met de in de brief geschetste alternatieven. Als deze alternatieven onverhoopt niet tot het gewenste resultaat leiden dan blijft de uitplaatsing van het emplacement nog steeds als optie open.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

H. G. J. Kamp


XNoot
1

PAGE: Plan van Aanpak GoederenEmplacementen (TK 27 628, nr. 4) Het betreft een project tot uitvoering van beveiligingsmaatregelen op een aantal goederenemplacementen opdat de situatie ten aanzien van externe veiligheid zal voldoen aan het rijksbeleid.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven