27 565 Alcoholbeleid

Nr. 144 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2016

U heeft mij verzocht te reageren op het recente signaal van spoedeisende hulpartsen die te maken hebben met de vele overlastgevende dronken patiënten.

Ik vind het heel goed dat de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulpartsen (NVSHA) aan de bel heeft getrokken vanwege de gebeurtenissen waar ze geregeld mee te maken hebben. Ik vind het ongehoord dat er zoveel mensen zijn die zo veel hebben gedronken dat ze vernielingen aanrichten of artsen het werk moeilijk maken of ervoor zorgen dat andere patiënten langer op zorg moeten wachten.

De NVSHA heeft mij hierover ook een brief gestuurd. Op 19 mei jl. is, samen met het Ministerie van VenJ, overleg gevoerd met de voorzitter van de NVSHA. Ik neem de signalen van de NVSHA heel serieus en wil deze betrekken in de evaluatie van de Drank- en Horecawet (DHW) die momenteel plaatsvindt. Bij het tegengaan van de gesignaleerde overlast moeten we goed kijken naar de groep die de overlast in ziekenhuizen veroorzaakt en welke maatregelen kunnen bijdragen aan het terugdringen van deze problematiek.

Ten aanzien van blurring (mengvormen van horeca en retail) heb ik uw Kamer – evenals de VNG – eerder laten weten dat ik alleen achter experimenten sta die blijven binnen de bestaande wettelijke kaders. Zoals ik u eerder heb laten weten (o.a. bij brief van 13 mei jl., met Kamerstukken 27 565 en 27 838, nr. 143) maakt het onderwerp blurring ook onderdeel uit van de evaluatie van de DHW. Via onderzoeken en gesprekken met belanghebbenden worden de feiten en voor- en nadelen omtrent blurring in kaart gebracht. Het signaal van de NVSHA wordt daarbij betrokken.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven