27 625 Waterbeleid

Nr. 316 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2014

Hierbij bied ik u de «Beleidsnota Drinkwater – Schoon drinkwater voor nu en later» aan1. Volgens de in 2011 in werking getreden Drinkwaterwet moet het kabinet elke 6 jaar een «beleidsnota inzake de openbare drinkwatervoorziening» vaststellen. Voorliggende beleidsnota is de eerste in die reeks.

De kwaliteit van het drinkwater is heel goed maar verdient wel blijvend de aandacht. Daarnaast staat de kwaliteit van de bronnen onder druk. Met name dit laatste noopt tot beleidsintensivering op een aantal onderwerpen, waarvoor – soms ook uit andere overwegingen – al trajecten zijn opgestart die in 2014 of begin 2015 tot beleidskeuzes moeten leiden. Het gaat dan onder meer om nieuwe stroomgebiedbeheerplannen voor de periode 2015–2021 in het kader van de Kaderrichtlijn Water, de Structuurvisie Ondergrond (STRONG) en het Deltaprogramma Zoetwater. De Beleidsnota Drinkwater biedt een kader en geeft richting aan de formulering van zowel de generieke drinkwatergerelateerde elementen als de meer gebiedsgerichte uitwerking daarvan. Deze brief geeft een samenvatting van de hoofdlijnen en beginselen van het in de nota verwoorde beleid.

Wetten en richtlijnen

Kader voor de Beleidsnota Drinkwater is de Drinkwaterwet. Volgens deze wet dragen bestuursorganen zorg voor een duurzame veiligstelling van de drinkwatervoorziening. Dit geldt als een «dwingende reden van groot openbaar belang» bij het uitoefenen van hun bevoegdheden. De Drinkwaterwet vloeit voort uit de Europese Drinkwaterrichtlijn, waarin kwaliteitseisen worden gesteld aan het drinkwater. Bij overschrijding moeten «passende maatregelen» worden genomen. Tenslotte stelt de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) dat lidstaten waterlichamen moeten aanwijzen waar water wordt onttrokken voor menselijke consumptie. Er moet drinkwater uit deze bronnen geproduceerd kunnen worden dat voldoet aan de kwaliteitseisen van de Europese Drinkwaterrichtlijn. Lidstaten moeten deze waterlichamen bovendien zodanig beschermen dat de kwaliteit niet verslechtert, «teneinde het niveau van zuivering dat voor de productie van drinkwater is vereist, te verlagen». Op basis van de Wet milieubeheer tenslotte moeten provincies grondwaterbeschermingsgebieden aanwijzen, waarvoor ze regels ter bescherming van het grondwater dienen vast te stellen met het oog op de drinkwaterwinning, bijvoorbeeld ten aanzien van activiteiten die in het betreffende gebied zijn toegestaan.

Drinkwaterkwaliteit is hoog, bronnen staan onder druk

De drinkwaterkwaliteit in Nederland is zeer goed, het consumentenvertrouwen is hoog en de kostprijs van drinkwater is laag. De productie van drinkwater gebeurt efficiënt en milieubewust. Er zijn weinig incidenten, de lekverliezen zijn zeer laag en drinkwaterbedrijven fungeren ook als actieve natuurbeheerders. De kwaliteit van de drinkwaterbronnen komt echter steeds meer onder druk te staan, onder andere door gewasbeschermingsmiddelen, door nitraat en omzettingsproducten daarvan, door oude bodemverontreinigingen, door nieuwe stoffen zoals geneesmiddelen en cosmetica, door chloride, door klimaatverandering, door concurrerende activiteiten in de ondergrond (zoals warmte-koudeopslag, WKO), et cetera. In combinatie met een mogelijke stijging van de drinkwatervraag in de toekomst vraagt dit enerzijds om extra aandacht voor de bescherming van de drinkwaterbronnen, en anderzijds om een voortgaande inzet op het zuinig omgaan met (drink)water.

Bescherming van drinkwaterbronnen

Binnen de ruimtelijke ordening moeten bestuursorganen drinkwaterbelangen afwegen tegen of afstemmen op andere gebruiksfuncties en belangen. Een belangrijk deel van de bevoegdheden is, zo staat ook in de Drinkwaterwet, belegd bij andere overheden en drinkwaterbedrijven. Vanwege de vitale functie van de drinkwatervoorziening heeft het rijk wel een systeemverantwoordelijkheid. Hiermee wordt geborgd dat de drinkwatervoorziening een zwaarwegend belang is in de afstemming op of afweging tegen andere nationale belangen en doelen. Dit laat de bestaande bevoegdheidsverdeling onaangetast. Essentieel is dat het gaat om een gezamenlijk afwegingsproces voor alle bestuursniveaus.

Voor de bescherming van drinkwaterbronnen zullen alle betrokken overheden en de drinkwaterbedrijven een tandje moeten bijschakelen. De nota geeft een aantal oplossingsrichtingen die in een Uitvoeringsprogramma nader zullen worden uitgewerkt. Dit betreft onder andere het nader uitwerken van de zorgplichtbepaling uit de Drinkwaterwet die voor alle bestuursorganen geldt, het vormgeven van een preventieladder, het (laten) aanwijzen van strategische voorraden en nationale reserveringen, de actualisering van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water (Bkmw) en het verduidelijken van de normstelling rond grondwaterwinputten.

