27 451
Koers BVE

nr. 106
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2009

Naar aanleiding van het verzoek van uw Kamer om een reactie op het persbericht van Colo van 2 maart jl., bericht ik u als volgt.

In het persbericht geeft Colo aan dat bij aanvang van het nieuwe schooljaar, een tekort van 150 000 stageplaatsen dreigt als gevolg van de huidige economische crisis en de grotere stagevraag vanuit het vmbo.

In reactie hierop wil ik voorop stellen dat op dit moment in de meeste sectoren – zoals ook volgt uit de meest recente Colo-barometer van maart 2009 – een voldoende aanbod aan bpv-plaatsen is. In sommige sectoren tekent zich zelfs een overschot aan bpv-plaatsen af, zoals de horeca en de tweewielerbranche.

Desalniettemin neem ik de signalen van het Colo zeer serieus. Met name voor de meer conjunctuurgevoelige sectoren dient er voor het nieuwe schooljaar (2009/2010) rekening mee te worden gehouden dat de economische crisis serieuze gevolgen kan hebben voor het aanbod aan bpv-plaatsen. In het bijzonder maken moeilijk plaatsbare leerlingen kans hierdoor getroffen te worden.

Wel ben ik voorzichtig ten aanzien van de door Colo in voornoemd persbericht geschetste verdringing van mbo-studenten door vmbo-leerlingen op de stagemarkt. Er is een verschil tussen het vmbo en het mbo wat betreft de aard en de omvang van de stages bij de leerbedrijven. In het vmbo gaat het doorgaans om kortdurende beroepsoriënterende stages. Terwijl in het kader van de mbo-stage studenten meewerken in het bedrijf ter optimalisering van de aansluiting tussen de mbo-opleiding en arbeidsmarkt. Ik verwacht dan ook dat het verdringingseffect zoals geschetst door Colo in de praktijk zal meevallen. Daarnaast zullen vmbo-stages juist bevorderen dat meer vmbo-leerlingen een bewustere keuze maken voor een vervolgopleiding in het mbo.

Gelet op de signalen omtrent de economische recessie en de verwachte gevolgen voor de arbeidsmarkt acht ik het van cruciaal belang dat de komende periode door alle betrokken partijen – ieder vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid – fors wordt ingezet op het behouden van voldoende bpv-plaatsen.

Ik heb reeds op basis van deze signalen aangekondigd in gesprek te gaan met de MBO Raad, de VO Raad en Colo over welke maatregelen de komende periode getroffen moeten worden en welke bijdrage van eenieder nodig is.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven