nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot goedkeuring
van de op 21 juni 1999 te Luxemburg totstandgekomen Overeenkomst tussen de
Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat,
anderzijds, over het vrije verkeer van personen en wijziging van de Vreemdelingenwet.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
13 november 2000
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de op 21 juni 1999 te Luxemburg
totstandgekomen Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten,
enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer
van personen ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring
van de Staten-Generaal goedkeuring behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan
kan worden gebonden en dat het wenselijk is de Vreemdelingenwet in verband
daarmee te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De op 21 juni 1999 te Luxemburg totstandgekomen Overeenkomst tussen de
Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat,
anderzijds, over het vrije verkeer van personen, waarvan de Nederlandse tekst
is geplaatst in Tractatenblad 2000, 16 en 86, wordt goedgekeurd voor Nederland.
ARTIKEL II
In artikel 1 van de Vreemdelingenwet wordt na onderdeel c van de definitie
van gemeenschapsonderdanen, waarvan de punt wordt vervangen door een punt-komma,
een onderdeel ingevoegd, luidende:
d. onderdanen van de Zwitserse Bondsstaat, indien zij verblijven op grond
van de op 21 juni 1999 te Luxemburg totstandgekomen Overeenkomst tussen de
Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat,
anderzijds, over het vrije verkeer van personen (Trb. 2000, 16 en 86);
ARTIKEL III
Indien het bij koninklijk besluit van 16 september 1999 ingediende voorstel
van wet tot algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet
2000) (kamerstukken II 1999/2000, 26 732) tot wet wordt verheven en in
werking treedt, wordt de Vreemdelingenwet 2000 gewijzigd als volgt:
In artikel 1, onder e, wordt na het vierde sub-onderdeel, een sub-onderdeel
ingevoegd, luidende:
5°. onderdanen van de Zwitserse Bondsstaat, indien zij verblijven
op grond van de op 21 juni 1999 te Luxemburg totstandgekomen Overeenkomst
tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse
Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (Trb. 2000, 16
en 86);
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Buitenlandse Zaken,
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
De Staatssecretaris van Justitie,