Kwaliteit van drinkwater

Nederland beschikt over goed drinkwater, waarbij de kwaliteit intensief wordt gemonitord. Toch is het niet mogelijk om continu te meten en om alle stoffen en micro-organismen te meten. Behalve metingen zijn daarom een goede risicoanalyse en risicomanagement cruciaal, zoals preventief beleid, good manufacturing practice «van bron tot tap» en kwaliteitscontrole. Daarnaast is het nodig om kennis te vergroten over de effecten van combinaties van stoffen en over nieuwe bedreigingen, zoals antibioticaresistentie. Voor al deze onderwerpen wordt aansluiting gezocht bij relevante EU-inspanningen.

Net als voor een deugdelijke drinkwaterproductie is ook inspanning vereist voor het uiteindelijk borgen van de kwaliteit van drinkwater aan de kraan. Uiterlijk in 2016 zal een beleidsevaluatie plaatsvinden om te bezien of aanvullend beleid nodig is voor het voorkomen van zowel Legionella als lood in drinkwater.

Verder bestaat er onduidelijkheid over de materialen en chemicaliën die mogen worden gebruikt bij de drinkwatervoorziening (bijvoorbeeld voor leidingen). Omdat er voor deze aspecten nog geen Europese harmonisatie is, ontbreekt regelmatig de informatie of het product in een bepaald land mag worden gebruikt in contact met drinkwater. Vanwege de Europese markt én bescherming van de volksgezondheid is harmonisatie van zowel productnormen als vereisten op Europees niveau van belang. Het rijk zal er bij de Europese Commissie op aandringen dit voortvarend op te pakken onder de Bouwproductenverordening en de Drinkwaterrichtlijn.

Nationale veiligheid en leveringszekerheid

De Drinkwaterwet definieert de openbare drinkwatervoorziening als een «vitale publieke dienst van groot algemeen belang». De duurzame veiligstelling van deze dienst is een zaak van nationale veiligheid. Dit uitgangspunt vormt de basis voor de herijking van vitale sectoren die in 2014 zal plaatsvinden. Hierin worden onder andere voor cyber security en overstromingen weerstandverhogende en risicominimaliserende maatregelen uitgewerkt en waar nodig genomen. Voor extreme scenario’s brengt de Structuurvisie Ondergrond voor de lange termijn nationale grondwaterreserves in kaart.

Toegankelijke informatie en consumentenvertrouwen

Het consumentenvertrouwen in zowel de drinkwaterkwaliteit als de drinkwaterbedrijven is groot. Om dit zo te houden is het van belang dat consumenten en «de maatschappij» kunnen beschikken over goede en transparante informatie over de kwaliteit van de bronnen en het drinkwater. Ontwikkelingen op de lange termijn, zoals klimaatverandering, creëren echter complexe vraagstukken waarvan het verloop nog onzeker is. Het is van belang om transparant te communiceren over onzekerheden, over wat er gebeurt om die te verkleinen en over milieubewust omgaan met drinkwater.

Versterken internationale positie drinkwaterbedrijven

Drinkwaterbedrijven kunnen een belangrijke motor zijn binnen consortia die zich op de internationale markt voor waterinfrastructuur willen richten. In maart 2013 heeft de watersector het advies Rembrandt Water uitgebracht over de rol van (drink)waterbedrijven in internationale samenwerkingsverbanden.

De Nederlandse aanpak bij ontwikkelingssamenwerking kenmerkt zich door het bedrijfsleven hier nauwer bij te betrekken. Dit biedt de mogelijkheid internationale samenwerking te combineren met het versterken van de werkgelegenheid en economische kracht van de Nederlandse drinkwatersector.

Tot slot

De Drinkwaterwet schrijft voor dat bij het opstellen van deze beleidsnota de zienswijzen van belanghebbenden dienen te worden betrokken. Dat is gebeurd: de nota is in nauw overleg met provincies, gemeenten, waterschappen, drinkwaterbedrijven opgesteld, maar ook maatschappelijke organisaties zijn betrokken. Daaruit bleek dat er brede steun is voor de hoofdlijnen van het drinkwaterbeleid en ambitieniveau van deze beleidsnota. De nota heeft ook een agenderende functie. In een Uitvoeringsprogramma dat in 2015 samen met de belanghebbende partijen wordt opgesteld, wordt een aantal zaken verder uitgewerkt. In 2017 zal middels een MidTerm Review worden gekeken naar de realisatie van het Uitvoeringsprogramma. Uw Kamer zal hierover worden geïnformeerd. Met deze beleidsnota Drinkwater zet het kabinet – samen met alle betrokken partijen – een belangrijke stap voorwaarts in de duurzame veiligstelling van de openbare drinkwatervoorziening en schoon drinkwater voor nu en later.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven