27 433
Interdepartementaal Beleidsonderzoek: Medefinancieringsprogramma

nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 april 2003

Zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg met de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken op 20 november 2002, informeer ik u bij deze over de stand van zaken omtrent de regelingen voor non-gouvernementele organisaties (ngo's) die zich op aspecten van wederopbouw richten.

Wederopbouw na conflict

Op 19 maart 2003 is het nieuwe subsidiebeleidskader voor Thematische medefinanciering gepubliceerd. Op basis hiervan kunnen non-gouvernementele organisaties aanvragen indienen voor financiële ondersteuning inzake een aantal nader gespecificeerde componenten van het wederopbouwproces na beëindiging van een gewelddadig conflict. Deze betreffen: betrokkenheid van cruciale maatschappelijke organisaties bij het vredesproces, versterking van representativiteit van bestuur, betrokkenheid van vrouwen bij het vredesproces, ondersteuning media, democratische controle van de veiligheidssector en rehabilitatie van basisvoorzieningen. In het laatste geval is – mede vanwege de geringe budgettaire ruimte – mogelijke financiële ondersteuning beperkt tot een geselecteerd aantal landen (Angola, Burundi, Democratische Republiek Congo, Liberia, Sierra Leone, Soedan en Somalië).

Rehabilitatie na natuurrampen

Rehabilitatie-activiteiten na natuurrampen blijven in aanmerking komen voor financiering uit humanitaire hulpfondsen. Met op humanitaire hulp gerichte ngo's wordt overleg gevoerd over de inhoud en stroomlijning van deze vorm van financiering.

Interim voorziening

Tevens is conform mijn toezegging aan u overleg gaande met een aantal maatschappelijke organisaties van wie de activiteiten worden uitgevoerd op het snijvlak van noodhulp en wederopbouw, over een interim financiering voor het jaar 2003. Dit overleg is inmiddels afgerond. Na 2003 kunnen deze organisaties een beroep (blijven) doen op zowel humanitaire hulpfondsen als het aangepaste Thematische Mede Financieringsprogramma 2004–2007.

De Staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken,

A. M. A. van Ardenne-van der Hoeven

Naar boven