Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2016
U heeft mij verzocht een reactie te geven op het bericht dat tuinders nog altijd gif
lozen op sloten in Delfland en op de uitzending van Radio Reporter van 3 april 2016.
Hierbij ontvangt u deze reactie.
Delfland
In het Algemeen Dagblad stond op 30 mei 2016 een artikel getiteld «Tuinders lozen
nog altijd gif op sloten Delfland». Het artikel beschrijft de uitkomst van de waterkwaliteitsrapportage
2015 van het Hoogheemraadschap van Delfland. Hieruit blijkt dat het oppervlaktewater
van vrijwel alle polders van dit Hoogheemraadschap is verontreinigd met bestrijdingsmiddelen,
stikstof en fosfaten. De belangrijkste bron hiervan zijn (on)bewuste lozingen door
glastuinbouwbedrijven. In Delfland zijn alle glastuinbouwbedrijven aangesloten op
de vuilwaterriolering en mag vervuild water niet meer worden geloosd op het oppervlaktewater.
Gebiedsgericht monitoren en handhaven moeten ertoe leiden dat de belasting van het
oppervlaktewater wordt teruggedrongen en de waterkwaliteit wordt verbeterd.
De inzet van het Hoogheemraadschap van Delfland voor het verbeteren van de waterkwaliteit
sluit aan bij de inzet van het Rijk. Het gewasbeschermingsmiddelen- en mestbeleid
is erop gericht om de waterkwaliteit te verbeteren en bij te dragen aan de doelen
van de Kaderrichtlijn Water. In de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst is het streven
deze doelen eerder te realiseren, namelijk in 2023. Hierin staan enkele maatregelen
die inmiddels zijn opgenomen in het ontwerpbesluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit
milieubeheer, zoals het verbreden van de teeltvrije zone, het verminderen van de verwaaiing
met 75% in plaats van 50% en het verplicht zuiveren van afvalwater door de glastuinbouw
met een rendement van 95% (Kamerstuk 27 858, 146 en 368). Daarnaast heeft het kabinet, samen met alle partners binnen de Delta-aanpak waterkwaliteit
en zoetwater, focus aangebracht in het waterkwaliteitsdossier. De prioriteiten voor
de korte termijn zijn het beperken en tegengaan van nutriënten/mest, gewasbeschermingsmiddelen
en medicijnresten in het water.
Ik heb uw Kamer recent geïnformeerd over de voorgenomen tijdelijke maatregel van het
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden over gewasbeschermingsmiddelen
met de werkzame stof imidacloprid (Kamerstuk 27 858, nr. 367).
Radio Reporter
In de uitzending van Radio Reporter van 3 april 2016 kwamen de uitkomsten van het
onderzoeksproject DENAMIC («developmental neurotoxicity assessment of mixtures in
children») aan de orde.
Het onderzoeksproject DENAMIC is uitgevoerd door een internationaal consortium binnen
het zevende kaderprogramma van de Europese Unie voor onderzoek en innovatie. De uitkomsten
van dit onderzoek zijn tijdens een workshop in Amsterdam op 7 en 8 december 2015 gepresenteerd
en deze werden toegelicht in de hierboven genoemde radiouitzending. Er werden daarbij
onderzoeksresultaten gepresenteerd die aanleiding geven tot zorg. De effecten van
(combinaties van) stoffen die schadelijk zijn voor het zenuwstelstel werden onderzocht
in celkweekexperimenten en in dierproeven om hun mogelijke invloed op de hersenontwikkeling
te kunnen beoordelen. De onderzochte stoffen waren onder andere gewasbeschermingsmiddelen
(zoals organofosfaten, carbamaten en pyrethroïden) en milieucontaminanten (zoals gebromeerde
brandvertragers, organische chloorverbindingen of perfluorverbindingen). Hoewel van
een aantal typen stoffen, met name de gewasbeschermingsmiddelen, het werkingsmechanisme
bekend is, is dit voor veel andere stoffen nog niet duidelijk. Het onderzoek dat in
het kader van het onderzoeksproject DENAMIC is uitgevoerd, draagt bij aan de kennis
van de mogelijk neurotoxische effecten van bepaalde groepen gewasbeschermingsmiddelen
en milieucontaminanten.
Om de onderzoeksresultaten goed te kunnen duiden, is het noodzakelijk om te kunnen
beschikken over een rapportage waarin de verschillende invalshoeken worden geïntegreerd
en achterliggende aannames en gebruikte (statistische) methodieken inzichtelijk worden.
Een belangrijke vraag daarbij is hoe de resultaten van studies in cellen en dieren
vertaald kunnen worden naar een uitspraak over mogelijke effecten bij de mens op de
ontwikkeling en functie van de hersenen, waarbij wordt uitgegaan van de niveaus waarop
mensen blootgesteld worden. Verwacht wordt dat de voor verdere duiding benodigde informatie
beschikbaar komt in wetenschappelijke publicaties van het DENAMIC-consortium. Het
RIVM stelt voor om met een aantal coördinerend wetenschappers uit het consortium een
bijeenkomst te organiseren zodat de resultaten, voor zover reeds openbaar, toegelicht
en bevraagd kunnen worden. Ik steun dit initiatief.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
M.H.P. van Dam