27 580
Leukemie bij uitgezonden militairen

nr. 12
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 november 2005

In januari van dit jaar berichtten de media dat militairen die bij HAWK-eenheden hebben gewerkt een verhoogd risico zouden hebben op kanker en sterfte. Berichten met dezelfde strekking waren ook eind jaren negentig onderwerp van debat.

Mijn ambtsvoorganger heeft destijds onderzoek laten uitvoeren naar de vrijkomende röntgenstraling en naar de veiligheidsafstanden van alle radarsystemen bij Defensie. De vrijkomende parasitaire röntgenstraling bleek ruim binnen de in Nederland geldende limieten voor blootstelling aan ioniserende straling te liggen. Voor de risico-inschatting van niet-ioniserende straling is toen teruggevallen op een rapport van de Gezond- heidsraad uit 1997 («Radiofrequente elektromagnetische velden (300Hz-300Ghz)»). Op grond van dat rapport is destijds geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat blootstelling aan dergelijke straling leidt tot een verhoogd risico op het ontstaan van kwaadaardige aandoeningen. De veiligheidsafstanden die bij Defensie worden gehanteerd, zijn gebaseerd op het voorkómen van opwarming van de huid van de personen die aan dit soort straling worden blootgesteld. Indertijd is opgedragen om consequenter uitvoering te geven aan de vereiste veiligheidsafstanden, teneinde ongewenste opwarming van het lichaam te voorkomen. In België hebben de berichten over een mogelijk verhoogd risico op het ontstaan van kanker destijds aanleiding gegeven tot de start van een epidemiologisch onderzoek.

Tijdens het mondelinge vragenuur op 1 februari 2005 heb ik toegezegd de Kamer zo snel mogelijk te informeren over de resultaten van het Belgisch epidemiologisch onderzoek, een literatuurstudie te laten uitvoeren door TNO en het Contactpunt Radarstraling weer te activeren. Deze toezegging heb ik herhaald in het AO Gezondheidszorg van 20 juni jl. Ik heb toen voorgesteld, als het mogelijk zou zijn, in het literatuuronderzoek de onderzoeken te betrekken die in België, de Verenigde Staten, Noorwegen en Duitsland zijn uitgevoerd naar de risico’s van radarstraling. Ten slotte heb ik een tussenrapportage toegezegd voor september 2005.

Zoals in deze tussenrapportage gemeld (Kamerstuk 27 580, nr. 11), is het eerste resultaat van het Belgisch epidemiologisch onderzoek gepubliceerd in the European Journal of Epidemiology. Dit artikel is opgenomen in de literatuurstudie van TNO. In het artikel wordt geconcludeerd dat er geen toename in sterfte is onder militairen die werkzaam waren bij HAWK-eenheden. In het TNO-rapport als ook in de «peer review», waarover later meer, wordt de conclusie van dit Belgische artikel ondersteund.

Literatuuronderzoek door TNO

TNO heeft, zoals toegezegd, een literatuuronderzoek uitgevoerd met als uitgangspunt het rapport van de Gezondheidsraad uit 1997. TNO heeft daarvan een eigen beoordeling laten uitvoeren, teneinde de wetenschappelijke waarde op een zo hoog mogelijk niveau te brengen. TNO concludeert in haar rapport dat er geen overtuigende aanwijzingen zijn gevonden voor effecten op de gezondheid, zoals kanker, ten gevolge van elektromagnetische straling van het HAWK-systeem.

