27 578
Planologische Kernbeslissing Vijfde Nota ruimtelijke ordening

nr. 85
MOTIE VAN DE LEDEN VAN GENT EN DEPLA

Voorgesteld in het Nota-overleg van 15 april 2002

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat er een groot risico is dat een doelstelling voor het jaar 2020 het gevoel van urgentie voor het halen van het doel doet verdwijnen en dat het dientengevolge zinvol is een deel van de doelstelling naar voren te halen;

overwegende, dat er bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat al voor ongeveer 2500 MW windvermogen aan aanvragen zijn binnengekomen voor plaatsing van offshore windturbines;

wijzigt de PKB, deel 3 (Kamerstuk 27 578, nr. 5) als volgt:

in paragraaf C.11 Windturbines wordt in de laatste zin van de eerste alinea («Hiervan zal tenminste (...) Derde Nota Waddenzee)» de zinsnede «tenminste 6000 MW in 2020» vervangen door «tenminste 3000 MW in 2010 en tenminste 6000 MW in 2020»,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Gent

Depla

Naar boven