27 432
Cultuurnota 2001–2004

nr. 10
MOTIE VAN HET LID VISSER-VAN DOORN

Voorgesteld in het Nota-overleg van 13 november 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de cultuurnotaprocedure aan bestuurlijke slijtage onderhevig is;

overwegende,

– dat komend voorjaar de gevolgde procedure geëvalueerd wordt;

– dat een cultuurnotaprocedure gestoeld op een langetermijnperspectief met tussentijdse evaluaties en bijstellingen al een door de Kamer breed gedeelde mogelijke opzet is;

verzoekt de regering, de Kamer voorafgaand aan de evaluatie van de cultuurnotaprocedure een aantal mogelijke alternatieve varianten voor te leggen voor die procedure, vanuit het uitgangspunt «langetermijnperspectief met tussentijdse evaluaties en bijstellingsmogelijkheden»,

en gaat over tot de orde van de dag.

Visser-van Doorn

Naar boven