27 578
Planologische Kernbeslissing Vijfde Nota ruimtelijke ordening

nr. 72
MOTIE VAN HET LID RAVESTEIN

Voorgesteld in het Nota-overleg van 15 april 2002

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat in de PKB Vijfde nota ruimtelijke ordening binnen de stedelijke netwerken bundelingsgebieden zijn aangegeven waar in de verstedelijking wordt gebundeld;

constaterende, dat uit de toelichting bij de PKB Vijfde nota ruimtelijke ordening blijkt dat het nadrukkelijk niet de bedoeling is dat deze gebieden geheel verstedelijken, maar «stad en land» er in onderlinge samenhang moeten worden ontwikkeld;

van mening, dat het ter voorkoming van interpretatieverschillen van belang is in de tekst van de PKB Vijfde nota ruimtelijke ordening het doel van het aanwijzen van bundelingsgebieden duidelijk te omschrijven;

verzoekt de regering in de PKB, deel 3, Vijfde nota ruimtelijke ordening in C.2a tussen de eerste volzin beginnend met de woorden «Ter versterking» en eindigend met de woorden «te bundelen» en de tweede volzin beginnend met de woorden «In de bij deze» en eindigend met de woorden «globaal aangegeven» de volgende volzin op te nemen:

«De bundelingsgebieden omvatten zowel bebouwde als onbebouwde gebieden die in onderlinge samenhang dienen te worden ontwikkeld. In de bundelingsgebieden kunnen bouwlokaties worden aangewezen op grond van integrale plannen voor verstedelijking, groen, recreatie, natuur, water en, waar wenselijk, landbouw.»,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ravestein

Naar boven