Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2019
In mijn brief voor het AO Water van 20 juni 2019 (Kamerstuk 27 625, nr. 472) heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken van de Delta-aanpak Waterkwaliteit.
De Delta-aanpak Waterkwaliteit geeft onder andere een extra impuls aan nieuwe uitdagingen
om ons water chemisch schoon en ecologisch gezond te krijgen en te houden voor duurzaam
gebruik. Er zijn nog stevige uitdagingen om de kwaliteit van ons water overal goed
te krijgen.
Een van de focuspunten van de Delta-aanpak Waterkwaliteit is de aanpak van opkomende
stoffen en medicijnresten in de keten. Partijen werken hard aan de acties die hierin
opgenomen staan. Zo start nog dit najaar een door IenW vormgegeven opleidingsprogramma
voor alle betrokken vergunningverleners water op het gebied van stoffen. Ik ben voornemens
met partijen, in de Stuurgroep Water van oktober, een afspraak te maken over deelname
en commitment. Rijkswaterstaat rondt deze zomer een pilot af, waarin 66 vergunningen
op onder andere (potentieel) Zeer Zorgwekkende Stoffen en opkomende stoffen worden
bezien. De pilot, waar andere bevoegde gezagen ook bij betrokken zijn, moet leiden
tot een generieke en gedragen aanpak voor de overige vergunningen en tot meer grip
«aan de voorkant».
De bestuurlijke afstemming en aansturing vanuit de Delta-aanpak Waterkwaliteit is
belegd bij de Versnellingstafel Stoffen. Hier zitten naast de waterschappen en de
provincies ook de VEWIN, de branchevereniging van de chemische industrie (VNCI) en
de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) aan tafel. Op 3 juli aanstaande
worden aan deze tafel de eerste resultaten van de pilot van Rijkswaterstaat besproken.
Voor de pilot bezien watervergunningen is een groep van 49 bedrijven geselecteerd.
Deze groep is representatief voor het gehele vergunningenportfolio van Rijkswaterstaat
wat betreft verdeling over de regio’s, complexiteit en bedrijfstak. Hieraan zijn 17
bedrijven toegevoegd vanwege de samenwerking met Milieudienst Rijnmond (DCMR) in het
kader van de uitvraag naar (potentieel) Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). De pilot
omvat in totaal dus 66 bedrijven. Alle bedrijven zijn vooraf per brief geïnformeerd
en er is gezamenlijk met de brancheverenigingen een informatiebijeenkomst georganiseerd.
Tijdens de pilot is achtereenvolgens per vergunning beoordeeld of: I) deze recent
nog is bezien en/of geactualiseerd, II) alle relevante bedrijfsinformatie beschreven
is, en III) deze voldoet aan de huidige wet- en regelgeving. Dit alles is zoveel mogelijk
gedaan in hoor en wederhoor met de betreffende bedrijven. Vervolgens is op basis hiervan
geconcludeerd of het nodig is de betreffende vergunning aan te passen. Dit is voor
alle 66 vergunningen gedaan.
Van de beschouwde vergunningen moet waarschijnlijk drie kwart worden geactualiseerd,
waarvan een kwart bij voorkeur op korte termijn. Er zijn geen lozingen geconstateerd
die een dermate groot milieurisico vormen dat direct ingrijpen noodzakelijk is. De
mate waarin de vergunningen niet actueel, volledig en/of adequaat zijn en de consequenties
die hieruit voortkomen varieert sterk. Belangrijke oorzaken zijn wijzigingen in de
wet- en regelgeving die nog niet allemaal zijn doorgevoerd, wijzigingen in de bedrijfsprocessen
of lozingen die niet eerder zijn gemeld door de betreffende bedrijven, en/of het ontbreken
van informatie voor een goede beoordeling.
Uit de pilot blijkt onder andere dat ongeveer de helft van de beoordeelde lozingen
(potentiële) ZZS bevat die vergund zijn. Bij ongeveer een derde van de lozingen zijn
(potentiële) ZZS gevonden die niet eerder zo benoemd of gemeld zijn door de bedrijven.
Naast ZZS is er ook gezocht naar opkomende stoffen. Omdat hiervoor een concrete stoffenlijst
ontbreekt, is op basis van expert judgement beoordeeld of er (gezien de stofeigenschappen)
een mogelijk risico is. Ook de drinkwaterbedrijven zijn hierbij betrokken geweest.
Er is een heel beperkt aantal stoffen gevonden die in aanmerking komen voor nader
onderzoek.
De pilot is een eerste stap in de gezamenlijke ambitie van de versnellingstafel stoffen
om de vergunningverlening te verbeteren. De uitkomsten laten zien dat deze ambitie
urgent is. Ik ben dan ook blij dat Rijkswaterstaat hier actief mee aan de slag is
gegaan. Tijdens het AO-Water van 20 juni 2019 heb ik u toegezegd u na de zomer te
informeren over de voortgang aan de Versnellingstafels van de Delta-aanpak Waterkwaliteit.
Hierbij zal ik u ook nader informeren over de definitieve uitkomsten van de pilot
en de vervolgaanpak.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga