27 468
Wijziging van de Algemene Ouderdomswet en de Algemene nabestaandenwet inzake de vrijwillige verzekering en wijziging van artikel X van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen (Wet herziening vrijwillige verzekering AOW en ANW)

nr. 122f
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 maart 2001

Bij uw brief van 20 maart 2001 deelde u mede dat u zich, naar aanleiding van mijn verzoek om snelle afhandeling van bovengenoemd wetsvoorstel, voor een dilemma geplaatst ziet.

U verzoekt op de kortst mogelijke termijn over de inhoud van de aangekondigde wijziging van de WAJONG geïnformeerd te worden alsmede over de wijze waarop artikel VI van het wetsvoorstel zal worden gerepareerd. Hierover merk ik het volgende op.

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel tot Wijziging van de Algemene Ouderdomswet en de Algemene nabestaandenwet inzake de vrijwillige verzekering en wijziging van artikel X van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen (Wet herziening vrijwillige verzekering AOW en ANW) is bij amendement van de Tweede Kamer een zevende lid aan artikel 17 van de WAJONG toegevoegd. In dat artikellid is een hardheidsclausule opgenomen die – door middel van bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels – afwijking van het exportverbod in het eerste lid van dit artikel mogelijk maakt.

Omdat het kabinet een algemene maatregel van bestuur ter uitwerking van een hardheidsclausule geen juist middel acht, is in de nadere memorie van antwoord aan uw Kamer toegezegd de hardheidsclausule in de WAJONG zelf op te nemen. In mijn brief van 12 maart jl. aan uw Kamer heb ik toegezegd op zeer korte termijn een wetsvoorstel hiertoe aan het parlement voor te leggen.

Het wetsvoorstel tot wijziging van de WAJONG zal ertoe strekken het zevende lid van artikel 17 van de WAJONG te vervangen door een nieuw lid, dat bepaalt dat het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) het eerste lid, onderdeel c, van artikel 17 van de WAJONG buiten toepassing kan laten of daarvan kan afwijken voorzover toepassing, gelet op het belang van het eindigen van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering buiten Nederland, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Algemene richtlijnen voor toepassing van de hardheidsclausule zijn niet te geven, daar de toepassing, zoals gebruikelijk is bij hardheidsclausules, in het algemeen beperkt blijft tot individuele gevallen. Het Lisv zal in deze individuele gevallen moeten beoordelen of toepassing van het exportverbod leidt tot onbillijkheden van overwegende aard. Aan de hand van deze casuïstiek kan het Lisv na verloop van tijd beleidsregels voor toepassing van de hardheidsclausule ontwikkelen.

Bij het wetsvoorstel tot wijziging van de WAJONG zal het zevende lid van artikel 17 van de WAJONG, dat bij artikel VI van het wetsvoorstel herziening vrijwillige verzekering AOW en ANW is ingevoerd, worden vervangen door een nieuwe bepaling. Er is derhalve geen sprake van reparatie van artikel VI van het wetsvoorstel herziening vrijwillige verzekering AOW en ANW, maar van een wijziging van artikel 17, zevende lid, van de WAJONG.

Het wetsvoorstel tot wijziging van de WAJONG zal het gebruikelijke traject moeten doorlopen. Niettemin zal ik bevorderen het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk bij het parlement in te dienen.

In verband met de rechtmatige uitvoering van onderhavig wetsvoorstel wil ik nogmaals het belang van een snelle afhandeling onder uw aandacht brengen en u verzoeken hiermee rekening te houden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Naar boven