nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
samenvoeging van de gemeenten Dodewaard, Echteld en Kesteren.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
20 januari 2001
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeenten
Dodewaard, Echteld en Kesteren samen te voegen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Paragraaf 1. Opheffing en instelling van gemeenten
Artikel 1
Met ingang van de datum van herindeling worden de gemeenten Dodewaard,
Echteld en Kesteren opgeheven.
Artikel 2
Met ingang van de datum van herindeling wordt de nieuwe gemeente Kesteren
ingesteld.
Artikel 3
De nieuwe gemeente Kesteren bestaat uit het grondgebied van de op te heffen
gemeenten Dodewaard, Echteld en Kesteren met dien verstande dat het gebied
Medel overgaat van de op te heffen gemeente Echteld naar de gemeente Tiel,
zoals aangegeven op de bij deze wet behorende kaart.
Paragraaf 2. Overige bepalingen
Artikel 4
Voor de nieuwe gemeente Kesteren wordt de op te heffen gemeente Kesteren
aangewezen voor de toepassing van artikel 36 van de Wet algemene regels herindeling,
in verband met de toepassing van de instructies en reglementen, bedoeld in
dat artikel.
Artikel 5
Voor de op te heffen gemeenten Dodewaard, Echteld en Kesteren wordt de
nieuwe gemeente Kesteren aangewezen voor de toepassing van de volgende bepalingen
van de Wet algemene regels herindeling:
a. artikel 39, tweede lid, in verband met de heffing en invordering van
gemeentelijke belastingen;
b. artikel 41, derde lid, in verband met de deelneming aan gemeenschappelijke
regelingen;
c. de artikelen 44, eerste lid, en 45, tweede lid, in verband met de overgang
van rechten en verplichtingen;
d. artikel 48, tweede lid, in verband met de uitkeringen, bedoeld in dat
artikel;
e. artikel 59, eerste lid, in verband met de overgang van ambtenaren.
Artikel 6
1. Voor de nieuwe gemeente Kesteren wordt een tussentijdse raadsverkiezing
gehouden als bedoeld in artikel 52, tweede lid, onderdeel a, van de Wet algemene
regels herindeling.
2. Met de voorbereiding van de tussentijdse raadsverkiezing wordt de op
te heffen gemeente Kesteren belast.
3. Indien de datum van herindeling valt binnen een jaar voor de datum
waarop de reguliere verkiezingen voor de leden van de gemeenteraden ingevolge
de Kieswet moeten worden gehouden, vinden deze verkiezingen niet plaats in
de nieuwe gemeente Kesteren.
4. De zittingsperiode van de leden van de raad van de nieuwe gemeente
Kesteren eindigt in de in het derde lid bedoelde situatie gelijk met de zittingsperiode
van de leden van de raden van de overige gemeenten die volgt op de eerste
verkiezingen voor de gemeenteraden na de datum van herindeling.
Artikel 7
Artikel 4 van de Wet op de rechterlijke indeling wordt met ingang van
de datum van herindeling als volgt gewijzigd:
In het gestelde onder «Kantongerecht Tiel:» vervalt: Dodewaard,
Echteld,.
Artikel 8
De bijlage, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Politiewet 1993,
wordt met ingang van de datum van herindeling als volgt gewijzigd:
In het gestelde onder «Gelderland-Midden» vervalt: Dodewaard.
In het gestelde onder «Gelderland-Zuid» vervalt: Echteld.
Artikel 9
In de tabel bedoeld in artikel E 1, eerste lid, van de Kieswet, vervalt
in onderdeel 6: Echteld.
Artikel 10
Gedeputeerde staten van Gelderland kunnen bij de vaststelling van de grensbeschrijving,
bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Wet algemene regels herindeling,
kennelijke onjuistheden verbeteren in de grenzen zoals die zijn aan gegeven
op de bij deze wet behorende kaart. Zij stellen Onze Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld in kennis van de aangebrachte correcties.
Artikel 11
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,