nr. 122f
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 maart 2001
Bij uw brief van 20 maart 2001 deelde u mede dat u zich, naar aanleiding
van mijn verzoek om snelle afhandeling van bovengenoemd wetsvoorstel, voor
een dilemma geplaatst ziet.
U verzoekt op de kortst mogelijke termijn over de inhoud van de aangekondigde
wijziging van de WAJONG geïnformeerd te worden alsmede over de wijze
waarop artikel VI van het wetsvoorstel zal worden gerepareerd. Hierover merk
ik het volgende op.
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel tot Wijziging van de Algemene
Ouderdomswet en de Algemene nabestaandenwet inzake de vrijwillige verzekering
en wijziging van artikel X van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen
(Wet herziening vrijwillige verzekering AOW en ANW) is bij amendement van
de Tweede Kamer een zevende lid aan artikel 17 van de WAJONG toegevoegd. In
dat artikellid is een hardheidsclausule opgenomen die – door middel
van bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels – afwijking
van het exportverbod in het eerste lid van dit artikel mogelijk maakt.
Omdat het kabinet een algemene maatregel van bestuur ter uitwerking van
een hardheidsclausule geen juist middel acht, is in de nadere memorie van
antwoord aan uw Kamer toegezegd de hardheidsclausule in de WAJONG zelf op
te nemen. In mijn brief van 12 maart jl. aan uw Kamer heb ik toegezegd op
zeer korte termijn een wetsvoorstel hiertoe aan het parlement voor te leggen.
Het wetsvoorstel tot wijziging van de WAJONG zal ertoe strekken het zevende
lid van artikel 17 van de WAJONG te vervangen door een nieuw lid, dat bepaalt
dat het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) het eerste lid, onderdeel
c, van artikel 17 van de WAJONG buiten toepassing kan laten of daarvan kan
afwijken voorzover toepassing, gelet op het belang van het eindigen van het
recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering buiten Nederland, zal leiden tot
een onbillijkheid van overwegende aard.
Algemene richtlijnen voor toepassing van de hardheidsclausule zijn niet
te geven, daar de toepassing, zoals gebruikelijk is bij hardheidsclausules,
in het algemeen beperkt blijft tot individuele gevallen. Het Lisv zal in deze
individuele gevallen moeten beoordelen of toepassing van het exportverbod
leidt tot onbillijkheden van overwegende aard. Aan de hand van deze casuïstiek
kan het Lisv na verloop van tijd beleidsregels voor toepassing van de hardheidsclausule
ontwikkelen.
Bij het wetsvoorstel tot wijziging van de WAJONG zal het zevende lid van
artikel 17 van de WAJONG, dat bij artikel VI van het wetsvoorstel herziening
vrijwillige verzekering AOW en ANW is ingevoerd, worden vervangen door een
nieuwe bepaling. Er is derhalve geen sprake van reparatie van artikel VI van
het wetsvoorstel herziening vrijwillige verzekering AOW en ANW, maar van een
wijziging van artikel 17, zevende lid, van de WAJONG.
Het wetsvoorstel tot wijziging van de WAJONG zal het gebruikelijke traject
moeten doorlopen. Niettemin zal ik bevorderen het wetsvoorstel zo spoedig
mogelijk bij het parlement in te dienen.
In verband met de rechtmatige uitvoering van onderhavig wetsvoorstel wil
ik nogmaals het belang van een snelle afhandeling onder uw aandacht brengen
en u verzoeken hiermee rekening te houden.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst