27 496
Invoering bachelor-masterstructuur

nr. 4
MOTIE VAN HET LID HAMER C.S.

Voorgesteld in het Nota-overleg van 19 maart 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de minister voornemens is een werkgroep in te stellen die diverse scenario's verkent voor financiering van de masterfase van het WO;

overwegende, dat de minister op dit moment voornemens is om de masteropleidingen in het HBO wel te erkennen, maar niet te bekostigen;

van oordeel, dat ook in het HBO masteropleidingen met een maatschappelijk belang ontwikkeld kunnen worden;

verzoekt de regering in samenhang met de bekostiging van de WO- masters ook scenario's te verkennen voor maatschappelijk relevante HBO-masters;

verzoekt de regering vervolgens onderzoek te verrichten naar de wijze waarop op sectoraal niveau afstemming tussen HBO- en WO-opleidingen gerealiseerd kan worden;

verzoekt de regering ten slotte de Kamer hier uiteindelijk in juni over te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Hamer

Eurlings

Lambrechts

Rabbae

Slob

Van der Vlies

Naar boven