27 568
Goedkeuring van het op 29 september 2000 te Brussel tot stand gekomen besluit betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese gemeenschappen (Trb. 2000, 115)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 29 maart 2001

De vaste commissie voor Financiën1, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

1. Algemeen

De leden van de fractie van de VVD hebben met instemming kennisgenomen van het voorstel van wet tot Goedkeuring van het op 29 september 2000 te Brussel tot stand gekomen Besluit betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschap. Zij zien aanleiding tot het stellen van de volgende vragen en het maken van de volgende opmerkingen.

In navolging van de Raad van State vragen deze leden de regering allereerst in hoeverre deze nieuwe opzet nog ruimte laat voor de toevoeging van een nieuw autonoom eigen middel zoals genoemd in artikel 9 van het Besluit en wanneer hierover discussies te verwachten zijn. Vervolgens vragen de leden van de VVD-fractie wat de Nederlandse inzet zal zijn in die discussie over een nieuw autonoom eigen middel van de EU.

De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel dat ertoe strekt enkele aanpassingen in het stelsel van eigen middelen goed te keuren. Ook deze leden hebben bij het onderhavige voorstel enkele vragen.

Ook de leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van het onderhavige voorstel van wet. Zij veronderstellen de kritiek die zij hebben op de gekozen Nederlandse inzet bij de onderhandelingen over de Agenda 2000 genoegzaam bekend. Grote twijfels hadden deze leden bij de ingeboekte bezuiniging in het Regeerakkoord. De bezwaren van deze leden waren inhoudelijk van aard, maar ook qua haalbaarheid bestonden twijfels. De haalbaarheid is uiteindelijk reëel gebleken. De onderhandelingen hebben de Nederlandse regering echter wel op scherp gesteld, waarbij het begrip bij de Europese partners naar de mening van deze leden door de regering te positief wordt voorgesteld.

De leden van GroenLinks staan positief tegenover het toenemende relatieve belang van het BNP-middel. Het bevreemdt deze leden dat de regering stelt dat dit los staat van de discussie over de mogelijke introductie van een nieuw eigen middel. Kan de regering een korte schets geven van de inzet van de Nederlandse regering op beide terreinen, die volgens deze leden ten nauwste samenhangen. Kan tevens worden uiteengezet hoe zij de voortgang op beide dossiers beoordeelt en welke mogelijkheden zij ziet voor verdere voortgang? Hoe staat zij tegenover de suggestie van Verhofstadt voor een Europese belasting. Ziet de Nederlandse regering voor bijvoorbeeld de vennootschapsbelasting, eco-tax of spaargeldbelasting mogelijkheden? Hoe staat de regering tegenover een nieuw eigen middel dat afhankelijk is van de groei van het BNP? Zou zo'n nieuw eigen middel een bijdrage kunnen leveren aan het probleem van de verschillende conjuncturele situaties in de verschillende landen? Denkt de regering dat op termijn de specifieke Britse compensatieregeling kan worden afgeschaft?

2. Het nieuwe Eigen-Middelenbesluit

2.1 De aanloop naar Berlijn

De leden van de VVD-fractie betreuren het dat de reële constante uitgavenontwikkeling niet is gerealiseerd. Zij vragen de regering hier nader op in te gaan. Zal dit punt in de toekomst de Nederlandse inzet blijven? Overigens spreken deze leden hun waardering uit voor het feit dat de uitgaven met maar liefst €50 miljard lager zijn vastgesteld.

Met het voorliggende besluit wordt het maximum aan middelen dat de Europese Unie mag opvragen, vastgelegd. De leden van de VVD-fractie steunen dit van harte. De regering vermeldt dat zij heeft ingezet op een generiek correctiemechanisme dat een limiet op de netto-afdrachten van lidstaten zet en waarin ook de Britse compensatieregeling zou moeten opgaan. Deze leden vragen de regering nader in te gaan op dit correctiemechanisme. Waarom bleek dat niet haalbaar? Zal dit punt inzet van Nederland blijven? Hoe zou de bijdrage van de Europese landen zijn zonder de Britse compensatieregeling en hoe zullen de huidige en verwachte bijdragen eruit zien?

De mogelijkheden die naast een correctiemechanisme bestonden om de Nederlandse afdrachten te verlagen, hebben grote interesse van de leden van de fractie van GroenLinks. Wil de regering de verschillende opties die een rol hebben gespeeld in de onderhandelingen cijfermatig weergeven, waarbij de effecten op de verschillende landen duidelijk worden? Deze leden willen voorts weten wat de inzet van de Nederlandse regering was wat betreft de cofinanciering in het GLB (Gemeenschappelijk landbouwbeleid) en degressiviteit in de inkomensondersteuning in de landbouw. Ook hiervan willen zij de effecten op de verschillende landen weten.

