27 465
Overname aandelenpakket in een aantal taakorganisaties van de NV Nederlandse Spoorwegen

nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 november 2001

Aanleiding

Tijdens het Algemeen Overleg dat naar aanleiding van de herbezinningsbrief van 7 september 2001 (27 465, nr. 3) werd gehouden, is afgesproken dat ik de Kamer schriftelijk zou informeren over de besteding van het in de herbezinningsbrief genoemde extra investeringsbedrag in het spoor van bijna 1,5 mld.

Onderstaand ga ik hierop in en zal u daarnaast tevens informeren over de vanaf 2003 te plegen investering op het gebied van beheer en instandhouding van het spoor.

De extra investering

Zoals reeds in de brief van 7 september jl. aangegeven is het bedrag ad. 1475 mln (bijna 1,5 mld) in drie grove delen onder te verdelen. Deze zijn:

• Verbetering bedrijfszekerheid infra 200 mln

• Veiligheid overwegen 250 mln

• Kleine infrastructuurmaatregelen 1 025 mln

Totaal 1 475 mln

Het gaat hierbij om additionele middelen die bestemd zijn voor de broodnodige verbetering van de infrastructuur. Er worden op dit moment zowel korte als lange termijn maatregelen genomen om de staat van de infrastructuur te verbeteren. Hieronder treft u, in de vorm van verbeteringen aan de infrastructuur, een meer uitgebreide onderbouwing van de besteding van de 1475 mln aan.

Verbetering van de infrastructuur

Bij het verbeteren van de infrastructuur zijn op dit moment enkele punten van belang:

1. het op korte termijn verbeteren van de betrouwbaarheid

2. het verbeteren van de veiligheid en betrouwbaarheid op overwegen

3. uitbreiding van de capaciteit van het spoorwegnet

1. Verbeteren betrouwbaarheid op korte termijn (200 mln)

Voor het verbeteren van de bedrijfszekerheid van de infrastructuur is ten behoeve van 2002 een extra bedrag van ruim 200 mln uit het FENS (Fonds Eenmalige bijdrage NS) beschikbaar. Dit bedrag wordt besteed aan de vernieuwing van de bovenbouw, waardoor de kwaliteit van de infrastructuur kan worden verbeterd. Voor de volledigheid meld ik u dat de middelen uit het FENS niet via de VenW-begroting lopen maar zijn opgenomen in een aparte overeenkomst met NS en geparkeerd staan bij de minister van Financiën.

2. Verbeteren veiligheid en betrouwbaarheid op overwegen (250 mln)

Bovenop de jaarlijkse bijdrage (ad. 65 mln) voor verbetering van veiligheid op overwegen, is dit jaar 250 mln extra beschikbaar gesteld. Voor dit bedrag wordt het programma «AKI's vervangen door AHOB's» versneld. Tevens worden er in de komende jaren gelijkvloerse overgangen vervangen door ongelijkvloerse kruisingen. Deze maatregelen helpen, conform de beleidsdoelstellingen uit de Kadernota Railveiligheid» het aantal ongevallen op spoorwegovergangen te verminderen. Minder ongevallen betekent ook een vlottere doorstroming van het treinverkeer en vergroting van de punctualiteit van treinen en tevens de vergroting van de beschikbaarheid en de betrouwbaarheid van het spoor.

3. Uitbreiding capaciteit (1025 mln)

Naast veiligheid is er ook voldoende capaciteit nodig voor de groei van het vervoer zoals afgesproken in het overgangscontract II. Over de capaciteit is intensief overleg geweest tussen de vervoerders, de taakorganisaties en het ministerie. De resultaten daarvan heeft u onder andere aangetroffen in het rapport Toergoed. Ook in het evaluatierapport Prorail dat u recent heeft ontvangen is uitgebreid ingegaan op de capaciteit die opgeleverd is in de periode 1991–1999 en hoe de vervoerders die tot op heden hebben benut. Daarin is ook aangegeven dat er nog capaciteit beschikbaar is voor groei van het vervoer op de reeds opgeleverde infrastructuur. Daarnaast komt door oplevering van de geplande infrastructuurprojecten de komende jaren nog extra capaciteit beschikbaar. Naar aanleiding van het overleg is geconcludeerd dat een deel van de capaciteits-groei opgevangen kan en moet worden door met langere treinen te gaan rijden. Er zijn specifieke investeringen nodig om dit mogelijk te maken die nog niet voorzien waren in het MIT. Het gaat daarbij om investeringen in perronverlenging, tractie-energievoorziening en opstelterreinen. Besloten is deze maatregelen voor 400 mln te financieren uit FENS. Tevens wordt uit de nog beschikbare vrije ruimte in het kleine infraprogramma dat gefinancierd wordt via de leenfaciliteit, vijf maal 125 mln (=625 mln) voor kleine infrastructuur maatregelen gefinancierd.

In totaal gaat het dus om 1025 mln aan kleine infrastructuurmaatregelen.

Aanvullende investeringen in beheer en instandhouding

De afgelopen twee jaren zijn ten behoeve van de bovenbouwvernieuwing en vervanging van het Nefit-spoor aanvullend extra investeringen gepleegd in beheer en instandhouding, te weten 140 mln in het jaar 2000 en 200 mln in 2001. Ook in het jaar 2002 zal ruim 200 mln extra worden geïnvesteerd.

Voor de langere termijn, vanaf 2003, wordt er gekeken naar de uitkomsten van de audit naar de bekostiging van RIB, en zal in het kader van een nieuw regeerakkoord worden bezien of er extra middelen nodig zijn en hoe de financiering alsdan wordt geregeld.

Ter dekking van de genoemde investering zijn er enkele mogelijkheden. Zo loopt er een ICES-claim in het kader van «slim en veilig OV» ten bedrage van ruim 2 mld voor de periode tot en met 2010. Bij honorering hiervan is de problematiek meerjarig opgelost.

Indien deze claim niet (geheel) wordt gehonoreerd dan rest mij niets anders dan in de begrotingsvoorbereiding 2003 naar additionele dekking te zoeken. Zoals reeds in mijn brief over de herbezinning aangegeven zal bezien worden of dekking kan worden gevonden uit additionele middelen bij de minister van Financiën en/of, uit herprioritering binnen het FENS en/of ten koste van de (aanleg)investeringen in het Infrastructuurfonds.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Naar boven