27 597
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs ter bestendiging en actualisering van de regels over de leraren-in-opleiding (leraren-in-opleiding)

nr. 11
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 23 april 2001

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

In artikel I, artikel 3, zesde lid, artikel II, artikel 3, achtste lid, artikel III, artikel 33, negende lid en artikel III, artikel 126, achtste lid, wordt na de tweede volzin een nieuwe volzin ingevoegd, luidend: De toepassing van de vorige volzin vervalt ten aanzien van die student die niet binnen vier weken na aanvang van het dienstverband over 126 studiepunten beschikt.

Toelichting

De bodemgrens van 116 studiepunten voor uitzonderingsgevallen ten aanzien van het in aanmerking komen voor het lio-schap is slechts van toepassing voor een zeer beperkte periode. In die beperkte periode na de start van de activiteiten als leraar in opleiding, moeten de vereiste 126 studiepunten zijn behaald. Aangezien het bijvoorbeeld mogelijk is dat een tentamen op een zodanig tijdstip in het HO-studiejaar (1 september–1 september) wordt afgenomen, dat al een nieuw PO- of VO-schooljaar (1 augustus–1 augustus) is begonnen, is ervoor gekozen zo'n korte overlap tussen het moment van beginnen en het behalen van de punten mogelijk te maken. Het tijdstip waarop de 126 studiepunten moeten zijn behaald ligt dus in uitzonderlijke gevallen na aanvang van het dienstverband. Gekozen is voor een overlap van maximaal vier weken, omdat dat een redelijke termijn is waarop alsnog een tentamen kan worden gedaan en een uitslag kan worden verkregen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

Naar boven