27 585
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000

nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID ALBAYRAK

Ontvangen 21 februari 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:

A

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid, wordt «eerste lid, onder c en d» vervangen door:

eerste lid, onder b en d.

2. In het zesde lid wordt «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij algemene maatregel van bestuur.

3. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

7. Een krachtens het zesde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door tenminste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van de beide kamers van de Staten-Generaal besluit het voorstel van wet niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.

Toelichting

Dit amendement beoogt zeker te stellen dat het thans in een circulaire opgenomen geldende beleid ten aanzien van jeugdigen, als bedoeld in artikel 21, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000, ongewijzigd blijft. Dit beleid omvat onder meer de geldende uitzondering op de regel dat voortgezet verblijf niet op openbare orde gronden wordt geweigerd aan de vreemdeling die in Nederland is geboren dan wel reeds voor zijn vierde jaar in Nederland verbleef. Een amendement op voornoemde wet met de strekking de in het beleid gehanteerde criteria in de wet op te nemen is destijds aangenomen, maar is naar de mening van indiener te ruim geformuleerd.

Albayrak

Naar boven