nr. 4
VERSLAG
Vastgesteld 20 februari 2001
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel,
heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben
beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel
voldoende voorbereid.
1. Algemeen
In het algemene deel verwijst de regering naar publicaties over de afstemming
tussen de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht. Graag vernemen de
leden van de PvdA-fractie op welke publicaties de regering doelt en voorzover
de publicaties niet openbaar zijn, wensen zij hierover te beschikken.
De Raad van State adviseert bij de aanpassingsoperatie onder meer de Kaderwet
bestuur in verandering aan te passen. Volgens de regering ligt wijziging van
de Kaderwet niet in de rede, omdat deze wet in het jaar 2003 afloopt. Deze
praktische aanpak vinden deze leden begrijpelijk. Maar zal dit niet lijden
tot onduidelijkheden, aangezien de in het wetsvoorstel betrokken wetten aangepast
worden juist om onvolkomenheden te repareren? Is het risico niet aanwezig
dat, door de niet-aanpassing in de Kaderwet bestuur in verandering, onduidelijkheid
bestaat over de begrippen «besluit» en «beslissing»?
De leden van de PvdA-fractie hebben er goede nota van genomen dat medio
2001 een voorstel in procedure zal worden gebracht om de Wet gemeenschappelijke
regelingen aan te passen. Zij gaat er vanuit dat hiermee bedoeld wordt dat
medio 2001 een wetsvoorstel zal worden ingediend.
De Raad van State heeft geadviseerd de artikelen 152 en 153 van de Gemeentewet
te schrappen en artikel 85 aan te passen. De regering deelt mede in het nader
rapport dat dit zal worden meegenomen in het voorstel van wet dualisering
gemeentebestuur. In genoemd voorontwerp is opgenomen de mogelijkheid van beroep
tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester
op de raad te schrappen. Nu ook de regering het eens lijkt te
zijn met het advies van de Raad van State, lijkt het deze leden niet bezwaarlijk
om het advies op te volgen. Wat zijn de bezwaren om de geadviseerde aanpassingen
niet op te nemen?
2. Artikelen
Artikel I
Onderdeel L
Is er samenhang tussen de voorgestelde wijziging van artikel 116, derde
lid en de aanhangige wetsvoorstellen betrefffende de bezwaarprocedure (27 563)
en de samenvoeging van afdelingen 3.4 en 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht
(Awb) (27 023)? Zo ja, hoe verhouden deze wetsvoorstellen zich dan tot
elkaar, vragen de leden van de PvdA-fractie.
Onderdeel M, O en U
De leden van de PvdA-fractie kunnen instemmen met de voorgestelde wijzigingen
van de artikelen 156, 165 en 187 naar aanleiding van het advies van de Raad
van State. In dit verband vragen deze leden waarom het advies van de Raad
van State niet is overgenomen om de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaar
expliciet uit te zonderen van de mogelijkheid tot delegatie aan commissies,
zoals is geregeld in de artikelen 156, 172 en 178 Gemeentewet.
Onderdeel N (en artikel II, onderdeel N)
Naar de mening van de leden van de PvdA-fractie kan het tweede lid wel
eens leiden tot onnodige juridische complicaties over de bevoegdheid tot procederen
in burgerlijke zaken, inclusief kort gedingen in eerste aanleg. Wat is er
op tegen om het college bevoegd te maken in alle burgerlijke zaken in eerste
aanleg, tenzij de raad daarover in voorkomende gevallen een beslissing heeft
genomen?
Onderdeel T
De leden van de PvdA-fractie vragen op welke besluiten gedoeld wordt in
artikel 177. Voorts verzoeken deze leden de regering voorbeelden te geven
welke «andere handelingen» wel of niet verricht mogen worden bij
inwerkingtreding van dit artikel.
De voorzitter van de commissie,
De Cloe
De griffier van de commissie,
De Gier
XNoot
1Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Te Veldhuis (VVD), ondervoorzitter,
De Cloe (PvdA), voorzitter, Van de Camp (CDA), Van den Berg (SGP), Scheltema-de
Nie (D66), Van der Hoeven (CDA), Van Heemst (PvdA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks),
Rijpstra (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Hoekema (D66), Dankers (CDA), O.P.G.
Vos (VVD), Rehwinkel (PvdA), Wagenaar (PvdA), Luchtenveld (VVD), De Boer (PvdA),
Verburg (CDA), Rietkerk (CDA), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Duijkers (PvdA),
Balemans (VVD) en De Swart (VVD).
Plv. leden: Rouvoet (RPF), Van Beek (VVD), Zijlstra (PvdA), Van Wijmen
(CDA), Ravestein (D66), Augusteijn-Esser (D66), Balkenende (CDA), Barth (PvdA),
Rabbae (GL), Cherribi (VVD), Gortzak (PvdA), Dittrich (D66), Wijn (CDA), Van
den Doel (VVD), Van Oven (PvdA), Apostolou (PvdA), Cornielje (VVD), Kuijper
(PvdA), Mosterd (CDA), Eurlings (CDA), Van Gent (GroenLinks), Poppe (SP),
Belinfante (PvdA), Essers (VVD) en Nicolaï (VVD).