27 433
Interdepartementaal Beleidsonderzoek: Medefinancieringsprogramma

nr. 10
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2002

Per 1 januari 2003 zullen op grond van het nieuwe subsidiesysteem «Thematische Medefinanciering» (TMF) de eerste subsidies verstrekt worden. Het subsidiesysteem beoogt een bijdrage te leveren aan structurele armoedebestrijding door de versterking van de rol van het maatschappelijk middenveld in ontwikkelingslanden. Nederlandse en internationale particuliere organisaties konden tot 1 augustus 2002 een aanvraag voor subsidie indienen voor een maximale periode van vier jaar (2003 – 2006). Conform de subsidieregeling heb ik vóór 1 december besluiten over de ingediende aanvragen genomen. Met deze brief informeer ik u over deze eerste ronde voor toewijzing van subsidies in het kader van de Thematische Medefinanciering (TMF).

Na het Medefinancieringsprogramma (MFP breed) is het TMF het tweede onderdeel van de herziening van het totale subsidiesysteem voor particuliere organisaties. Daarnaast wordt het maatschappelijk middenveld in de ontwikkelingslanden nog gesteund door middelen uit de bilaterale en multilaterale budgetten.

Uitgangspunt voor het TMF is de nota «Civil Society en structurele armoedebestrijding» en de behoefte het subsidiesysteem uniformer en transparanter te maken. Het resultaat staat beschreven in het Beleidskader Thematische Medefinanciering. U bent daarover per brief geïnformeerd op 6 maart 2002 (kamerstuk 27 433 nr. 7).

Oorspronkelijk was er geen subsidieplafond voorzien voor de TMF-ronde 2003; vertrekpunt voor de financiële ruimte was het huidige volume, mits de aanvragen van voldoende kwaliteit waren, plus ruimte voor nieuwe initiatieven. Teneinde een enigszins evenwichtige verdeling over de thema's te waarborgen, is een ondergrens per thema en een algemeen subsidieplafond ingesteld, zodat ik voor een excessief aantal aanvragen van acceptabele kwaliteit binnen een bepaald thema ook na eventuele herverdeling de mogelijkheid zou hebben tot afwijzing van een deel van de voorstellen. De hoogte van het subsidieplafond, bepaald op € 30 miljoen, weerspiegelt het bovengenoemde vertrekpunt voor de financiële ruimte van alle thema's1. Bij voldoende kwaliteit zou dit subsidieplafond verhoogd kunnen worden, hetgeen ik ook gedaan heb.

In totaal werden voor de eerste TMF-ronde 102 aanvragen ontvangen. Niet alleen was dit aantal hoger dan verwacht, ook de aangevraagde subsidie bleek in een aantal gevallen hoger dan voorzien. Er is dus een fors beroep gedaan op het nieuwe subsidiesysteem, en dit alleen al is een uiting van het succes ervan.

Alle aanvragen zijn door de verschillende themadirecties op een zelfde manier behandeld. Eerst werd gekeken of de aanvrager aan de basisvereisten2 voldeed. In het bevestigende geval werd de aanvraag aan een nadere beoordeling onderworpen volgens een vaststaand beoordelingskader. Waar opportuun werd het advies van de ambassade(s) en/of regiodirecties ingewonnen. De belangrijkste beoordelingscriteria zijn kwaliteit, beheerscapaciteit, verenigbaarheid met mijn beleidsvoornemens en organische groei/stabilisering binnen een kader van beleidsvoornemens en een thematisch evenwicht. Uitgangspunt voor het thematische evenwicht was de historische verdeling zoals vermeld in de Staatscourant van 30 juli 2002. Ik heb daarna het aan het thema«Economische ontwikkeling» toebedeelde deel verhoogd naar een meer vergelijkbaar niveau tot de andere thema's vanwege het belang van dit onderwerp.

Wel bleek, dat met name aanvragen op het gebied van vredesopbouw, mensenrechten en wederopbouw een aanzienlijk groter beslag op middelen zouden gaan leggen dan ook maar enigszins te verwachten viel op basis van gegevens van vorige jaren. Er waren meerdere organisaties die een veelvoud aanvroegen van hetgeen in het verleden werd toegekend. Twee aanvragen voor wederopbouw met een groot financieel ruimtebeslag pasten voorts niet goed binnen de TMF-systematiek. Om die reden hadden drie andere organisaties trouwens afgezien van het indienen van een aanvraag, in afwachting van nader beleid op dit terrein. Ik heb daarom besloten deze categorie organisaties niet op grond van het TMF te subsidiëren maar apart te behandelen, eerst door een overbruggingssubsidie, het komende jaar te volgen door een helder beleidskader op het gebied van rehabilitatie en wederopbouw binnen of buiten TMF-verband.

De door de themadirecties beoordeelde aanvragen werden met hun advies voorgelegd aan een ambtelijke Programma Commissie. Voor iedere aanvraag werd een onderbouwing gegeven over de toekenning van de subsidie, de hoogte daarvan, en de aan de toekenning te verbinden verplichtingen. Afwijzingen en een lagere toekenning dan het gevraagde bedrag werden eveneens onderbouwd. Daarnaast rapporteerde iedere themadirectie over het beoordelingsproces als zodanig. Ik ben van oordeel dat iedere themadirectie een zorgvuldig behandelings- en beoordelingsproces heeft doorlopen.

De Programma Commissie heeft de subsidieaanvragen themagewijs behandeld en mij voorgesteld alle kwalificerende aanvragen te honoreren. Dit voorstel heb ik overgenomen. Er zijn in totaal 65 aanvragen goedgekeurd voor een totaal budget van € 173 miljoen voor vier jaar en een kasbeslag van € 40,3 miljoen voor 2003. Een overzicht treft u aan in bijlage 1. Dit kasbeslag werd als verhoogd subsidieplafond op maandag 25 november jl. in de Staatscourant3 gepubliceerd. Het subsidieplafond betreft de vrije ruimte om nieuwe verplichtingen aan te gaan voor het jaar 2003. Daarnaast zijn er de nog lopende verplichtingen onder de oude regeling voor een kleine € 100 miljoen per jaar. Daarvan zal jaarlijks een deel vrijkomen met het aflopen van verplichtingen. Het jaarlijks deel dat vrijvalt zal beschikbaar zijn voor nieuwe TMF-aanvragen.

Ten aanzien van de partiële toewijzingen het volgende: aan alle aanvragen die kwalificeerden, heb ik subsidie toegewezen. De hoogte van de aangevraagde subsidie is mede onderdeel geweest van de beoordeling. Daarbij hebben, naast de algemene criteria, met name de criteria doelmatigheid en organische groei een rol gespeeld. Dit heeft ertoe geleid dat 27 aanvragen partieel zijn gehonoreerd. Echter, tenzij andere criteria zich daartegen verzetten, is geen enkele kwalificerende organisatie een lagere subsidie op jaarbasis toegewezen dan in de peiljaren 2001/2002. Om organisaties met partiële toewijzingen nog verder tegemoet te komen, heb ik mij bereid getoond om, op hun verzoek, een instellingssubsidie om te zetten in programmafinanciering, zodat zij alsnog een beroep kunnen doen op subsidie uit de aan de ambassades gedelegeerde budgetten.

Er is dus niet gekort op basis van budgetschaarste. Nederlandse organisaties hebben dan ook niet geleden onder de aanvragen van internationale organisaties. Van het begin af aan is het de bedoeling geweest dat ook buitenlandse organisaties in aanmerking konden komen voor TMF. U bent hierover ook geïnformeerd in bovengenoemde brief van 6 maart 2002. Waar het gaat om armoedebestrijding en versterking van de «civil society» in de ontwikkelingslanden, hebben ook buitenlandse organisaties een waardevolle inbreng. Dit past ook binnen het Europese verband, en is in lijn met de voortgaande globalisering.

Het TMF is gebaseerd op de erkenning dat particuliere organisaties een cruciale bijdrage aan de verwezenlijking van de hoofddoelstelling structurele armoedevermindering kunnen leveren. Mijn inzet is een nauwe samenwerking met particuliere organisaties, maar ook met bedrijven, met het oog op een doeltreffende ontwikkelingssamenwerking. Deze samenwerking moet veel meer inhouden dan een subsidierelatie. Ik ben dan ook voornemens nader accent te leggen op een inhoudelijke dialoog om onze inspanningen op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking zo doelgericht en doeltreffend mogelijk te maken.

De eerste TMF-ronde heeft laten zien dat de aanvragende organisaties veelal minder sterk naar voren komen op het gebied van de resultaatgerichtheid. Hier is duidelijk een verbetertraject nodig. Ik leg dan ook veel nadruk op het verbeteren van het kwaliteitssysteem van de organisaties betreffende planning, monitoring en evaluatie, en het laten uitvoeren van externe evaluaties. Uiteindelijk gaat het om resultaten, en die moeten zichtbaar gemaakt worden.

De eerste TMF-ronde heeft aan haar doel van grotere uniformiteit en transparantie in de beoordeling beantwoord. De eerste TMF-ronde heeft ook laten zien dat er een aantal verbeterpunten mogelijk is. Deze verbeterpunten worden momenteel geïnventariseerd. Het is nadrukkelijk de bedoeling het maatschappelijk middenveld hierbij te betrekken. Echter niet op het niveau van een onsje meer of minder; wel op het niveau van beleidsvoornemens en resultaten. Dit proces moet eind januari gereed zijn zodat er lering uit getrokken kan worden voor de volgende ronde, die in mei 2003 van start gaat. Daarbij zal ook bekeken worden of, en zo ja hoe, de beoordelingstijd bekort kan worden. Ik zal u te zijner tijd over de bevindingen informeren.

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

A. M. A. van Ardenne-van der Hoeven

BIJLAGE 1

Tabel 1: overzicht verdeling TMF-budget voor de ronde 2003–2006:

Thema's & «Open Categorie»Aantal ontvangen aanvragenTotaal aangevraagd budget1Aantal goedgekeurde aanvragen2Goedgekeurd budget 2003–2006Budget 2003
Sociaal-Culturele ontwikkeling714 17926 9202 334
Economische ontwikkeling2194 4621555 27813 673
Milieu1351 987931 5504 551
Politieke ontw., vrede & veiligheid28239 0591750 41612 198
Menselijke ontwikkeling2442 4861317 8684.53
Gender54 99342 963980
Open Categorie46 74648 0791 984
Totaal102453 91265173 07540 253

1 Bedragen in € 1 000.

2 In het proces van behandeling en beoordeling zijn sommige aanvragen overgegaan van de ene naar een andere themadirectie of naar de open categorie.


XNoot
1

Stcrt. 30 juli 2002, nr. 143.

XNoot
2

zoals rechtspersoonlijkheid, statuten, alleen DAC 1-landen, passend binnen TMF-doelstelling en beleidsvoornemens.

XNoot
3

Stcrt. 25 november 2002.

Naar boven