nr. 8
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2005
Het Signalement Biobanken van het Forum Biotechnologie en Genetica bevat
een eerste verkenning van mogelijkheden en problemen bij het benutten van
in Nederland opgeslagen lichaamsmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek.
De notitie verstaat onder biobank: een verzameling lichaamsmateriaal ten behoeve
van diagnostiek en/of research, veelal tezamen met daaraan gerelateerde gegevens.
Naast de stap voor stap benadering, waarbij eerst grondig de mogelijkheid
van samenwerking van onderzoekers en van koppeling van bestaande verzamelingen
wordt bestudeerd, bepleit de notitie om de mogelijkheden van een nationale
biobank na te gaan. Daarbij wordt vooral richting overheid gekeken.
Als voordelen van een nationale bank worden genoemd het bijdragen aan
kwalitatieve hoogwaardige gezondheidszorg, het versterken van de concurrentiepositie
van het Nederlandse onderzoek in de levenswetenschappen en het katalyseren
van het ontstaan en de groei van gespecialiseerde bedrijven.
Daarnaast wordt er ook aandacht besteed aan mogelijke nadelen, maar blijkens
de bewoordingen van hoofdstuk 6 betreft het eerder mogelijke valkuilen, dan
mogelijke nadelen.
Laat ik voorop stellen dat het van belang is dat er aandacht komt voor
de mogelijkheden en het belang van biobanken voor de verdere ontwikkeling
van het medisch-wetenschappelijk onderzoek, maar ook dat er voortgang geboekt
wordt. Ik zal met de betrokken organisaties contact opnemen om te kijken hoe
we op korte termijn dit dossier verder op gang kunnen helpen. Het signalement
betreft een eerste verkenning, waarbij zeker nog niet uitputtend op het verschijnsel
is ingegaan. Dat was ook niet de bedoeling. Het ging er om bij wetenschappers
en beleidsmakers aandacht te vragen voor het belang van een biobank. Daarin
is dit signalement zeker geslaagd.
De wetenschap ontwikkelt zich steeds verder en het is de taak van de overheid
om daar goede randvoorwaarden voor te creëren. Het ligt dus ook
met name bij de veldorganisaties van onderzoekers en wetenschappers om de
in het signalement geopperde ideeën op te pakken en verder uit te werken.
Gelet op de geluiden uit het veld lijkt een start met het zoeken naar meer
samenwerking het meeste kansen te bieden. In ieder geval kan op dit moment
nog niet de conclusie getrokken worden dat er een breed gedragen draagvlak
is voor een nationale biobank, dat wil zeggen een biobank georganiseerd op
nationaal niveau vergelijkbaar met voorbeelden in het buitenland.
Zo noemt het signalement onder andere de activiteiten van een door de
Raad voor de Medische Wetenschappen van de KNAW ingestelde verkenningscommissie
«multifactoriële aandoeningen in het genomicstijdperk». Deze
verkenningscommissie werkt aan een inventarisatie van een aantal bestaande
collecties in Nederland van bepaalde aandoeningen: lymfomen, borstkanker,
reumatoïde artritis, Alzheimer en astma. Een dergelijke aanpak, van onderen
af en op bescheiden schaal biedt de grootste kans van slagen.
Wat betreft de regelgeving kan ik u mededelen dat er op het ministerie
hard gewerkt wordt aan een nieuwe wet zeggenschap lichaamsmateriaal. In deze
wet zullen ook regels worden opgenomen voor biobanken. De verwachting is dat
een eerste ontwerp tegen het einde van het jaar beschikbaar zal zijn.
Nogmaals wijs ik erop dat het de verdienste van het Forum Biotechnologie
en Genetica is dat er aandacht komt voor het beter benutten van de in Nederland
aanwezige mogelijkheden voor medisch-wetenschappelijk onderzoek, onder andere
door beter gebruik te maken van het aanwezige lichaamsmateriaal. Met de minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zal ik nagaan op welke wijze wij met
de ons ter beschikking staande middelen deze ontwikkeling kunnen bevorderen.
Een afschrift van deze brief heb ik gestuurd aan het Forum Biotechnologie
en Genetica.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. I. J. M. Ross-van Dorp