nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! Doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter bestrijding
van het illegaal bezit van wapens en daarmee samenhangend geweld de Wet wapens
en munitie te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet wapens en munitie wordt als volgt gewijzigd.
Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering
aangewezen ambtenaren zijn bevoegd vervoermiddelen te onderzoeken. Degene
die een aan onderzoek onderworpen vervoermiddel in gebruik heeft, is verplicht
de in dit lid bedoelde ambtenaren, desgevraagd toegang te verlenen tot alle
gedeelten van dat vervoermiddel.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De gevraagde toegang moet worden verleend op elk tijdstip.
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Degene die een vervoermiddel als bedoeld in het eerste lid in gebruik
heeft, is verplicht desgevraagd de aanwijzingen te geven die voor het onderzoek
nodig zijn.
4. Een nieuw vierde lid wordt toegevoegd en komt te luiden:
4. Ten behoeve van het onderzoek is, op vordering van de in het eerste
lid bedoelde ambtenaren:
a. de gezagvoerder van een schip gehouden het schip terstond vaart te
doen minderen, te doen bijdraaien of te doen stilhouden een aanleggen;
b. de bestuurder van een ander vervoermiddel dan een schip gehouden dit
terstond te doen stilhouden en indien het vervoermiddel door mechanische kracht
wordt voortbewogen, de motor buiten werking te stellen.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,