27 625 Waterbeleid

Nr. 407 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2017

Op grond van artikel 10, tweede en derde lid, van de Drinkwaterwet, dient elke twee jaar de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet en het maximaal toegestane aandeel eigen vermogen voor drinkwaterbedrijven te worden vastgesteld. Voor de periode 2018–2019 heb ik, conform de Drinkwaterwet, advies gevraagd aan de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM). Hierbij doe ik u dit advies en bijbehorende bijlagen toekomen1.

Ik neem het advies van de ACM over. Dat betekent dat de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet voor de periode 2018–2019 3,4% zal bedragen. Dit is 0,8% lager dan de huidige vermogenskostenvoet. Dit verschil is vooral het gevolg van de daling van de rente op de financiële markten.

Naast de vermogenskostenvoet dient ook het maximaal toegestane aandeel eigen vermogen te worden vastgesteld. Voor de periode 2016–2017 bedroeg deze 70%. Ik heb de ACM gevraagd mij te melden, indien er aanleiding is dit percentage te wijzigen. De ACM heeft niet aangegeven dat er reden is tot aanpassing. Ik zal daarom voor de periode 2018–2019 het maximaal toegestane aandeel eigen vermogen niet wijzigen en vaststellen op 70%.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven