27 578
Planologische Kernbeslissing Vijfde Nota ruimtelijke ordening

nr. 106
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2005

Op 1 juli 2004 heb ik de eerste voortgangsrapportage van het Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) aan u aangeboden (kamerstuk 2003–2004, 27 578, nr. 104). Om u een zo compleet en actueel mogelijk beeld te geven over de stand van zaken met de uitvoering van het BIRK heb ik u op 4 juli 2005 laten weten aanbieding van de tweede voortgangsrapportage uit te stellen tot september/oktober 2005. Hierbij ontvangt u deze rapportage in de vorm van de brochure «Ruimtelijke Kwaliteit in Ontwikkeling»1. In de brochure treft u een overzicht aan van alle 19 projecten die eerder zijn toegelaten tot de uitwerkingsfase van BIRK. Daarnaast wordt in de brochure ook nog kort ingegaan op de projecten waar eerder al toezeggingen aan zijn gedaan, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de beleidsregeling. Aangezien alle projecten in de brochure inhoudelijk kort worden toegelicht, beperk ik mij in deze brief tot enige meer algemene opmerkingen. Voor een beschrijving van de gehanteerde BIRK-procedure verwijs ik u naar de eerste voortgangsrapportage.

Inmiddels heb ik aan twaalf van de negentien projecten een bijdrage toegekend. Met de totale investeringskosten van deze twaalf projecten is een bedrag gemoeid van ruim € 1,5 miljard. Het gaat hierbij in totaal om 8290 woningen, 915 000 m2 kantoren en bedrijfsruimte en 155 423 m2 winkels en andere voorzieningen. Door het beschikbaar stellen van rijksmiddelen levert VROM een belangrijke bijdrage aan het daadwerkelijk tot uitvoering brengen van deze projecten. In alle gevallen worden fysieke knelpunten opgelost en ruimtelijke kwaliteit gerealiseerd. Zoals de toelichting op de BIRK-regeling stelt, wordt met BIRK beoogd om met relatief weinig (extra) geld stimulansen te geven aan de kwalitatieve invulling van ruimtelijke projecten op lokaal/regionaal niveau. De praktijk wijst uit dat doordat VROM bereid is financieel te participeren en middelen nadrukkelijk gekoppeld worden aan de extra ruimtelijke kwaliteitsaspecten van de plannen, andere partijen ook over de streep getrokken worden om bij te dragen.

Wat betreft eerdere toezeggingen, gedaan in het kader van BIRK, meld ik u dat definitieve afspraken zijn gemaakt over Hart van Dieren en Waterfront Hasselt. De gemeente Venlo heeft eind augustus het projectplan voor Q4 ingediend, waarmee ook daar de weg is vrijgemaakt voor het maken van een subsidiebeschikking en het daadwerkelijk beschikbaar stellen van het eerder door mij toegezegde bedrag van € 9 miljoen. Op 5 oktober 2005 heb ik samen met collega Peijs in Delft de UitvoeringsOvereenKomst inzake de aanleg van een spoortunnel ondertekend. Naast het reeds eerder uit BIRK gereserveerde bedrag van € 25 miljoen heb ik besloten ook het overige deel van de totale VROM-bijdrage van 75 miljoen uit het BIRK-budget te halen. Met het definitief beschikbaar stellen van rijksmiddelen van zowel VROM als V&W, kan Delft nu daadwerkelijk aan de slag om een grote ruimtelijke kwaliteitsimpuls te geven aan haar binnenstedelijk milieu.

Met een zevental resterende projecten die onder de BIRK-regeling zijn geselecteerd zijn de gesprekken nog niet afgerond. Het gaat daarbij om Breda/Markoevers, Heerlen/Park Oranje Nassau, Enschede/Kennispark Twente, Amsterdam/Zuidas, Culemborg/Nieuwe Hollandse Waterlinie, Utrecht/Fort Vechten en Noord-Holland/Naardermeer-Ankeveense Plassen. Wat betreft de eerdere toezeggingen resteren nu nog slechts twee projecten, te weten Roosendaal en Sittard. Ik heb echter goede hoop dat vóór het einde van dit jaar ook hiermee tot afspraken gekomen kan worden.

Zoals ik u in de eerste voortgangsrapportage meldde is een bedrag van € 15 miljoen uit het BIRK budget vrijgemaakt voor Nationale Landschappen. Dit bedrag betreft het VROM-deel van de € 30 miljoen die het Rijk in het kader van Nota Ruimte en Agenda Vitaal Platteland voor de periode 2005–2007 beschikbaar heeft gesteld als bijdrage voor investeringen en beheer in Nationale Landschappen.

In de Uitvoeringscontracten 2005–2006 zijn de bedragen opgenomen die elk van de provincies beschikbaar heeft voor de Nationale Landschappen binnen de provincie. Binnenkort wordt het Toetsingskader Nationale Landschappen vastgesteld en gepubliceerd. Vanaf dat moment kunnen provincies projectvoorstellen indienen.

Vanuit het steeds meer optreden als een zakelijke overheid wordt ook bij BIRK zoveel mogelijk «benefit sharing» (winstdeling) toegepast. Kort gezegd betekent dit dat wanneer bij de projecten mede door de verleende subsidies meer (grond)opbrengsten worden gegenereerd dan verwacht, winstdeling wordt toegepast volgens een vooraf afgesproken verdeelsleutel/rekenwijze. Het instrument is vrij nieuw en wordt tot nu toe nog niet veel op een dergelijk grote schaal toegepast. Ten aanzien van het proces betekent dit dat de projecten na realisatie van de onderdelen waar de BIRK-bijdrage aan is gekoppeld (de zogenaamde kwaliteitsdragers) ook daarna nog op een grotere afstand gevolgd worden om uiteindelijk te kunnen beoordelen of er sprake is van benefit sharing. Met het merendeel van de projecten zijn daartoe afspraken gemaakt. Eventuele baten kunnen opnieuw ingezet worden voor ruimtelijke ordenings-projecten die bijdragen aan de FES doelstellingen.

Tot slot zijn er een tweetal projecten die ik voornemens ben onder de BIRK-regeling te brengen. Het gaat daarbij om het project Hengelo/Hart van Zuid (toezegging mijnerzijds aan de Kamer) en Bergen op Zoom/verplaatsing Nedalco. In beide gevallen gaat het om projecten die uitvoeringsgereed en BIRK-waardig zijn. Hiermee is het BIRK-budget uitgeput.

De komende maanden ben ik voornemens om snel afspraken te maken over de inzet van de BIRK-gelden voor de nog resterende projecten. Vervolgens zal ik ook de voortgang van alle projecten – mede met het oog op de afspraken over benefit sharing – blijven (laten) monitoren. Vanaf 2006 zult u van de voortgang op de hoogte worden gehouden via de begroting en het jaarverslag van VROM.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S. M. Dekker


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven