nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van de Wet geluidhinder (technische aanpassing).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
26 oktober 2000
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de artikelen
87h en 106e van de Wet geluidhinder te wijzigen met het oog op herstel van
een technische onvolkomenheid;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet geluidhinder wordt gewijzigd als volgt.
A
Artikel 87h, zesde lid, komt te luiden:
6. De in het eerste tot en met vijfde lid gestelde regels zijn mede van
toepassing met betrekking tot de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting
van andere geluidsgevoelige gebouwen, met dien verstande dat in het eerste
lid in plaats van «65 dB(A)» wordt gelezen «60 dB(A)»
en in plaats van «de waarde 57dB(A)» wordt gelezen: de waarde
55 dB(A).
B
Artikel 106e, zesde lid, komt te luiden:
6. De in het eerste tot en met vijfde lid gestelde regels zijn mede van
toepassing met betrekking tot de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting
van andere geluidsgevoelige gebouwen, met dien verstande dat in het eerste
lid in plaats van «65 dB(A)» wordt gelezen «60 dB(A)»
en in plaats van «de waarde 57 dB(A)» wordt gelezen: de waarde
55 dB(A).
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met het
tijdstip waarop de wet van 6 september 2000, houdende wijziging van de Tracéwet
(eerste tranche) (Stb. 396) in werking is getreden.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,