27 575
Café-brand in Volendam

26 956
Beleidsnota Rampenbestrijding 2000–2004

nr. 17
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 26 april 2002

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft de navolgende vragen over het nader antwoord van 8 januari 2002 van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op schriftelijke vragen over een tekort aan bluswater (Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2001–2002, nr. 475) aan de regering voorgelegd. De regering heeft deze vragen beantwoord bij brief van 24 april 2002. De vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

De Cloe

De griffier van de commissie,

De Gier

1

Wanneer worden er resultaten verwacht van het onderzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het College van Commandanten van Regionale Brandweren (CCRB) en de Nederlandse Vereniging van Brandweerkorpsen (NVBK) naar het aantal gemeenten dat een tekort aan bluswater heeft?

Zowel de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) als het College van Commandanten van Regionale Brandweren (CCRB) en de Nederlandse Vereniging van BrandweerKorpsen (NVBK) hebben mij inmiddels bericht dat er geen probleem met de bluswatervoorziening is.

2

Waarom heeft de optie om de bluswatervoorziening in de Waterleidingwet op te nemen niet tot verdere uitwerking geleid?

De VNG en de Vereniging van Exploitanten van Waterleidingbedrijven in Nederland (VEWIN) zijn van mening dat het goed mogelijk is voor gemeenten om met de waterleidingbedrijven afspraken te maken over de beschikbaarheid van voldoende bluswater.

3

Komen er wettelijke normen waarmee waterleidingbedrijven in verband met de bluswatercapaciteit rekening moeten houden bij de aanleg van leidingnetten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer?

Het is de overtuiging van de VNG en de VEWIN dat waterleidingbedrijven bereid zijn om in overleg met de gemeenten de noodzakelijke hoeveelheid bluswater te leveren. Een wettelijke norm is hiertoe niet noodzakelijk.

4

Hoe is de verantwoordelijkheid van het college van B&W voor de beschikbaarheid van voldoende bluswatercapaciteit voor de brandweer te rijmen met het gebrek aan bevoegdheden ten opzichte van de waterleidingbedrijven in deze kwestie?

Het college van B&W heeft voldoende mogelijkheden om met waterleidingbedrijven tot overeenstemming te komen over de hoeveelheid te leveren bluswater. Het college kan waterleidingbedrijven niet op grond van een formele bevoegdheid verplichten tot levering van bluswater. Dit vormt volgens de verschillende belanghebbende organisaties echter geen belemmering om tot goede afspraken te komen.

5

Welke rol ziet het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in dezen voor zichzelf weggelegd als systeemverantwoordelijke?

De VNG zal BZK op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in dit dossier. Ook zal het ministerie contact blijven houden met de branche-organisaties en het veld. Wanneer er problemen mochten dreigen met betrekking tot de beschikbaarheid van voldoende bluswater zullen de nodige stappen worden ondernomen teneinde deze problemen tijdig te voorkomen. Hierbij kan worden gedacht aan afspraken op landelijk niveau tussen de organisaties die de waterleidingbedrijven, de gemeenten en de brandweren vertegenwoordigen.

6

Zijn er nog meer (technische) alternatieven voor bluswatervoorziening naast de in het nader antwoord genoemde?

De brandweer maakt in de meeste gevallen gebruik van het waterleidingnet als bron van bluswater. Er zijn alternatieve bronnen in de vorm van open water (bijvoorbeeld uit vijvers, havens, meren of rivieren), geboorde putten of rioolwater. Bij de preparatie op mogelijke calamiteiten kan de beschikbaarheid van voldoende bluswater worden verzekerd door één of een combinatie van de mogelijke bronnen van bluswater te realiseren.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Te Veldhuis (VVD), ondervoorzitter, De Cloe (PvdA), voorzitter, Van den Berg (SGP), Van de Camp (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Van der Hoeven (CDA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Hoekema (D66), Rijpstra (VVD), O. P. G. Vos (VVD), Rehwinkel (PvdA), Wagenaar (PvdA), Luchtenveld (VVD), Duijkers (PvdA), Verburg (CDA), Rietkerk (CDA), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Balemans (VVD), De Swart (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Slob (ChristenUnie), T. Pitstra (GroenLinks) en Horn (PvdA).

Plv. leden: Van Beek (VVD), Zijlstra (PvdA), Ravestein (D66), Van Wijmen (CDA), Bakker (D66), Balkenende (CDA), Barth (PvdA), Gortzak (PvdA), Dittrich (D66), Cherribi (VVD), Van den Doel (VVD), Van Oven (PvdA), Apostolou (PvdA), Cornielje (VVD), Belinfante (PvdA), Mosterd (CDA), Th. A. M. Meijer (CDA), Van Gent (GroenLinks), Poppe (SP), Van Splunter (VVD), Nicolaï (VVD), Wijn (CDA), Rouvoet (ChristenUnie), Rabbae (GroenLinks) en Kuijper (PvdA).

Naar boven