Verder heb ik zoals gemeld in de tussenrapportage een onafhankelijke «peer review» laten uitvoeren van de onderbouwing van de conclusies van het literatuuronderzoek van TNO. Deze beoordeling is uitgevoerd door de heer Van de Weerdt, van beroep arts/medisch milieukundige en lid van de Gezondheidsraad. In diens beoordeling stelt de heer Van de Weerdt dat het literatuuronderzoek van TNO drie artikelen mist, die op zich niet zouden leiden tot een ander eindoordeel. Daarnaast wordt aangegeven dat TNO het commentaar op de literatuur te zeer heeft gericht op de mogelijke relatie tussen het vóórkomen van bepaalde aandoeningen zoals kanker en blootstelling aan radarstraling. Tevens wordt gewezen op enige methodologische onvolkomenheden. De uitgevoerde onderzoeken maken stellige uitspraken niet mogelijk. Om meer zekerheid te krijgen zou naar de mening van Van de Weerdt een breder, dieper gaand onderzoek nodig zijn. De «peer review» is besproken met TNO, dat deze opmerkingen onderschrijft.

De eindconclusie van onderzoeker Van de Weerdt wijkt evenwel niet af van die van TNO: er is geen overtuigende relatie gelegd tussen effecten op de gezondheid, zoals kanker, en de radarstraling van het HAWK-systeem.

Contactpunt Radarstraling

Het Contactpunt Radarstraling is twee keer in de grote landelijke dagbladen bekend gemaakt. Er zijn daar tot op heden 330 personen aangemeld. Bij het Contactpunt zijn ook meldingen binnengekomen van nabestaanden van personeel dat in het verleden met HAWK-systemen heeft gewerkt. Zij die zich hebben gemeld hebben schriftelijk een ontvangstbevestiging ontvangen, alsmede informatie over wat Defensie onderneemt om inzicht te krijgen in eventuele gezondheidsrisico’s door blootstelling aan radarstraling. Voorts is de toezegging gedaan dat iedere melder schriftelijk wordt geïnformeerd over de inventarisatie van de meldingen bij het Contactpunt Radarstraling, alsmede over de conclusies uit het Belgisch epidemiologisch onderzoek en de literatuurstudie van TNO. Alle melders hebben vervolgens een vragenlijst ontvangen naar de gezondheidsklachten en de arbeidsomstandigheden tijdens de dienstvervulling bij de HAWK-eenheden, om meer inzicht te krijgen in de mate van blootstelling, ter aanvulling van bij de melding verkregen informatie. Van de 330 personen die zijn aangemeld hebben 256 melders de vragenlijst ingevuld en teruggezonden.

Hieruit blijkt dat negentig personen zich hebben gemeld zonder gezondheidsklachten, dat 83 personen lijden of hebben geleden aan een vorm van kanker en dat de resterende 83 gevallen andere ziektes of gezondheidsklachten hebben.

Tevens blijkt dat 190 personen structureel met de HAWK-systemen hebben gewerkt, waarvan 69 als monteur en 111 als bedienaar. De overigen zijn incidenteel werkzaam geweest met de HAWK, of waren passanten. Op grond van deze selecte steekproef, die gering in omvang is, en gezien de grote diversiteit van de gemelde types kanker zijn verdere epidemiologische conclusies op basis van de geretourneerde vragenlijsten niet te verantwoorden.

Samenvattend

Alle thans beschikbare gegevens wijzen er niet op dat er reden is voor bezorgdheid voor gezondheidseffecten ten gevolge van de elektromagnetische straling van de HAWK-radar.

Zoals hierboven aangegeven worden diegenen die zich hebben gemeld bij het Contactpunt Radarstraling schriftelijk geïnformeerd over de resultaten. Tevens zullen de centrales van overheidspersoneel, het defensiepersoneel dat werkt met radars, het Roemeense ministerie van Defensie vanwege de aanschaf van de Nederlandse HAWK-systemen, alsmede het Belgische ministerie van Defensie op de hoogte worden gesteld. Het TNO rapport zal ter beschikking worden gesteld aan de Navo.

Bijgevoegd treft u aan het artikel «All-cause mortality among Belgian military radar operators: A 40-year controlled longitudinal study» uit de European Journal of Epidemiology1, het TNO rapport van de literatuurstudie1, de «peer review» van de heer Van de Weerdt1, een reactie hierop van TNO1 en het inventarisatieoverzicht van de meldingen bij het Contactpunt Radarstraling1.

De Staatssecretaris van Defensie,

C. van der Knaap


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven