nr. 4
VERSLAG
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1,
belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt
verslag uit van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen afdoende beantwoordt,
acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
het onderhavige wetsvoorstel. De geconstateerde ontwikkelingen op de telecommunicatiemarkt
maken dat een wijziging van de Machtigingswet, zoals voorgesteld, gewenst
is. De omstandigheden, die maakten dat een afwijkend vennootschappelijk regime
noodzakelijk was voor de KPN, zijn zodanig veranderd dat dergelijke uitzonderingen
niet langer nodig zijn. Om in een level-playing-field te kunnen opereren,
dienen de maatregelen voor de KPN dan ook ongedaan gemaakt te worden. Deze
leden ondersteunen daarom het onderhavige wetsvoorstel.
De leden van de fractie van GroenLinks heeft met gemengde gevoelens kennisgenomen
van het voorstel tot wijziging van de Machtigingswet Koninklijke PTT. Deze
leden begrijpen enerzijds dat de wijziging door KPN gewenst wordt om flexibeler
te kunnen opereren in een geliberaliseerde markt, maar constateren anderzijds
dat de uitzonderingen op het normale structuurregime ook te maken hebben met
afwegingen rond het publieke belang. De vraag is of dit nu voldoende geborgd
wordt. Het is mede vanuit deze zorg dat deze leden een aantal vragen hebben
bij deze op zich kleine wetswijziging.
Algemeen
De leden van de VVD-fractie zouden de volgende vragen nader beantwoord
willen zien:
Welk belang heeft de Nederlandse Staat in KPN, na omzetting van de prioriteitsaandelen
naar «gewone» aandelen? Hoe groot is het belang van de «golden
share»?
Heeft het onderhavige wetsvoorstel invloed op de positie van de KPN, of
op het prijsniveau van haar aandelen, bezien vanuit de huidige financiële
positie van KPN?
Kan de regering aangegeven hoe het houderschap van, en zeggenschap over
de netwerken van KPN is vormgegeven?
Op welke wijze is, na wijziging van de Machtigingswet, de toegang tot
de netten door derden gewaarborgd?
Is een verdere ontwikkeling van de marktwerking op de vaste telefoonlijnen,
huurlijnen en ASDL voor internetverkeer voldoende gewaarborgd?
Voorwaarde voor vrije marktwerking in de telecomsector is een gelijke
toegang tot netwerken. Op welke termijn kan een volledig nummerplan, ook voor
bijvoorbeeld de servicenummers, worden verwacht?
Waarom was het destijds wel en is het nu volgens de memorie van toelichting
(bladzijde 4) kennelijk niet meer gewenst om privaatrechtelijk in te kunnen
grijpen als de soliditeit van KPN in het gedrang komt, vragen de leden van
de fractie van GroenLinks? KPN is immers nog altijd min of meer monopolist
bij de vaste telefonie?
Kan de regering ook aangeven hoe zij de huidige soliditeit van KPN beoordeelt
in relatie tot de voorgestelde wetswijziging? Mede gelet op recente berichten
in de media, dat KPN het meest risicovolle voormalige staatstelecombedrijf
in Europa is (slechts twee treden verwijderd van de junk bond-status) nu zij
haar A-rating verloren heeft.
Wat gebeurt er als KPN onverhoopt zou bezwijken onder haar schuldenlast?
Maakt het dan geen verschil wat de positie van de Nederlandse staat is? Is
de Nederlandse overheid in staat om bij calamiteiten de uitvoering van de
universele dienst te garanderen als zij haar speciale positie in het kader
van de Machtigingswet heeft opgegeven? Anders gesteld: waarom vond de regering
in 1994 wel dat zij eventuele toekomstige partners of opkopers moest kunnen
afwijzen, en vindt zij dit nu niet meer? Deze vraag is des te klemmender omdat
de telecomwereld volgens deze leden alleen maar ongewisser en onstuimiger
is geworden in de afgelopen zeven jaar, en voorlopig ook nog niet tot bedaren
zal komen.
Kan de regering ook aangeven of de huidige Machtigingswet met zijn speciale
structuurregime van doorslaggevende betekenis is geweest bij het afketsen
van de besprekingen met het Spaanse Telefonica?
Is de wijziging van de Machtigingswet ook van invloed op de opbrengst
bij een eventuele verkoop van staatsaandelen KPN, of is er geen verband tussen
deze twee zaken? Kan de regering ook aangeven waarom zij, gelet op haar intentie
om zich terug te trekken uit KPN, haar aandelen niet verkocht heeft op het
moment dat de KPN-koers op haar hoogtepunt was?
Klopt het dat BellSouth de staat om een fiat moet vragen om vanaf 9
juni 24,9 procent van de KPN-aandelen in handen te kunnen krijgen?
De voorzitter van de commissie,
Blaauw
De griffier voor dit verslag,
Brandsema
XNoot
1Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), voorzitter, Van den Berg (SGP), Reitsma
(CDA), Biesheuvel (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Valk (PvdA), Van Gijzel
(PvdA), Leers (CDA), ondervoorzitter, Feenstra (PvdA), Van Heemst (PvdA),
Verbugt (VVD), Stellingwerf (RPF), Giskes (D66), Klein Molekamp (VVD), Hofstra
(VVD), Wagenaar (PvdA), Van der Steenhoven (GroenLinks), Ravestein (D66),
Niederer (VVD), Van der Knaap (CDA), Eurlings (CDA), Van Bommel (SP), Herrebrugh
(PvdA), Hindriks (PvdA), De Swart (VVD).
Plv. leden:Te Veldhuis (VVD), Bakker (D66), Th. A. M. Meijer
(CDA), Stroeken (CDA), Van Gent (GroenLinks), Waalkens (PvdA), Crone (PvdA),
Atsma (CDA), Duivesteijn (PvdA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Voûte-Droste
(VVD), Schutte (GPV), Augusteijn-Esser (D66), Geluk (VVD), Luchtenveld (VVD),
Spoelman (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Van Walsem (D66), Weekers (VVD), Buijs
(CDA), Dankers (CDA), Poppe (SP), Dijksma (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Nicolaï
(VVD).