27 448
Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met de invoering van de mogelijkheid tot een vrijwillige voortzetting van de bijzondere ziektekostenverzekering ingevolge die wet en van de Wet financiering volksverzekeringen in samenhang daarmee (vrijwillige verzekering AWBZ)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met de invoering van de mogelijkheid tot een vrijwillige voortzetting van de bijzondere ziektekostenverzekering ingevolge die wet en van de Wet financiering volksverzekeringen in samenhang daarmee (vrijwillige verzekering AWBZ).

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

11 oktober 2000

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een vrijwillige voortzetting van de verzekering voor bijzondere ziektekosten mogelijk te maken ten behoeve van bepaalde categorieën van buiten Nederland wonende personen van wie de verzekering van rechtswege ingevolge artikel 5 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is geëindigd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 9 wordt een vierde en vijfde lid toegevoegd, luidende als volgt:

4. Onverminderd het eerste en tweede lid komt voor degene, die vrijwillig verzekerde is ingevolge artikel 32a, de inschrijving eerst tot stand nadat hij de beschikking, bedoeld in artikel 32b, derde lid, heeft overgelegd.

5. Het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar of het uitvoerend orgaan, waarbij betrokkene wordt ingeschreven, stelt de Sociale Verzekeringsbank terstond van de inschrijving in kennis.

B

Na Hoofdstuk IV van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt een Hoofdstuk IVA ingevoegd, luidende als volgt:

HOOFDSTUK IVA VRIJWILLIGE VERZEKERING

Artikel 32a

1. Degene, wiens verzekering ingevolge artikel 5 is geëindigd, kan de verzekering op grond van deze wet vrijwillig voortzetten indien hij buiten Nederland woont en:

a. op de dag van vertrek uit Nederland recht had op:

1e een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering,

2e een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,

3e een pensioen op basis van arbeidsongeschiktheid op grond van de Algemene burgerlijke pensioenwet, zoals die luidde voor 1 januari 1996, dan wel een WAO-conforme uitkering op grond van de Wet privatisering ABP, zoals die luidde voor 1 januari 1998, een pensioen op basis van arbeidsongeschiktheid op grond van de Spoorwegpensioenwet, zoals die luidde voor 1 januari 1994, dan wel een pensioen op basis van arbeidsongeschiktheid op grond van de Wet privatisering Spoorwegpensioenfonds of een pensioen op basis van arbeidsongeschiktheid op grond van de Algemene militaire pensioenwet, zoals die luidde voor 1 januari 1998,

4e een uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet,

5e een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet,

6e een uitkering of toelage op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals die luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen,

7e een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, of

8e een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,

voorzover en zolang hij die uitkering, dat pensioen of die toelage ontvangt en die uitkering, dat pensioen of die toelage ten minste gelijk is aan 35% van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, dan wel

b. recht heeft op een uitkering, een pensioen of een toelage als bedoeld in het eerste lid, indien dat recht aansluit op de verzekering van rechtswege op grond van de volksverzekeringen, voorzover en zolang hij die uitkering, dat pensioen of die toelage ontvangt en die uitkering, dat pensioen of die toelage ten minste gelijk is aan 35% van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag.

2. Het eerste lid is slechts van toepassing op personen die onmiddellijk voorafgaand aan de ingangsdatum van de vrijwillige verzekering ten minste een jaar onafgebroken verzekerd zijn geweest ingevolge deze wet.

3. Het eerste lid is niet van toepassing op personen die buiten Nederland arbeid verrichten of een uitkering ontvangen krachtens een buitenlandse wettelijke regeling.

Artikel 32b

1. Aanmelding voor de vrijwillige verzekering geschiedt uiterlijk vier maanden na de dag, waarop de verzekering ingevolge artikel 5 is geëindigd, bij de Sociale Verzekeringsbank.

2. De vrijwillige verzekering ingevolge artikel 32a gaat in op de dag volgend op die waarop de verzekering ingevolge artikel 5 is geëindigd.

3. De Sociale Verzekeringsbank verstrekt bij beschikking aan de persoon, die voldoet aan de in dit hoofdstuk gestelde voorwaarden, een verklaring waaruit blijkt dat betrokkene is verzekerd ingevolge artikel 32a en vanaf welke datum.

4. Degene, die vrijwillig is verzekerd ingevolge artikel 32a is verplicht aan de Sociale Verzekeringsbank de gegevens te verschaffen die deze behoeft voor de vaststelling van de premie voor de vrijwillige verzekering. Tevens is hij verplicht de Sociale Verzekeringsbank, het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar of het uitvoerend orgaan op verzoek of onverwijld uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden mee te delen, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de rechten en verplichtingen voortvloeiend uit de vrijwillige verzekering.

5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de aanmelding voor de vrijwillige verzekering en de te verschaffen gegevens en inlichtingen.

Artikel 32c

1. De vrijwillige verzekering ingevolge artikel 32a eindigt:

a. met ingang van de dag, waarop betrokkene niet langer voldoet aan de in artikel 32a gestelde voorwaarden;

b. met ingang van 1 januari van het jaar volgend op het kalenderjaar waarin de Sociale Verzekeringsbank vóór 1 november een schriftelijke opzegging van de verzekerde heeft ontvangen;

c. met ingang van de dag, waarop de betrokkene van rechtswege verzekerd wordt ingevolge artikel 5;

d. met ingang van de dag, volgend op de laatste dag van de door de Sociale Verzekeringsbank gestelde termijn waarbinnen de premie, bedoeld in artikel 25 van de Wet financiering volksverzekeringen, uiterlijk moet zijn betaald;

e. met ingang van de dag volgend op de laatste dag van de door de Sociale Verzekeringsbank gestelde termijn waarbinnen de voor de uitvoering van de vrijwillige verzekering verlangde gegevens moeten zijn verstrekt.

2. De Sociale Verzekeringsbank, het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraar of het uitvoerend orgaan, waarbij betrokkene is ingeschreven, stellen elkaar over en weer terstond in kennis van het einde van de vrijwillige verzekering.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld inzake de beëindiging van de vrijwillige verzekering.

ARTIKEL II

De Wet financiering volksverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, onderdeel a, wordt «d» vervangen door: e.

B

Aan artikel 2 wordt, na vervanging van de punt aan het einde van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel e toegevoegd, luidende:

e. vrijwillige verzekering bijzondere ziektekosten: de verzekering, bedoeld in artikel 32a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

C

In artikel 25 wordt de zinsnede na «de vrijwillige nabestaandenverzekering» vervangen door: , de vrijwillige nabestaandenverzekering, of de vrijwillige verzekering bijzondere ziektekosten.

D

In artikel 26, eerste lid, wordt de zinsnede «en de vrijwillige nabestaandenverzekering» vervangen door: , de vrijwillige nabestaandenverzekering, of de vrijwillige verzekering bijzondere ziektekosten.

E

In artikel 27, derde lid, wordt de zinsnede «en de vrijwillige nabestaandenverzekering» vervangen door: , de vrijwillige nabestaandenverzekering, of de vrijwillige verzekering bijzondere ziektekosten.

F

In artikel 39, eerste lid, onderdeel a, wordt na «algemene verzekering bijzondere ziektekosten» toegevoegd: en voor de vrijwillige verzekering bijzondere ziektekosten.

G

In artikel 39, derde lid, onderdeel a, wordt na «algemene verzekering bijzondere ziektekosten» toegevoegd: en van de vrijwillige verzekering bijzondere ziektekosten.

ARTIKEL III

1. In afwijking van artikel 32b, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten geschiedt aanmelding voor de vrijwillige verzekering van de in artikel 32a, eerste en tweede lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten bedoelde personen, van wie de verzekering ingevolge artikel 5 van die wet is geëindigd vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, uiterlijk vier maanden na de inwerkingtreding van deze wet.

2. De vrijwillige verzekering ingevolge Hoofdstuk IV van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten gaat voor de in het eerste lid bedoelde personen in op de dag volgend op die waarop de verzekering ingevolge artikel 5 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is geëindigd, doch niet vroeger dan 1 januari 2000.

3. In afwijking van het bepaalde in artikel 25 van de Wet financiering volksverzekeringen zijn personen, bedoeld in het eerste lid, eerst premie verschuldigd met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Naar boven