nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 april 2003
Zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg met de vaste commissie voor
Buitenlandse Zaken op 20 november 2002, informeer ik u bij deze over de stand
van zaken omtrent de regelingen voor non-gouvernementele organisaties (ngo's)
die zich op aspecten van wederopbouw richten.
Wederopbouw na conflict
Op 19 maart 2003 is het nieuwe subsidiebeleidskader voor Thematische medefinanciering
gepubliceerd. Op basis hiervan kunnen non-gouvernementele organisaties aanvragen
indienen voor financiële ondersteuning inzake een aantal nader gespecificeerde
componenten van het wederopbouwproces na beëindiging van een gewelddadig
conflict. Deze betreffen: betrokkenheid van cruciale maatschappelijke organisaties
bij het vredesproces, versterking van representativiteit van bestuur, betrokkenheid
van vrouwen bij het vredesproces, ondersteuning media, democratische controle
van de veiligheidssector en rehabilitatie van basisvoorzieningen. In het laatste
geval is – mede vanwege de geringe budgettaire ruimte – mogelijke
financiële ondersteuning beperkt tot een geselecteerd aantal landen (Angola,
Burundi, Democratische Republiek Congo, Liberia, Sierra Leone, Soedan en Somalië).
Rehabilitatie na natuurrampen
Rehabilitatie-activiteiten na natuurrampen blijven in aanmerking komen
voor financiering uit humanitaire hulpfondsen. Met op humanitaire hulp gerichte
ngo's wordt overleg gevoerd over de inhoud en stroomlijning van deze vorm
van financiering.
Interim voorziening
Tevens is conform mijn toezegging aan u overleg gaande met een aantal
maatschappelijke organisaties van wie de activiteiten worden uitgevoerd op
het snijvlak van noodhulp en wederopbouw, over een interim financiering voor
het jaar 2003. Dit overleg is inmiddels afgerond. Na 2003 kunnen deze organisaties
een beroep (blijven) doen op zowel humanitaire hulpfondsen als het aangepaste
Thematische Mede Financieringsprogramma 2004–2007.
De Staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken,
A. M. A. van Ardenne-van der Hoeven