nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
1. In de tweede volzin van artikel 133, tweede lid, wordt het woord «inkomsten»
telkens vervangen door: vruchten.
2. Het derde lid van artikel 137 komt te luiden:
3. Een echtgenoot is slechts gehouden een inbetalinggeving van goederen
te aanvaarden dan wel kan deze slechts verlangen in plaats van een verrekening
in geld, voor zover de verrekening in geld naar maatstaven van redelijkheid
en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
3. Het derde lid van artikel 141 komt te luiden:
3. Indien bij het einde van het huwelijk aan een bij huwelijkse voorwaarden
overeengekomen periodieke verrekenplicht als bedoeld in het eerste lid niet
is voldaan, wordt het alsdan aanwezige vermogen vermoed te zijn gevormd uit
hetgeen verrekend had moeten worden, tenzij uit de eisen van redelijkheid
en billijkheid in het licht van de aard en omvang van de verrekenplicht anders
voortvloeit. Artikel 143 is van overeenkomstige toepassing.
4. In onderdeel a van het eerste lid van artikel 142 wordt na «huwelijk»
ingevoegd: of het geregistreerd partnerschap.
B. In artikel IV, tweede lid, wordt na «uiterste wilsbeschikking»
ingevoegd: of bij de gift.
Toelichting
De voorgestelde wijzigingen zijn alle aangekondigd en besproken in de
nota naar aanleiding van het verslag. Zij komen aan de orde in onderdeel 5
(artikelsgewijze behandeling) bij de beantwoording van de vragen die op het desbetreffende artikel betrekking hebben, met uitzondering van
de wijziging van artikel 133 die bij de beantwoording van de vragen over artikel
134 aan de orde komt.
De Staatssecretaris van Justitie,
N. A. Kalsbeek