nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2000
Onder verwijzing naar artikel 9, lid 3 van de tracéwet deel ik
u met betrekking tot het spoorproject Hanzelijn mede dat de standpuntbepaling
meer tijd vergt dan de in lid 1 van dit artikel genoemde termijn.
De tracéwet geeft aan dat de Minister van Verkeer en Waterstaat,
in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer, binnen acht weken na het verstrijken van de adviestermijn
voor de betrokken bestuursorganen het standpunt met betrekking tot het project
bepaalt. Genoemde adviestermijn eindigde op 25 oktober 2000. Indien de
standpuntbepaling niet binnen de genoemde termijn kan geschieden, bepaalt
de tracéwet dat de minister dit voor het verstrijken van de termijn,
onder vermelding van redenen, meedeelt aan de Staten-Generaal.
Ten behoeve van de standpuntbepaling acht ik het van belang dat de in
de adviezen van de betrokken bestuursorganen, de wettelijke adviseurs en de
inspraakreacties gedane voorstellen en opmerkingen nader op hun consequenties
worden onderzocht. Dit onderzoek heeft mede betrekking op de relatie met de
Vogel/Habitat-richtlijn. Uitvoering van dit onderzoek vergt, tezamen met de
voorbereiding van de standpuntbepaling, meer tijd dat de in de tracéwet
genoemde termijn van acht weken. In afwachting van de uitkomsten van dit onderzoek
heb ik de commissie m.e.r. verzocht het advies aan te houden.
Genoemde onderzoeken zullen beschikbaar zijn als achtergrond-documenten
bij het standpunt en, waar relevant, tevens deel uitmaken van het ontwerp-tracébesluit.
Ik ga er van uit dat het standpunt over de Hanzelijn in het voorjaar van
2001 kan worden bepaald. Met nadruk zij hier vermeld dat het in de begroting
Infrastructuurfonds en het Projectenboek genoemde jaar van in dienst stelling
(2009) hiermee niet in gevaar komt.
Tevens heb ik een brief gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos