27 596
Wijziging van de Wet rampen en zware ongevallen in verband met het verstrekken van een bijdrage in de kosten van bijstand verleend in België of Duitsland bij de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).Naar aanleiding van het eindrapport van de werkgroepen ter bestudering van de bestuurlijke samenwerking in grensgebieden met Duitsland en België (Staatsuitgeverij 's-Gravenhage 1980), zijn in 1984 en 1988 respectievelijk met België en Duitsland overeenkomsten gesloten inzake wederzijdse bijstandsverlening bij rampenbestrijding.

Ingevolge artikel 3 van de Overeenkomsten respectievelijk met België en met Duitsland kunnen de bevoegde organen van verdragsluitende partijen een verzoek om bijstand doen, indien naar hun oordeel de plaats, de omvang en de aard van de ramp, gelet op het beschikbare personeel en materieel, bijstand noodzakelijk maken. Uitgangspunt daarbij is dat de verdragsluitende partijen zelf de kosten dragen voor deze bijstandsverlening; het zogenaamde «gesloten beurzen-stelsel».

Dat neemt niet weg dat de bij de grensoverschrijdende bijstandverlening betrokken Nederlandse diensten, organisaties en instanties, wel een bijdrage in de kosten moeten kunnen krijgen.

Deze bijdrage is tot nog toe verleend op grond van een circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken van 9 juni 1992 (kenmerk EB91/3009). Op grond van deze circulaire kon een bijdrage worden verleend aan provincies, gemeenten, regionale brandweren, centrale posten ambulancevervoer, intergemeentelijke gezondheidsdiensten, het Nederlandse Rode Kruis (voor zover het de zogenaamde Snel Inzetbare Groepen ter Medische Assistentie (SIGMA's) betreft), de particuliere ambulancevervoerders en de ziekenhuizen die Mobiel Medische Teams ter beschikking stellen.

Op grond van artikel 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet dienen specifieke uitkeringen evenwel een wettelijke grondslag te hebben. Met dit wetsvoorstel wordt daarom voor het verstrekken van een bijdrage een wettelijke grondslag gecreëerd. De bijdrageverstrekking wordt, op grond van het gewijzigde derde lid, uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. M. de Vries

Naar boven