27 580
Leukemie bij uitgezonden militairen

nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2009

In mijn brief van 27 augustus (Kamerstuk 27 580, nr. 13) heb ik u geïnformeerd over het Belgische onderzoek naar de gezondheidseffecten van de Hawk-radar. Daarbij heb ik aangekondigd een studie te laten uitvoeren naar de haalbaarheid van een Nederlands epidemiologisch onderzoek naar de gezondheidseffecten bij Nederlands defensiepersoneel dat met de Hawk-radar heeft gewerkt, of was geplaatst bij eenheden die over deze radar beschikten.

Het studierapport bied ik u hierbij aan.1 De studie is door vier deskundigen uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van het Coördinatiecentrum Expertise Militaire Gezondheidszorg van het ministerie van Defensie. De deskundigen zijn een militaire arts van Defensie, een arts-epidemioloog, een arts stralingshygiëne en een stralingsdeskundige niveau 2.

De deskundigen concluderen dat een epidemiologisch onderzoek dat een wetenschappelijk verantwoord antwoord geeft op de vraag of werkzaamheden met de Hawk een relatie hebben met bloed-, lymfe- en beenmergkanker, waaronder leukemie, niet zinvol en ook niet haalbaar is. Zij voeren daarvoor wetenschappelijke overwegingen aan maar ook praktische beperkingen. Deze praktische beperkingen komen voor een belangrijk deel voort uit het feit dat noodzakelijke onderzoeksgegevens onvoldoende beschikbaar zijn. De beschikbare bestanden zijn onvolledig en bovendien zijn zij niet samengesteld met het oog op een medisch epidemiologisch onderzoek. De wetenschappelijke beperkingen bestaan uit de afwezigheid van een waarschijnlijke oorzaak en daarmee van een bruikbare werkhypothese voor een epidemiologisch onderzoek. De studie wijst bovendien op de ethische aspecten van het doen van onderzoek zonder een toereikende werkhypothese en zonder de beschikbaarheid van voldoende onderzoeksgegevens.

Op grond van de studie zie ik daarom onvoldoende mogelijkheden voor een gedegen onderzoek naar de gezondheidseffecten van de Hawk-radar.

De staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven