Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 27487 nr. 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 27487 nr. 7 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 maart 2005
De Prinsjesdagbrief uit 2003 constateert dat het belang en het gebruik van precisiewapens de afgelopen jaren sterk is toegenomen. Door de toenemende precisie kunnen onnodige slachtoffers en nevenschade («collateral damage») zoveel mogelijk worden voorkomen. Het belang van precisie wordt doorslaggevend naarmate de kans toeneemt dat deze wapens in verstedelijkt gebied worden ingezet, overigens altijd onder strikte «Rules of Engagement» (ROE's).
Voordat de vlieger laser- of «Global Positioning System» (GPS) geleidewapens kan en mag inzetten, moet hij de doelen eerst zelf nauwkeurig lokaliseren en positief identificeren. Daartoe moeten de F-16 jachtvliegtuigen zijn uitgerust met nauwkeurige laserdoelaanstralingssystemen («targeting pods«). De Koninklijke luchtmacht beschikt sinds eind jaren negentig over twintig Lantirn «targeting pods». Uitgaand van een nieuw operationeel concept is dit aantal echter niet meer voldoende, Defensie heeft behoefte aan meer van dergelijke pods. Daarbij zijn inmiddels modernere systemen beschikbaar waarmee de precisiecapaciteit van de F-16's verder kan worden verbeterd en waardoor de kans op onbedoelde nevenschade navenant wordt verkleind. Met deze brief informeer ik u over de operationele behoefte van Defensie aan aanvullende «targeting pods» van een nieuwe generatie.
Om een doel nauwkeurig en correct te identificeren moet de vlieger over een scherp en duidelijk beeld daarvan beschikken. Om dag en nacht inzetbaar te zijn, moeten de «targeting pods» zijn uitgerust met sensoren die zowel een televisiebeeld als een infraroodbeeld kunnen tonen. Aangezien doelidentificatie veelal vanaf middelbare hoogte gebeurt, moet de «targeting pod» verder over een groot bereik en over een hoge nauwkeurigheid van de richtmiddelen beschikken. De te verwerven «targeting pods» bieden hiertoe significant grotere operationele mogelijkheden dan de thans bij de luchtmacht in gebruik zijnde Lantirn-pods.
In verband met de eigen veiligheid is het voorts van belang dat het doel zo snel mogelijk wordt gelokaliseerd. Daardoor worden de vlieger en de eventueel gezamenlijk optredende grondtroepen zo kort mogelijk aan dreiging blootgesteld. Geschikte systemen hiervoor zijn de «infrarood aanwijzer» en de «laser spot tracker» die beide in de modernere «targeting pod» zijn ingebouwd en niet in de twintig pods die thans in gebruik zijn. Een doel dat met een infrarood aanwijzer wordt aangestraald is ook vanaf middelbare hoogte en bij duisternis met nachtzichtkijkers goed zichtbaar voor de vlieger. Daarnaast is een «laser-spot-tracker» een systeem dat een door een laser (vanuit de lucht of vanaf de grond) aangestraald doel automatisch zoekt, detecteert en volgt. Beide systemen hebben het voordeel dat niet langer langdurige communicatie met grondtroepen of met andere jachtvliegtuigen nodig is om het juiste doel te identificeren, maar dat snel en zelfstandig kan worden opgetreden.
Ten slotte maken de nieuwe «targeting pods» een flexibele inzet van de weersonafhankelijke GPS-geleide wapens mogelijk. Behalve tegen doelen waarvan de exacte GPS-locatie al voorafgaand aan een operationele vlucht bekend is, kunnen deze wapens namelijk ook tijdens de vlucht worden ge(her)programmeerd. Met de nieuwe «targeting pod» kan de F-16 bijvoorbeeld zelfstandig de exacte GPS-positie van een gronddoel bepalen, ook als daarop door de bewolkingsdichtheid slechts kort zicht mogelijk is. De huidige «targeting pods» van Koninklijke luchtmacht zijn hiertoe niet in staat.
GPS-wapens kunnen zo flexibel worden ingezet tegen doelen die pas tijdens de vluchtuitvoering worden toegewezen, bijvoorbeeld als de lasergeleide wapens al zijn verbruikt of als er teveel bewolking voor lasergeleide wapens is. In dat laatste geval kan de «laser designator» uit de «targeting pod» het doel tijdens de val van het wapen namelijk niet voortdurend aanstralen, een voorwaarde voor de succesvolle inzet daarvan. Wel kan dan de GPS-positie worden bepaald waarna GPS-geleide wapens kunnen worden ingezet. Want als de GPS-positie eenmaal in het wapen is ingevoerd, leidt het ingebouwde navigatiesysteem het wapen verder zelfstandig naar het doel. Ook kan, als voorafgaand aan een operationele vlucht al duidelijk is dat er veel bewolking boven het doel zal zijn, worden besloten om in plaats van lasergeleide wapens, GPS-geleide wapens mee te voeren.
Voorheen ging het operationele concept uit van één «targeting pod» per vier F-16's waarbij één F-16 de doelidentificatie en de laserdoelaanstraling voor alle F-16's verzorgde. Tijdens gevechtsoperaties zoals de luchtacties boven Kosovo bleken hieraan grote operationele nadelen verbonden. Zo betekende het uitvallen van de F-16 met de «targeting pod» dat geen van de vier F-16's hun lasergeleide wapens konden afwerpen. Een ander nadeel was dat de F-16 met de pod lang aanwezig moest blijven boven een doelgebied met een reële grond-luchtdreiging. Daardoor waren het aanstralende vliegtuig en zijn bemanning onnodig kwetsbaar. Ook nam het risico van onbedoelde nevenschade toe, omdat de tegenstander de noodzakelijke communicatie tussen het wapenafwerpende vliegtuig en het vliegtuig dat de laserdoelaanstraling verzorgde, regelmatig wist te verstoren. Door het aanstralen van doelen en het afwerpen van wapens door één en dezelfde F-16 te laten uitvoeren, is (langdurige) communicatie voor een gecoördineerde inzet niet meer nodig.
Op grond van de opgedane ervaring heeft Defensie het operationele concept voor de inzet van jachtvliegtuigen aangepast. Thans is het uitgangspunt dat iedere F-16 voor een missie wordt uitgerust met een «targeting pod». Daarmee is elk jachtvliegtuig in staat zelfstandig een doellocatie vast te stellen en correct te identificeren alsmede zelfstandig de laserdoelaanstraling uit te voeren. Verder speelt mee dat jachtvliegtuigen steeds vaker multifunctioneel worden ingezet: tijdens een vlucht kunnen achtereenvolgend taken zoals luchtverdediging, luchtverkenning of een grond-aanval met precisiewapens worden opgedragen en uitgevoerd. Om deze flexibele inzet mogelijk te maken, moet tijdens een operatie iedere F-16 met een targeting pod zijn uitgerust.
Het aantal benodigde «targeting pods» is direct afgeleid van de in de Prinsjesdagbrief van 16 september 2003 (Kamerstuk 29 200 X nr. 4) geformuleerde ambitie om bij operaties in hoge delen van het geweldspectrum te kunnen optreden met twee squadrons met elk achttien F-16 gevechtsvliegtuigen. Omdat targeting pods een zogenaamd niet-vliegtuiggebonden systeem zijn, kunnen deze op relatief eenvoudige wijze tussen F-16's worden uitgewisseld. Hierdoor is het niet nodig de gehele F-16 vloot van dergelijke systemen te voorzien. Voor twee maal 18 F-16's kan worden volstaan met totaal 36 targeting pods plus een logistieke reserve van 10 procent, hetgeen resulteert in een totaalbehoefte van 40 targeting pods. Aangezien de Koninklijke luchtmacht reeds over 20 «targeting pods» beschikt, betreft deze aanvullende behoefte 20 «targeting pods» van een nieuwe generatie.
Na de verwerving van de nieuwe «targeting pods» zal de Koninklijke luchtmacht over twee typen pods beschikken. Daarbij zal het huidige type vooral tegen grotere, veelal statische doelen worden ingezet. Hiervoor zijn deze systemen nog goed geschikt. Tegen kleinere en mobiele doelen met een groter risico op onbedoelde nevenschade zal vooral het nieuwe type worden gebruikt. Afhankelijk van de verwachte doelgrootte en de mobiliteit daarvan wordt per missie een keuze voor het type «targeting pod» gemaakt. Zo kunnen opgedragen missies adequaat worden uitgevoerd.
Conform het gestelde in de begroting-2005 hierover, is voor de aanvullende behoefte aan twintig «targeting pods» van een nieuwe generatie een projectbudget voorzien van € 45 miljoen. Deze raming is sindsdien ongewijzigd.
Volgens planning vangt dit project in 2005 aan en zal het midden 2008 worden voltooid. Daarmee wordt bijgedragen aan een spoedige uitbreiding van de capaciteit om precisiegeleide munitie te kunnen afwerpen. De Navo en de EU hebben een tekort geconstateerd aan deze capaciteit.
Zoals ik in de Kamerbrief van 12 november 2004 (Kamerstuk 27 487, nr. 5) meldde, kunnen investeringen in de F-16 en het rendement daarvan niet los worden gezien van de voorziene invoering van de vervanger van de F-16. In dit kader wordt nog eenmalig de soft- en hardware standaard van de F-16 aangepast tot de M5-standaard, aldus de brief van 12 november.
De vervanging van de F-16 komt naar verwachting in de loop van het volgende decennium geleidelijk op gang. De ambitie om gelijktijdig twee squadrons jachtvliegtuigen te kunnen inzetten, zal tenminste tot 2020 de inzet van één squadron F-16's vergen. Operationele verbeteringen aan de F-16 en de daarvoor benodigde investeringen, zoals de nieuwe«targeting pods», zijn dan ook doelmatig. Ze zijn bovendien noodzakelijk om effectief en veilig te kunnen opereren. Andere investeringen die hieraan bijdragen zijn het reeds lopende project«verbetering lucht-grond bewapening» waarbinnen GPS-geleide bewapening wordt verworven. Toekomstige projecten zijn een richtmiddel via de vliegerhelm («Helmet Mounted Cueing System») en de verbetering van de elektronische zelfbeschermingsapparatuur.
Ik ben voornemens de Directeur Defensie Materieel Organisatie te mandateren voor de verdere uitvoering van het project verwerving aanvullende «targeting pods» voor de F-16 jachtvliegtuigen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27487-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.