27 557
Voorbereiding op en invoering van de Vreemdelingenwet 2000

nr. 1
BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 13 december 2000

De vaste commissie voor Justitie heeft in haar vergadering van 13 december 2000 besloten de Kamer voor te stellen om de voorbereiding op en de invoering van de Vreemdelingenwet 2000 als groot project aan te wijzen.

Conform artikel 2, eerste lid, van de Procedureregeling grote projecten (24 752, nr. 2) heeft de commissie voor de Rijksuitgaven een advies over dit voorstel uitgebracht (zie bijlage 1). Deze commissie heeft positief over de aanwijzing geadviseerd.

De vaste commissie voor Justitie verzoekt u, gelet op artikel 27, onderdeel g, en artikel 31 van het Reglement van Orde, te bevorderen dat de Kamer op korte termijn besluit tot aanwijzing van de voorbereiding op en de invoering van de Vreemdelingenwet 2000 als groot project. Voor een overzicht van de door de commissie voorgestelde ijkpunten voor de basisrapportage verwijst de commissie u naar bijlage 2.

De voorzitter van de commissie,

Swildens-Rozendaal

De griffier van de commissie,

Pe

BIJLAGE 1 Aan de voorzitter van de vaste commissie voor Justitie

Bij brief van 1 november 2000 heeft uw commissie de commissie voor de Rijksuitgaven om advies gevraagd over het aanwijzen van de voorbereiding op de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 als groot project. De commissie voor de Rijksuitgaven heeft hierover op 8 november 2000 beraadslaagd en steunt het voorstel van uw commissie om de Kamer voor te stellen de voorbereiding op de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 aan te wijzen als groot project. De volgende overwegingen spelen daarbij een rol.

Volgens de procedureregeling grote projecten (24 752 nr. 2) moeten grote projecten in ieder geval aan de volgende criteria voldoen:

1 het gaat om een niet-routinematige en in de tijd begrensde activiteit;

2 het gaat om een activiteit waarvoor de staat alleen of grotendeels verantwoordelijkheid draagt;

3 er is sprake van een activiteit met substantiële financiële consequenties en/of aanmerkelijke uitvoeringsrisico's.

Daarnaast kunnen belangrijke gevolgen voor de samenleving of de rijksdienst, de toepassing van nieuwe technologieën of financieringsconstructies en de complexiteit van het besturings- en uitvoeringsproces een reden zijn voor aanwijzing van een project als groot project.

De reikwijdte van het project betreft het deel van de keten voor zover van belang voor de invoering van de Vreemdelingenwet 2000. Daarnaast is een duidelijke begrenzing in de tijd vastgesteld. De werkvoorraden nemen bij zowel de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) als de Vreemdelingenkamers bij de gerechten vooralsnog toe in plaats van af. Hoewel de nieuwe Vreemdelingenwet daar soelaas voor zou moeten bieden, worden de IND en de Vreemdelingenkamers na 1 april 2001 (de invoeringsdatum van de nieuwe Vreemdelingenwet) geconfronteerd met forse werkvoorraden die moet worden weggewerkt. Dit kan als een uitvoeringsrisico worden aangemerkt.

De vraag naar tussentijdse voortgangsrapportages, naast de reguliere viermaandelijkse Rapportages Asielketen, kan de commissie voor de Rijksuitgaven steunen vanuit de overweging dat is gekozen voor een beperkte periode. De voorgestelde opzet voorziet in negen rapportages, inclusief de basisrapportage waarin een nulmeting is opgenomen.

De commissie voor de Rijksuitgaven merkt op dat na het verschijnen van de nu voorziene laatste rapportage (in juni 2002) een nieuw beslismoment voor de Kamer ontstaat met de vraag of het groot project als beeïndigd kan worden beschouwd of toch nog voortgang moet vinden.

Verder is voor de voortgang bij de Vreemdelingenkamers voor de beheersmatige maatregelen aansluiting gezocht bij het reeds bestaande grote project Modernisering Rechterlijke Organisatie. Daarmee krijgt de Kamer, zij het met een andere frequentie en via een andere informatiestroom, ook de gevraagde informatie op dit terrein. De commissie voor de Rijksuitgaven merkt op dat een goede afstemming van de verschillende informatiestromen op elkaar van belang is.

Op grond van het voorgaande is de commissie voor de Rijksuitgaven van mening dat er voldoende argumenten zijn voor de aanwijzing van de voorbereiding op de invoering van de Vreemdelingenwet 2000 als groot project.

