nr. 38
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2003
Tijdens het AO biotechnologie van januari 2002 heb ik als lid van de Bijzondere
commissie biotechnologie de volgende motie (27 428/27 543, nr. 19)
ingediend:
«VWS dient laagdrempelig informatiemateriaal te doen ontwikkelen
waarmee de bevolking wordt voorzien over waarheden en onwaarheden van aanbiedingen
op internet m.b.t. bijvoorbeeld geneesmiddelen en biotechnologische toepassingen.
Deze informatie dient onder meer verkrijgbaar te zijn bij huisartsen en apotheken.»
Met deze brief informeer ik u over de uitvoering van deze motie.
Na overleg met de Stichting Consument en Biotechnologie is besloten tot
de volgende strategie:
– Een globale inventarisatie van de verkrijgbaarheid van medicijnen
en doe-het-zelf-genetische tests op internet
– Opstelling van een artikel dat op een overzichtelijke wijze handvatten
geeft hoe om te gaan met aanbiedingen en informatie op internet met betrekking
tot geneesmiddelen en biotechnologische toepassingen;
– Verspreiding van het artikel op grote schaal door toezending aan
tal van organisaties, waaronder de koepels van huisartsen en apothekers, patiënten-
en consumentenorganisaties met het verzoek dit artikel te publiceren in hun
periodieken en/of op hun internetsite.
Op deze wijze is/wordt getracht een zo groot mogelijk aantal burgers te
bereiken die in het kader van hun zoekactiviteiten op internet op het terrein
van geneesmiddelen, genetische tests en andere (biotech) producten basale
informatie behoeven hoe met de gevonden informatie om te gaan en op enigerlei
wijze het kaf van het koren te scheiden.
Als bijlage bij deze brief vindt u het rapport van de Stichting Consument
en Biotechnologie1 dat in maart jl. gereed is
gekomen met daarin een inventarisatie van de verkrijgbaarheid
van medicijnen en genetische tests op internet, bovenbedoeld artikel, een
overzicht hoe de verspreiding van het artikel heeft plaatsgevonden en wat
de voorlopige resultaten daarvan zijn.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. I. J. M. Ross-van Dorp