27 625 Waterbeleid

Nr. 596 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2022

Tijdens de stemmingen van 29 november 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 28, Stemmingen) heeft het lid Van der Plas (BBB) verzocht om geïnformeerd te worden over de wijze waarop het kabinet uitvoering wil geven aan haar aangenomen motie, die het kabinet verzoekt te onderzoeken of het filteren van zeewater tot drinkwater in tijden van droogte mogelijk is1. Een zelfde verzoek is door haar gedaan naar aanleiding van de aangenomen motie die het kabinet verzoekt om in de bestuurlijke akkoorden en startpakketten voor provincies afspraken op te nemen om de drinkwatervoorziening voor woningbouw zeker te stellen2. Met deze brief geef ik invulling aan deze verzoeken.

Ten aanzien van de motie die ziet op filteren van zeewater kan gemeld worden dat begin 2023 het RIVM een zal rapport opleveren over de waterbeschikbaarheid voor de drinkwatervoorziening en mogelijke handelingsperspectieven. Hiermee worden knelpunten en mogelijke oplossingen in beeld gebracht, waaronder de rol die ontzilting kan spelen. In de brief waarmee het rapport aan uw Kamer wordt aangeboden zal worden ingegaan op de aanbevelingen.

Met betrekking tot de motie die inging op de bestuurlijke akkoorden en startpakketten: de drinkwaterbedrijven hebben de plicht om woningen van drinkwater te voorzien en alle bestuursorganen hebben een zorgplicht voor de publieke drinkwatervoorziening. Zoals in de Kamerbrief Water en Bodem Sturend is aangegeven3, worden naast de risico’s ten aanzien van waterveiligheid, wateroverlast en bodemdaling ook risico’s ten aanzien van drinkwater-beschikbaarheid richtinggevend bij de locatiekeuze voor nieuwbouw. De Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werken samen met medeoverheden aan het ontwikkelen van een richtinggevend kader.

Doel van het kader is ondersteuning te bieden in het regionale proces om tot bewuste afwegingen te komen bij de locatiekeuze van nieuwbouw, gegeven het water- en bodemsysteem en de risico’s vanuit wateroverlast, overstromingen, bodemdaling en drinkwaterbeschikbaarheid. Dit zal zijn plaats krijgen in de te maken bestuurlijke afspraken. Over de planning voor de uitwerking van deze afspraken bent u op 12 december geïnformeerd door de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening4.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstuk 36 200 XII, nr. 32.

X Noot
2

Kamerstuk 36 200 XII, nr. 33.

X Noot
3

Kamerstukken 27 625, nr. 592.

X Noot
4

Kamerstuk 34 682, nr. 107.

Naar boven