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,

J. van Walsem

BIJLAGE 2 IJkpunten voor de basisrapportage ten behoeve van het groot project «Voorbereiding op en invoering van de Vreemdelingenwet 2000», met als peildatum 1-1-2001.

1. Wat zijn bij de IND per de eerste van de maand de werkvoorraden beslissingen in eerste aanleg asiel en regulier (gehoor en beslissing) en van welke kalenderjaren dateren deze voorraden? Wat was de doorlooptijd van de zaken die in de afgelopen maand zijn afgedaan?

2. Wat zijn bij de IND per de eerste van de maand de werkvoorraden bezwaarschriften asiel en regulier en van welke kalenderjaren dateren deze voorraden? Wat was de doorlooptijd van de zaken die in de afgelopen maand zijn afgedaan?

3. Wat zijn – gelet op de wettelijke termijnen – de normale werkvoorraden van de beslissingen in eerste aanleg en de bezwaarschriften?

4. Bij welke werkvoorraden bij de IND per 1 april 2001 kan zonder risico's de Vreemdelingenwet 2000 worden ingevoerd?

5. Voor hoeveel zaken in behandeling bij de IND dreigt vergunningverlening op grond van overschrijding van de driejarentermijn?

6. Hoeveel formatieplaatsen bij de IND zijn nodig om de per 1 april 2001 beoogde werkvoorraden te realiseren? Hoeveel formatieplaatsen zijn ingevuld?

7. Wat zijn bij de rechtbanken per de eerste van de maand de werkvoorraden voorlopige voorzieningen en beroepschriften asiel en regulier en van welke kalenderjaren dateren deze voorraden? Wat was de doorlooptijd van de zaken die in de afgelopen maand zijn afgedaan?

8. Wat zijn – gelet op een redelijk te achten behandeltijd – de normale werkvoorraden van de voorlopige voorzieningen en de beroepschriften?

9. Bij welke werkvoorraden bij de rechtbanken per 1 april 2001 en bij welke werkwijze voor wat betreft de prioriteitstelling door de rechtbanken kan zonder risico's de Vreemdelingenwet 2000 worden ingevoerd?

10. Voor hoeveel zaken in behandeling bij de rechtbanken dreigt vergunningverlening op grond van overschrijding van de driejarentermijn?

11. Hoeveel formatieplaatsen bij de rechtbanken zijn nodig om de per 1 april 2001 beoogde werkvoorraden te realiseren? Hoeveel formatieplaatsen zijn ingevuld?

12. Zal de situatie bij de rechtbanken per 1 april 2001 zodanig zijn dat zij de vanaf die datum binnenkomende beroepschriften in het kader van de Vreemdelingenwet 2000 tijdig kunnen behandelen? Binnen welke tijd kunnen deze beroepsschriften worden behandeld?

13. Zal de situatie bij de rechtbanken per 1 april 2001 zodanig zijn dat zij daarnaast de beroepsschriften in het kader van de huidige wet tijdig kunnen behandelen? Binnen welke tijd kunnen deze beroepsschriften worden behandeld? Wat zijn de gevolgen van deze behandeltijd voor het driejarenbeleid?

14. Kan informatie worden verschaft over criteria, aantallen, frequentie en doorlooptijd van algemene en individuele ambtsberichten? Wat heeft het uitblijven van een algemeen ambtsbericht voor gevolgen voor de werkprocessen van de IND?

15. Welke capaciteit is voor rechtshulpverlening nodig om aan de vraag te voldoen in het kader van de procedures asiel en regulier? Op welke wijze en in welke mate wordt daaraan thans voldaan?

Informatievoorziening:

De Kamer wenst na ontvangst van de basisrapportage op jaarbasis vijf voortgangsrapportages te ontvangen tot één jaar na de invoering van de Vreemdelingenwet 2000. Dit resulteert in het volgende rapportageschema:

Rapportage Verschijningsdatum

Basisrapportage met 0-meting Januari 2001

1e tussentijdse rapportage jan–feb 2001 April 2001

Rapportage Asielketen jan–april 2001 Juni 2001

Rapportage Asielketen mei–aug 2001 Oktober 2001

2e tussentijdse rapportage sept–okt 2001 December 2001

Rapportage Asielketen sept–dec 2001 Februari 2002

3e tussentijdse rapportage jan–feb 2002 April 2002

Rapportage Asielketen jan–april 2002 Juni 2002

Naar boven