nr. 10
AMENDEMENT VAN DE LEDEN DIJSSELBLOEM EN DE VRIES
Ontvangen 20 november 2000
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel IX, onderdeel B.12., wordt als volgt gewijzigd:
I
De aanhef komt als volgt te luiden:
Na onderdeel AKa worden twee nieuwe onderdelen
ingevoegd, luidende:
II
Na het voorgestelde onderdeel AKaa wordt een nieuw onderdeel ingevoegd,
luidende:
AKab. Overgangsrecht eigenwoningregeling bij echtscheiding
Voor zover per 31 december 2000 een woning de belastingplichtige niet
meer anders dan tijdelijk ter beschikking staat als hoofdverblijf, maar zijn
gewezen partner wel, wordt de termijn als genoemd in artikel 3111, vierde
lid, van de Wet IB 2001 geacht te zijn aangevangen op 1 januari 2001.
Toelichting
In het vierde lid van artikel 3111 van de Wet IB 2001 is een tijdelijke
voorziening opgenomen, waardoor in gevallen van echtscheiding gewezen echtgenoten
of partners de voormalige woning die hen niet meer als hoofdverblijf ter beschikking
staat, gedurende ten hoogste twee jaren kunnen aanmerken als eigen woning
indien de woning de andere gewezen echtgenoot of partner anders dan tijdelijk
als hoofdverblijf ter beschikking staat. Voor reeds bestaande echtscheidingsgevallen
kan het echter gebeuren dat, afhankelijk van het tijdstip waarop de scheiding
heeft plaatsgevonden, de overbruggingsperiode van 2 jaar op dat moment (voor
een deel) reeds is verstreken, waardoor zij per 1 januari 2001 per direct
met de nieuwe regeling geconfronteerd zullen worden. Met dit amendement wordt
geregeld dat de termijn voor reeds bestaande echtscheidingsgevallen
op 31 december 2000, wordt geacht te zijn aangevangen op 1 januari 2001. Indien
voor bestaande echtscheidingssituaties geen overgangsregeling wordt getroffen,
zouden zich situaties kunnen voordoen waarbij belastingplichtigen met ingang
van 1 januari 2001 onmiddellijk zouden worden geconfronteerd met het vervallen
van de hypotheekrenteaftrek. Met de voorgestelde overgangsregeling wordt voorkomen
dat belastingplichtigen als gevolg daarvan in de financiële problemen
zouden raken.
Dijsselbloem
De Vries