nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 maart 2001
Overeenkomstig mijn toezegging aan het lid van Uw Kamer, de heer G. J. W.
van Oven, tijdens de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel 27 494
tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot valsheid in
muntspeciën en munt- en bankbiljetten (eurovalsemunterij) op 27 maart
jl., doe ik u bijgaand een overzicht toekomen betreffende de binnen de Europese
Unie geldende wettelijke strafmaxima voor feiten die vergelijkbaar zijn met
het misdrijf van artikel 213 van het Wetboek van Strafrecht.
Ten behoeve van de besprekingen, voorafgaand aan de totstandkoming van
het kaderbesluit, waaraan wetsvoorstel 27 494 uitvoering geeft, hebben
alle lidstaten van Europese Unie een questionnaire beantwoord waarmee zij
inzicht verschaften in de reikwijdte van hun nationale valsemunterijbepalingen.
Het bijgevoegde overzicht is gebaseerd op de antwoorden op deze questionnaire.
Uit het overzicht blijkt dat in ieder geval acht lidstaten thans een wettelijk
strafmaximum kennen dat minder hoog is dan wel in lijn ligt met het strafmaximum
zoals dat in wetsvoorstel 27 494 wordt voorgesteld voor artikel 213 van
het Wetboek van Strafrecht.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
Overzicht van de binnen de Europese Unie geldende wettelijke
strafmaxima voor de feiten die vergelijkbaar zijn met het misdrijf van artikel
213 van het Wetboek van Strafrecht
België
geldboete van 26–1000 BEF indien het betreft de uitgifte van valse
munten en een gevangenisstraf van 1 maand tot max. 1 jaar wanneer het gaat
om het uitgeven van valse biljetten
Denemarken
gevangenisstraf van max. 3 jaar voor het uitgeven van geld waarvan vermoed
wordt dat het vals is, met dien verstande dat indien de uitgifte voorafgegaan
is door ontvangst te goeder trouw is voorzien in de mogelijkheid tot strafvermindering
in de zin dat bestraffing kan bestaan uit hechtenis of een geldboete.
Duitsland
gevangenisstraf van max. 5 jaar
Finland
gevangenisstraf van max. 1 jaar
Frankrijk
geldboete van max. 50 000 FF.
Griekenland
gevangenisstraf van max. 6 maanden of geldboete
Ierland
gevangenisstraf van max. 3 jaar indien het betreft de uitgifte van valse
munten en een gevangenisstraf van max. 14 jaar wanneer het gaat om het uitgeven/bezit
van valse biljetten
Italië
gevangenisstraf van max. 6 maanden of geldboete
Luxemburg
gevangenisstraf van max. 1 jaar of geldboete
Oostenrijk
gevangenisstraf van max. 1 jaar
Portugal
(nog) geen strafbaar feit
Spanje
gevangenisstraf van 9–15 weekeinden of geldboete
Verenigd Koninkrijk
gevangenisstraf van max. 6 maanden of 10 jaar, afhankelijk van de
aard van de strafrechtspleging (magistrates' court/Crown Court)
Zweden
gevangenisstraf van max. 4 jaar, met dien verstande dat ingeval van minder
ernstige feiten een gevangenisstraf van max. 6 maanden kan worden opgelegd
en bij ernstige feiten een straf van max. 8 jaar tot de mogelijkheden behoort.