2.2 De resultaten van Berlijn

De leden van de VVD-fractie spreken hun waardering uit voor het in Berlijn behaalde resultaat. De beoogde besparing uit het regeerakkoord wordt ruimschoots gehaald. Besparingen zijn uiteraard geen doelstelling op zich. Hiermee is echter wel erkend dat de bijdrage van Nederland aan de Europese Unie relatief te hoog was. Kan de regering uiteenzetten watde netto-positie (in % BNP) van Nederland als gevolg van dit besluit zal zijn en hoe dit in verhouding staat tot de positie van andere lidstaten?

In hoeverre is de regering geslaagd in haar streven naar een evenwichtiger verdeling van de netto financiële lasten van de EU? Kan de regering meedelen welke invloed de beoogde uitbreiding van de Unie op dit Besluit heeft, zo vragen deze leden. Is de verdeling volgens dit Besluit ook evenwichtig na de beoogde uitbreiding?

Het aandeel van het BTW-middel wordt verkleind en het aandeel van het BNP-middel zal toenemen. De regering stelt dat dit voor Nederland slechts van beperkte invloed is. Kan zij verduidelijken hoe de verschuiving er voor Nederland precies uitziet? De leden van de VVD-fractie vragen voorts of dit ook in de toekomst zo zal blijven en verzoeken de regering daar nader op in te gaan. Kan de regering gemotiveerd uiteenzetten op welke landen deze verschuiving een meer dan geringe invloed heeft?

De leden van de D66-fractie willen graag van de regering vernemen hoeveel met het huidige stelsel aan eigen middelen per eigen middel aan de EU wordt afgedragen. Voorts vernemen zij graag hoe dit zich verhoudt tot het voorgestelde nieuwe regime van eigen middelen. Kan de regering per eigen middel een specificatie naar afdracht per lidstaat geven? Voorts zouden de leden van deze fractie graag vernemen hoe de bedragen per lidstaat zich verhouden tot de netto betalingspositie per lidstaat.

De leden van de D66-fractie begrijpen dat de zogenaamde perceptiekostenvergoeding zijn verhoogd van 10% naar 25%. Wat zijn de werkelijke inningskosten zowel als een absoluut bedrag als uitgedrukt in percentage? Met betrekking tot de financiering van de Britse compensatieregeling vernemen deze leden graag de visie van de regering op de houdbaarheid van deze regeling op termijn.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben nog enkele technische vragen. Zo willen zij weten of het uiteindelijke behaalde resultaat van 1,5 miljard lagere afdrachten, partieel betekent dat het uitgavenkader met 0,2 miljard wordt onderschreden. Ook willen zij weten of het nieuwe statistische systeem (ESA 95) bij gelijkblijvend limietpercentage van 1,27% BNP nieuwe budgettaire ruimte schept, of dat de nominale bedragen gelijk blijven waardoor de limiet van 1,27% BNP wordt vervangen door een limiet van 1,25% BNP.

Tenslotte verzoeken de leden van de D66-fractie de regering uiteen te zetten hoe bij toetreding van nieuwe lidstaten tot de EU wordt omgegaan met het Eigen Middelenstelsel en wat haar inzet hierbij is.

De voorzitter van de commissie,

Van Gijzel

De griffier van de commissie,

Janssen


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Reitsma (CDA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Rosenmöller (GroenLinks), Van Gijzel (PvdA), voorzitter, Voûte-Droste (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Giskes (D66), Kamp (VVD), Marijnissen (SP), Crone (PvdA), Van Dijke (ChristenUnie), Bakker (D66), De Vries (VVD), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), ondervoorzitter, Stroeken (CDA), Van Beek (VVD), Balkenende (CDA), Vendrik (GroenLinks), Remak (VVD), Wijn (CDA), Kuijper (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Bolhuis (PvdA), Slob (ChristenUnie).

Plv. leden: Eurlings (CDA), Koenders (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Duijkers (PvdA), Balemans (VVD), Van Oven (PvdA), Schimmel (D66), Patijn (VVD), De Wit (SP), Vacature PvdA, Hoekema (D66), Van Walsem (D66), Wilders (VVD), Blok (VVD), Dankers (CDA), Hillen (CDA), Weekers (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Rabbae (GroenLinks), Hessing (VVD), Van den Akker (CDA), Timmermans (PvdA), Hindriks (PvdA), Smits (PvdA), Van der Vlies (SGP).

Naar boven